| 24-07-1526. schepenen Aert vanden Oever en Gerit Aelbertss. | 
bovenschrift: Bruechem 
marge: 1526 
 
Transfixa Supra predicta 
 
Wij Aert vanden Oever ende Gerit Aelbertss. scepen in Zulichem tugen dat voir ons komen is 
Lambert Maess. ende heefft vercofft ende opgedragen voir vijfftich pont gever penningen die hij 
giede dat hem betailt sijn den brieff daer desen tegenwoirdigen brieff doirsteken is ende alle 
tgehaut des brieffs gelijck daer in gescreven steet here Reyer Wouterss. priester ende Ca- 
nonick ende Matheus Janss. tot behoeff der tafele 's Heiligen Geest van Zautbommel erffelick 
te besitten. Ende Lambert Maess. voirss. verteech opten brieff ende tgehaut des brieffs voirss. 
ende geloeffde daer op doen te vertijen allen die genen die dair mit recht op vertijen sullen. 
Ende hij geloiffde oick van sijnre wegen te waren Here Reijer ende Matheus Janss. tot 
behoeff der tafels 's Heiligen Geest voirss. den brieff ende 't gehaut des brieffs voirss. jaer 
ende dach als recht is tegen allen die genen die ten recht komen willen. Ende van sijnre 
wegen alle voirplicht aff te doen vanden selven. In oirkonde onser litteren. Gegeven int jair 
ons heren dusent vijffhondert ses ende tweijntich op Sunte Jacops avont Apostell. | 
Sunte Jacops Apostel. = 25 juli 
scan 148-1 | 
Transfix. Hangt aan: 10-02-1516 Aanhangend: 13-02-1516
  | 
Bron: Cartularium van het Groote Bommelsche Gasthuis (f.090v)    | 
Delen:    Verstuur per email  | 
Bron info:  Regionaal Archief Rivierenland, Tiel
  | 
| 24-07-1526. schepenen te Zaltbommel Roeloff die Raet Janss. en Andries Geritss. | 
bovenschrift: Bruechem 
marge: 1526 
 
Wij Roeloff die Raet Janss. ende Andries Geritss. scepen in Zaltboemell tugen dat voir ons 
komen is Lambert Maess die Kremer ende heefft vercofft ende opgedragen voir vijfftich pont 
gever penningen die hij giede dat hem betailt sijn den brieff daer desen tegenwoirdigen brieff 
doirsteken is ende alle 't gehaut des brieffs als daer in gescreven steet Heer Reyner Vorsterman 
canonick der kercken van Zaltboemell ende Theus Janss. van Bruechem als Heilige Geest- 
meysters ende tot behoeff der tafelen des Heiligen Geest van Zaltboemell voirss. erffelicken te 
besitten. Ende Lamert Maess. voirss. verteech opten brieff ende op 't gehaut des brieffs voirss. 
gelovende doen te vertijen allen die gene die van sijnre wegen op den brieff ende op 't gehaut 
des brieffs voirss. mit recht vertijen sullen. Hij geloeffden oick te waren van sijnre wegen 
Heer Reyner Vorsterman ende Theus Janss. tot behoeff als voirss. den brieff ende 
't gehaut des brieffs voirss. jaer ende dach als recht is voir allen die gene die ten recht 
komen willen. Ende van sijnre wegen alle voirplicht aff te doen vanden selven. In orkonde 
onser litteren. Gegeven int jaer ons Heren dusent vijffhondert ses ende tweyntich op 
Sunt Jacops avont Apostell. | 
Sunt Jacops Apostell. = 25 juli 
scan 148-3 | 
Transfix. Hangt aan: 13-02-1516
  | 
Bron: Cartularium van het Groote Bommelsche Gasthuis (f.090v)    | 
Delen:    Verstuur per email  | 
Bron info:  Regionaal Archief Rivierenland, Tiel
  | 
02-11-1526. Arend van den Over en Cornelis Aerts schepenen in Zuilichem getuigen dat Joost van Brakell schuldig is aen Hr. Reijer Joesten, priester. 1526. 
"vijff Brabantsche g. xx Brabants. st. genge ende geve vel pagamentum equivalens voerden g. ten laste en gelooft van Joost van Brakel voirscr. Et si non solvat verteech op alle brieven ende boucken der gelt thijnssen hoenre thijnssen ende dachmaeten etc to lossen den penninck XVII gedateert 1526 op alre zielen dach" | 
Met een kruisje ervoor als teken dat deze akte vernietigd is. 
 
Toegevoegde info gevonden in ORA Zuilichem, inv. 670, f. 8v. | 
Transfix. Aanhangend: 1551
  | 
Bron: Collectie van Spaen, inv. 162 (Archieven Neerijnen)    | 
Delen:    Verstuur per email  | 
Bron info:  Hoge Raad van Adel, Den Haag NB. Bij controle bleek dat er soms transcriptiefouten en foutieve jaartallen voorkwamen in de aantekeningen. Bovendien werden akten uit de archieven van de Huizen Waardenburg en Neerijnen soms vernietigd ("de + zijn als onnodig verscheurt"). | 
07-12-1526. schepenen te Zuilichem Rijner van Tuyll en Gerit Aelbertss. 
 | 
Wij, Rijner van Tuyll ende Gerit Aelbertss, scepen in Zuylichem, tugen dat voir ons comen is Joest van Brakell ende heeft vercoft ende opgedragen voir hondert pont gever penn., die hij gyeden dat hem betaelt sijn, een halff tyende, welcker tyende voirs. welneer toebehoert heeft Zueer van Weerdenborch met sijnen erven, alsoe groot ende cleijn als die gelegen is inden gericht van Delwijnen, Dirck van Haefften, sonder dijck ende sonder thijns in eenen eijgendom erffelicken to besitten. Ende Joest van Brakell voers. verteech op dees halff tyende voers. Hij geloeffden daer oeck op doen te vertijen allen die geenen die daer met recht op vertijen sullen. Hij geloeffden oeck Dirck van Haefften voers. dees halff tyende voers. te waeren met voldere waerscappen ten eewiggen dage als recht is voer allen die geenen die ten recht comen willen ende alle voerplicht aff te doen van den selven. Daerenboeven heeft noch geloeft Joest van Brakell voers. Dirck van Haefften voers. indien dat die thyende voers. leengoet is ende te leen gehalden wordt, soe sall hij hem erven ende vestigen voer den leenheer, daer dat met recht behoert. Van deessen voers. brieff is eenen brieff geweest. In oercunde onsser letteren gegeven inden jaer ons Heeren dusent vijffhondert ende sesentwentich des anderen daechs nae sunte Nycolaesdach. 
 | 
bron: Kaartenbak H. Beckering Vinckers, weeshuisarchief Zaltbommel 
kaartje 177-1 en 177-2 
 | 
Transfix. Aanhangend: 19-03-1580
  | 
Bron: Archieven Bommelse Weeshuizen    | 
Delen:    Verstuur per email  | 
Bron info:  Zaltbommel De getoonde transcripties zijn vaak van dhr. Beckering Vinckers en niet altijd gecontroleerd met het origineel. | 
02-01-1527. schepenen Arnt van Over [Oever] en Hubert Claess 
 
Akte van transport ten overstaan van het gerecht van Zuilichem door Joest van Brakel aan Ot van Scerpezeel, rechter te Arnhem, van de landerijen die Joest heeft geërfd van zijn oom Joest van Haefften 
 | 
Wij Arnt van Over ende Hubert Claess scepen in Zulichem tugen dat voir ons comen is Joest 
van Brakel ende heefft geloefft Ot van Scerpezeel richter tot Aernem ten ewegen dagen te waeren 
ende te vrien ende allen voircommer aff te doen van alsucke erven ende landen ende leenmannnen als 
Joest voirss. vercofft ende opgedragen heefft Ot van Scerpezeel voirss. gelegen op Romd {Rumpt} ende hem 
van Joest van Haefften sijnen oem aenbestorven ende aencomen waren na vermogen der leenbrieven 
ende den scepenen brieff van Deil die dair op gemaict sullen worden. Ende na inhalt eenre coep 
cedel die Joest van Brakel ende Ot van Scerpezeel voirss. mit twe geestelicke heren? onderhans? 
teikent hebben voirt so men niet en weet wie die leenheren moege wesen van achtalven? 
mergen lantz gelegen op Esacker ende drie mergen lans op Die Woirden ende vier mergen lantz 
opt Rowen so geloefft Joest van Brakel Ot van Scerpezeel voirss. tot wat tide dat men verneemt 
wie leenhere dair aff is vanden voirss. genoemde lande so sal Joest voirss vesticheit ende ... Ot 
van Scerpezeel off sijnen erffgenamen voirss. voir den leenhere dair Ot voirss. off sijn erffgenamen 
mede bewairt sijn naden leenrecht hyr aff sijn wairburgen drie mergen lants gelegen tot 
Brakel affter Joest voirss. camer ende noch vijff mergen lants ende voirt allen guederen? Joest voirss, 
gelegen inder eninge van Zulichem in oirconde ons litteren gegeven int jair ons Heren dusent 
vijffhondert ende seven ende twintich den tweeden dach in januario. | 
bron: Toegang 802 - Verzameling losse aanwinsten gemeentelijke archiefdienst Utrecht   [HUA] 
Inv. 390 
Datering:       1527 
Omvang: 1 charter 
 
Context: 
"Joost van Brakel erfde land in Rumpt van zijn oom Joost van Haeften en verkocht het aan Otto van Scherpenzeel. Van diverse stukken grond was de leenheer niet bekend. Het laatste deel betreft extra garanties en waarborgen door Joost van Brakel totdat de leenheer bekend is. 
Otto van Scherpenzeel trouwde [1] ca 1510 met Theoderica de Cock van Waardenburg 
Ivm diens boedelscheiding, zie 'Transitie en Continuïteit. De bezitsverhoudingen en de plattelandseconomie in het westelijke gedeelte van het Gelderse rivierengebied', door B.J.P. van Bavel. Dit omvat de huizen en heerlijkheden Rumpt en Gellicum met alle toebehoor, veel grond in Rumpt, Gellicum en Est, etc, etc." 
 | 
| Klik om een foto of scan te zien: Foto    | 
Bron: Overigen    | 
Delen:    Verstuur per email  | 
Bron info:  nadere gegevens over de bron wordt bij de acte vermeld.
  | 
12-04-1527. Schepenen Gherit Aelbertsz. en Hubert Claessz. 
Ot van Malborch namens zijn vrouw verkoopt de doorstoken brief aan meister Wemmer Geritsz. priester om gedurende zijn leven te hebben en te besitten. | 
Wij Gherit Aelbertsz. ende Hubert Claessz. scepen in Zulichem tugen dat voir ons comen is Ot 
van Malborch als momber sijns wijffs ende heefft gegeven ende opgedragen die brieven dair 
desen tegenwoirdigen brieffs doirsteken is ende alle tgehaut der brieven gelijck daer in ge- 
screven steet meister Wemmer Geritsz. priester sijn leven lanck te hebben en te besitten ende 
Ot van Malborch als momber voirss. verteech op die brieven ende tgehaut der brieven 
voirss. ende op allen versceven ende onbetaelden tijns hercomende vanden brieven ende tgehout 
der brieven voirss. tot behoeff meister Wemmer Geritsz. voirss. te hebben end te besitten. 
Ende hij geloeffde oic van sijnre wegen te waeren meister Wemmer Geritsz. voirss. die brie- 
ven ende tgehaut der brieven voirss. jaer ende dach als recht is voir allen die genen die 
ten recht comen willen ende van sijnre wegen alle voirplicht aff te doen vanden 
selven. In oirconde onser litteren. Gegeven int jair ons Heeren dusent vijffhondert soven 
ende tweintich den twelfften dach in april. 
 | 
Transfix. Hangt aan: 05-10-1485 Aanhangend: 03-08-1556
  | 
Bron: Huizen Waardenburg en Neerijnen, inv. 628-3 (scan 5)    | 
Delen:    Verstuur per email  | 
Bron info: Toegang 0439, Gelders Archief, Arnhem
  | 
06-12-1527. Reiner van Tuil en Hubert Claes' zoon, schepenen in Zulichem, oorkonden, dat Ot die Rijck, Boudewijn van Weideren en Willem Loeff, als erfgenamen van heer Gerit Floris' zoon, de hun toekomenderechten, voortvloeiende uit den brief d.d. 1497 Februari 21 (Reg. no. 30), waardoor deze is gestoken, hebben overgedragen aan de Heilige-Geesttafel te Zulichem. Gegeven int jair ons Heeren dusent vijffhondert soven ende tweintich op sunte Nycolaes' dach. Oorspr. (Inv. no. 93); met de geschonden zegels der beide oorkonders in groene was. 
Datering: 1527 December 6 | 
Wij Reiner van Tuil ende Hubert Claesz. scepen in Zulichem tuigen dat voir ons comen sijn 
Ot die Rijck Boudewijn van Welderen ende Willem Loeff als erffgenamen heren Gerit Florissz. 
priester ende hebben opgedragen ende vertegen opten brieff dair desen tegenwoirdigen brieff 
doirsteken is ende op alle 't gehaut des brieffs gelijck als dair in gescreven steet tot beho- 
ef des Heilige Geest tafel tot Zulichem te hebben ende te besitten. Ende sij geloeffden oic 
van oeren wegen alle voirplicht aff te doen van den selven. In oirconde onser litteren. 
Gegeven int jair ons Heeren dusent vijffhondert soven ende tweintich op Sunte Nycolaes 
dach. 
 | 
| datering: St. Nicolaasdag = 6 dec. | 
Transfix. Hangt aan: 21-02-1497
  | 
Bron: Heerlijkheid Zuilichem, inv. 93 - Regest nr. 39    | 
Delen:    Verstuur per email  | 
Bron info: Toegang 0448, Gelders Archief, Arnhem
  | 
| 1528. Joost van Brakell en Reijnier van Tuill schepenen in Zuilichem getuigen dat jufffrou Cornelis van Broeckhuisen weduwe zalige Stees van Broekhuisen etc, 1528. | 
Met een kruisje ervoor als teken dat deze akte vernietigd is. 
 
Zie ook: Familie Van Dam van Brakel, Inv. 1211, f.101v+102, 10-05-1528. 
 | 
Bron: Collectie van Spaen, inv. 162 (Archieven Neerijnen)    | 
Delen:    Verstuur per email  | 
Bron info:  Hoge Raad van Adel, Den Haag NB. Bij controle bleek dat er soms transcriptiefouten en foutieve jaartallen voorkwamen in de aantekeningen. Bovendien werden akten uit de archieven van de Huizen Waardenburg en Neerijnen soms vernietigd ("de + zijn als onnodig verscheurt"). | 
| 1528. Reinier van Tuill en Hubert Claesz schepenen in Zuilichem | 
| Met een kruisje ervoor als teken dat deze akte vernietigd is. | 
Transfix. Hangt aan: 24-11-1524 Aanhangend: 1551
  | 
Bron: Collectie van Spaen, inv. 162 (Archieven Neerijnen)    | 
Delen:    Verstuur per email  | 
Bron info:  Hoge Raad van Adel, Den Haag NB. Bij controle bleek dat er soms transcriptiefouten en foutieve jaartallen voorkwamen in de aantekeningen. Bovendien werden akten uit de archieven van de Huizen Waardenburg en Neerijnen soms vernietigd ("de + zijn als onnodig verscheurt"). | 
14-04-1528. Goossen van Oever Ariensz en anderen vestigen een tijnsbrief van acht goude overlandse Rijnse guldens op dinsdag na Pasen 1528. 
 
 | 
P. Goris 
Wij Baers? de Weerdt en Joan Ewauts 
schepenen in Zuijlichem, tuijgen dat voor ons gecoomen is Hendrick Loeff als 
gemagtigde van Gijsberta van Welij, bij procuratie voor schout, borgemeesters, sche- 
penen ende raet tot Cuijlenburgh van den 15 novembris 1634, ende mede de rato ca- 
verende voor deselve, heefft vercogt ende opgedraegen voor etc. die brieven daer deesen door- 
steeken etc. te weeten thijns brieff van agt goude overlendtse Rijnse gulden van gewigt off etc. 
bij Goossen van Oever Ariensz. en anderen anno 1528 des dijnsdaghs nae den Heijligen Paesch- 
dag geloofft, het eerste transfix in dato 1541 den 21 meij, het tweede transfix in dato 1549 
den 13 jannuarij, ende het derde transfix in dato 1561 des anderen daeghs nae St. Nicolaes 
Bisschop, Mattijs Alberts tot behoeff van den armen tot Gameren met het loopende 
jaer thijns eijgendommelijck te hebben etc. in oirconde onser letteren gegeven in het jaer 
onses Heeren een duijsent ses hondert negen en dertig den sesden december. 
 | 
bron: 3287 Inventaris van de archieven van de Hervormde Gemeente Gameren 
Inv. 468, akte van 6-12-1639 met daarin verwijzingen naar 1528, 1541, 1549, en 1561. 
Akte gepasseerd voor schepenen van de Bank van Zuilichem waarbij Mattijs Alberts ten behoeve van de armen van Gameren koopt van Hendrik Loeff als gemachtigde van Gijsberta van Welij, een tijnsbrief uit 1528 van acht goude overlandse Rijnse guldens ten laste van Goossen van Oever Ariensz en anderen, met transfixen uit 1541, 1549 en 1561, 1639 
 
Datering: dinsdag na Pasen (12-4-1528), dat is 14-4-1528. 
 | 
Transfix. Aanhangend: 21-05-1541
  | 
Bron: Overigen    | 
Delen:    Verstuur per email  | 
Bron info:  nadere gegevens over de bron wordt bij de acte vermeld.
  | 
10-05-1528. Schepenen Joest van Brakel en Reiner van Tuill. 
Meus Aertssz. belooft een tijns uit diverse percelen land te Brakel aan joffrou Cornelis weduwe van Stees vann Broeckhuysen. 
 | 
marge: Ayrnt Meussz. gifft tijns jaerlix VI guldenn brabans. 
 
Wij Joest van Brakell ende Reiner van 
Tuill scepenn in Zulichem tugen dat voir 
ons comenn is Meus Aertssz. end hefft geloeft 
Michiel Simonsz. tot behoeff joffrou Corne- 
lis naegelaete wedue Stees vann Broeckhuy- 
senn tins ses hollanse gulden twentich 
hollanse stuvers genge end geve voyr 
elckenn guldenn voirss. off ander guett 
paimennt dair voir inn gelicke  inn ge- 
lickenn weerde alle jaer optenn hilligen 
paesdach te betaelenn end te buerenn uit 
vierdehalffenn mergenn lants gelegenn 
indenn gericht vann Brakel op Maijwaij 
tussenn Jann Claessz. oestwairt end ?uitenn 
Franckenn weestwairt noch uit een huis end 
hoffstat mit allenn oeren tummerynghe potynge 
end toebehoorenn aldair tussenn Merten 
Iwenssz. aen die een ziede end die peper- 
straete aen die ander zide noch uit enen 
morgenn lantz gelegenn indenn gericht 
voirss. int Luysvelt tussenn Reiner van 
Tuill oistwairt end Dirick Janssz. west- 
wairt voirt uut allenn anderenn guedenn ende 
erffenisse Meus Airtssz. voirss. inder eninge 
vann Zulichem gelegenn welcke tins voirss. 
weert saick dat hij alle jaer ewelickenn 
optenn voirss. termijn der betaelinge niet be- 
taelt en weer dann so sall alle weecke 
dair nae volgende een peenn vann enen 
stoeter genge end geve optenn tins voyrss. 
wassenn ende gaenn welcke peen mittenn 
tins voirss. joffrou Cornelis naegelate 
weduwe voyrss. uit allenn die landenn ende 
guedenn voyrss. verhalenn sall ende mach 
wanner sij niet langer beide en wylle ende 
Meus Airtssz. voirss. hefft oick geloifft Michiel 
Simonssz. tot behoeff joffrou Cornelis voirss. den 
tins voirss. tenn ewygenn dagenn te waeren 
als recht is tegenn allen die genen die tenn 
recht comenn wyllenn uit allenn die lan- 
denn end gueden erffenissen voirss. mit voerwaer- 
de toegedain dat Meus Airtssz. voirss. den tijns 
voirss. jaerlix opten hilligenn paesdach 
aff sal mogenn lossenn halff off int ge- 
heel in deser maniren int geheel mit hon- 
dert hollanse gulden als voirss. sin voir die 
afflossinge dess alinge tins voirss. ende 
mit ses hollanse gulden als voir die betae- 
linge des tins voirs. joffrou Cornelis voirss. 
te betaelenn off halff nae advenant. In oer- 
konde onser literenn. Gegevenn intt 
int jaer ons Herenn duisent vieff- 
hondert acht ende twentich denn tienden 
dach inn maye. 
 | 
Bron: Familie Van Dam van Brakel, inv. 1211 (f.101v+102)    | 
Delen:    Verstuur per email  | 
Bron info: Toegang 0379, Gelders Archief, Arnhem
  | 
29-04-1529. Schepenen Coenrairt van Swivell en Cornelis Aerntss.  
Aernt Diricksz.  belooft een tijns aan Reiner vann Tuyll tot behoeff Joffrou Cornelis naegelaten wedue Stees vann Broeckhuisen. | 
marge: Aernt Dirickssz. gifft III gulden brabantz tins 
 
Wij Coenrairt van Swivell ende 
Cornelis Aerntss. scepen in Zulichem tu- 
genn dat voir ons comenn is Aernt Diricksz. 
end hefft geloifft Reiner vann Tuyll tot 
behoeff Joffrou Cornelis naegelaten we- 
due Stees vann Broeckhuisenn tins drie 
Hollanse Gulden twintich Hollanse stui- 
vers genge end geve voir elckenn gul- 
denn voirss. off ander guet paiment dair- 
voir in gelicke weerden optenn iersten 
dach in meie naestcomende over eenn 
jair end dair nae voirt alle jair tins 
drie guldenn Hollans als voirss. sijnn 
off paiment dair voir als voirss. steett 
jaerlix altoes optenn ierstenn dach 
inn meie te betaelenn end te buerenn 
uit drie morgenn landtz gelegenn in- 
denn gericht vann Brakell geheij- 
ten die Hauthove tusschenn Dirick 
Dielissz. oestwairt ende erffgenamen Jans 
die Hoeffsmit an die ander ziede welcke 
tins voirss. weert saicke dat hij alle jair 
ewelickenn optenn voirss. termijnn der be- 
taelynge niet betaelt en weer dann soe 
sall alle weecken dair naevolgennde een 
peenn vann enenn stuver optenn tijns 
voirss. wassenn ende gaen welcke peen 
mittenn tins voirss. joffrou Cornelis voirss.  ui- 
tenn voirss. lande verhaelenn sal ende mach 
wanneer sij niet langer beide en wylle end 
Airnt Diricksz. voirss. hefft oeck geloefft Reijner 
vann Tuil tot behoeff joffrou Cornelis we- 
due voirss. denn tins voirss. ten ewigenn da- 
genn te waerenn als recht is voir allen 
die gene die tenn recht comenn wyllenn 
uiten lande voirss. des eest bevoirwairt dat 
Airnt Diricksz. voirss. den tins voirss. jaer- 
lix optenn termijnn voirss. tesamenn mit drie 
ende viefftich Hollansche guldenn als 
voirss. sinn aff sal moegenn lossenn voir 
die betaelen des tins end voirss. die aff los- 
synghe des tins Joffrou Cornelis te betae- 
lenn. In oerconde onser literenn. Gegeven 
int jaer ons Herenn duisent vieff hondert 
negen ende twintich denn negen ende tweijn- 
tichstenn dach inn aprill. | 
Bron: Familie Van Dam van Brakel, inv. 1211 (f.91+91v)    | 
Delen:    Verstuur per email  | 
Bron info: Toegang 0379, Gelders Archief, Arnhem
  | 
| 25-11-1529. Airt van Over, Joest van Brakel, Coeraert van Swinel, Ghisbert Wenters, Goesen van Over, Cornelis Ants, Gert Aelberts und Orde Ryck, Schöffen in Zuilichem a. d. Waal (Zulichen), und der geldrische Richter zu Bommelerwaard (Bommelrewert), bekunden, daß Jaspar die Leydecker laut Urk. 1529 November 25 (op sunte Katherine) in Beisein der Schöffen Airt van Over, Reinar van Mil, Wolff van Swinel, Ghisbert Wenters, Goesen van Over, Gerit Aelberts, Hubert Claess und Baren van Welderen sein Gut gewonnen hat. | 
Datum: op sunte Katherine 
Bron: Rheinische Urkunden aus dem Gräflich Landsbergischen Archiv, hoofdstuk Horst, Nr. 361.  
Perg., Nr. 61.  
2 Siegel. 
 
NB: met transcriptiefouten in het regest. Schepenen waren:  
Airt van Over, Reiner van Tuil, Wolff van Swivel, Ghisbert Wenters (Wijnters), Goesen van Over, Gerit Aelberts, Hubert Claess en Baijen van Welderen | 
Transfix. Aanhangend: 17-02-1530
  | 
Bron: Overigen    | 
Delen:    Verstuur per email  | 
Bron info:  nadere gegevens over de bron wordt bij de acte vermeld.
  | 
17-02-1530. Reijnier van Tuill en Baijen van Welderen schepenen in Zuilichem getuigen dat Joost van Brakell schuldig is een rente van 8 Philips guldens aen Cornelis Arens, 1530. 
"acht hertoch Philips g. vel pagamentum equivalens gelooft bij Joost van Brakel to lossen mit hondert hertoch Philips g. voirscr. Ende nae vier jaren was loss geloeft sub pena van hondert g. realen halff tot behouff des heren ende halff tot behouff Cornelis Aertsz ( sed in proximo transfixo erat pena excepta et remissa ) gedateert 1530 xvij febr." | 
Met een kruisje ervoor als teken dat deze akte vernietigd is. 
 
Toegevoegde info gevonden in ORA Zuilichem, inv. 670, f. 8v. | 
Transfix. Aanhangend: 1538
  | 
Bron: Collectie van Spaen, inv. 162 (Archieven Neerijnen)    | 
Delen:    Verstuur per email  | 
Bron info:  Hoge Raad van Adel, Den Haag NB. Bij controle bleek dat er soms transcriptiefouten en foutieve jaartallen voorkwamen in de aantekeningen. Bovendien werden akten uit de archieven van de Huizen Waardenburg en Neerijnen soms vernietigd ("de + zijn als onnodig verscheurt"). | 
| 17-02-1530. Airt van Over, Joest van Brakel, Coeraert van Swinel, Ghisbert Wenters, Goesen van Over, Cornelis Ants, Gert Aelberts und Orde Ryck, Schöffen in Zuilichem a. d. Waal (Zulichen), und der geldrische Richter zu Bommelerwaard (Bommelrewert), bekunden, daß Jaspar die Leydecker laut Urk. 1529 November 25 (op sunte Katherine) in Beisein der Schöffen Airt van Over, Reinar van Mil, Wolff van Swinel, Ghisbert Wenters, Goesen van Over, Gerit Aelberts, Hubert Claess und Baren van Welderen sein Gut gewonnen hat. | 
Datum: des donredach na sunte Valentyns dach 
Bron: Rheinische Urkunden aus dem Gräflich Landsbergischen Archiv, hoofdstuk Horst, Nr. 361.  
Perg., Nr. 61.  
2 Siegel. 
 
NB: met transcriptiefouten in het regest. Schepenen waren:  
Airt van Over, Joest van Brakel, Coenraert van Swivel, Ghisbert Wenters (Wynters), Goesen van Over, Cornelis Airts, Gerit Aelberts en Ot de Ryck | 
Transfix. Hangt aan: 25-11-1529 Aanhangend: 07-02-1482
  | 
Bron: Overigen    | 
Delen:    Verstuur per email  | 
Bron info:  nadere gegevens over de bron wordt bij de acte vermeld.
  | 
07-07-1530. Wolff van Swivel(?) en Zeinen (?) van Tuil, schepenen in Zulichem, oorkonden, dat Johan de Cock als collator van een altaar van Onze Lieve Vrouwe in de kapel van Delwinen met toestemming van Henrick Boudewijnzoin als vicaris van dit altaar heeft uitgegeven in erftijns 5 hond land onder Delwinen aan Jan Jacopss. tegen een gouden philipsgulden 's jaars, vermeerderd met een boete van 2 brabantse stuivers per maand in geval van achterstalligheid van betaling, welke boete de voornoemde vicaris verhalen mag. 
Oorspr. (inv. nr. 1218). 
Met de zegels van de beide oorkonders. | 
Wij Wolff van Swivel ende Reiner van Tuil scepen in Zulichem tugen dat voir ons comen is Johan 
de Cock als een collatoir eens altairs staende inder capelle van Delwinen dat gesticht is in die 
eer Goeds almechtich ende onser liever vroue ende heefft bij wille ende consent heren Henrick Boudewijn- 
zoin als vicarius inder tijt des selve altairs voirss. uutgegeven vijff hont lantz in alsulcke groite 
als die mit recht gelegen sijn inden gericht van Delwinen tussen Lubbert Turck here tot Hemert zuyt- 
wairt ende Airt de Cock Duls noirtwairt streckende westwairt aen die gemene strait Jan Jacopsz. 
in enen jairlix erffcijns te besitten voir enen gouwen hertoich Philips gulden geng ende geve vijff 
ende tweintich brabanse stuvers voir den gulden voirss. off ander guet brabans paiment 
dair voir in gelijcke weerde alle jair ewelick op ten heiligen paeschdach den ewige vica- 
rius altoes inder tijt wesende des altairs voirss. tot enen tijns recht te betailen welcke tijns 
voirss. weert saick dat hij alle jair opten termijn voirss. niet betailt en were dan so sal alle 
maent dair na volgende een peen van twe brabanse stuvers opten tijns voirss. wassen ende gaen 
welcke tijns tegader mitten peen voirss. die vicarius des altairs altoes inder tijt wesende 
voirss. verhalen mach wanneer hij niet langer beide en wille ende Johan de Cock als collatoir 
des altairs voirss. ende bij wel believe ende consent des vicarius voirss. heefft geloefft Jan Jacopsz. 
voirss. dit lant voirss. ten ewigen dagen te waeren als recht is voir allen die genen die ten recht 
comen willen voir den tijns voirss. In oirconde onser litteren. Gegeven int jair ons Heeren Du- 
sent vijff hondert ende dertich den sovenden dach der maent july. 
 | 
| De naam van de 2e schepen zal waarschijnlijk moeten zijn: Reiner van Tuil | 
Bron: Het geslacht Mackay van Ophemert en aanverwante geslachten, 1370-1968 (1994), inv. 1218 - Regest nr. 56    | 
Delen:    Verstuur per email  | 
Bron info: Toegang 2.21.115, Nationaal Archief, Den Haag
  | 
25-10-1530. schepenen Reiner vann Tuil en Hubert Claess. 
Jan Goessensz. belooft een tijns aan joffer Cornelis weduwe van Stees van Broeckhuysen uit een hofstad te Brakel. | 
marge: Johann Goessenss. gifft jaers III cappuynenn uit sinne hoffstat op Martyni erfthe??nende 
 
Wij Reiner vann Tuil end Hubert Claess. 
schepenn in Zulichem tugenn dat voir ons comen 
is Jann Goessensz. ende hefft geloefft joffer Corne- 
lis nagelate wedue Stees vann Broeckhuysen 
tins drie volwassenn cappuynenn off drie bra- 
banse stuvers voir elckenn voir elckenn 
cappoenn voirss. op Sunte Mertins dach inden 
wynter naestcomende over een jaer ende dair nae 
voirt alle jaer thins drie cappuynenn 
als voirss. sin off payment dair voir als voirss. 
is alle jaer op Sunte Mertins dach in- 
denn wynter te betaelenn ende te boeren vuit 
een huys ende hoffstat mit allenn oere tym- 
merynghe poetinge ende toebehoerenn gelegen 
indenn gericht van Brakell in die Vle- 
gelstrate tusschenn Jacop Jacopss. nortwairt 
end Wyllem Rinen{?} wedue zuitwairt off wie 
alomme mit recht naest lant gelegenn sijnn 
welcke thins voirss. weert saick dat hij alle 
jaer opten termijn voirss. niet betaelt en weer 
dann so sal alle maent dair nae volgende 
een peen vann enenn blanck gengen end ge- 
ve opten tins voirss. wassenn end gaen welcke 
peen mitten tins voirss. joffer Cornelis wedue 
voirss. vutenn voirss. guede verhaelenn mach 
wanneer sij niet langher beiden en wylle ende 
Jann Goessensz. voirss. hefft oer geloefft joffer Cor- 
nelis voirss. denn tins voirss. ten ewigenn da- 
genn te waerenn als recht is tegen allen die 
gene die ten recht comenn wyllenn vuten 
goede voirss. In oerkonde onser literen. 
Gegevenn int jair ons Herenn duysent 
vieffhondert ende dertich denn vief ende twyntichsten 
dach in oectober. 
 | 
Bron: Familie Van Dam van Brakel, inv. 1211 (f.75+75v)    | 
Delen:    Verstuur per email  | 
Bron info: Toegang 0379, Gelders Archief, Arnhem
  | 
22-12-1530. schepenen Reiner van Tuil en Huebert Claess. 
Jan Geritss. geheitenn die Wever belooft een tijns aan joffer Cornelis weduwe van Stees van Broeckhuysen uit een hofstad te Brakel. | 
marge: Herman Johanssz. ghifft 1/2 gulden jaers tot thins. 
 
Wij Reiner vann Tuil end Huebert Claess. scepenn 
inn Zulichem tugenn dat voir ons comen is Jan 
Geritss. geheitenn die Wever ende hefft geloefft 
Goirt Cockenn tot behoeff joffroue Cornelis nagelaten 
wedue Stees van Broeckhuysenn tins enen halven 
brabanse guldenn tien brabanse stuvers geng end 
gheve voir denn halvenn guldenn voirss. off ander 
guet brabans paiment dair voyr in gelicke weer- 
denn alle jaer erffelick ende ewelick op Sunte Tho- 
mas dach apostel te betailenn ende te bueren uuit eyn 
huis ende hoffstat mit allenn oerenn tymmerynge 
potinge end toebehoerenn gelegenn indenn gericht 
vann Brakell tusschen Herman Janss. oestwairt 
ende Laurens Hugenss. westwairt off wie alomme 
mit recht naestlant gelegenn sijnn welcke tins 
voirss. weert saicke dat hij alle jaer ewelick opten 
voirss. termijn der betaelynge niet betaelt en weer 
dann so sall alle maent dair nae volgende een 
peen vann een blanck gengen ende gheve opten 
tins voirss. wassenn end gaenn welcke peen te- 
gader mittenn tins voirss. joffer Cornelis wedue 
voyrss. uuitenn voirss. guede verhaelen sal ende 
mach wanneer sij niet langer beide en wylle ende 
Jan Geritss. voirss. hefft oeck geloefft Goirt Cocken 
tot behoeff joffer Cornelis voirss. den tyns 
voirss. ten ewygenn dagen toe waerenn als recht 
is tegenn allen die genenn die ten recht comen 
wyllenn uuitenn goede voirss. In oerconde onser literen. 
Gegevenn int jaer ons Herenn duysent vyeff- 
hondert ende dertich des anderen dages nae Sunte 
Thomas dach apostel | 
Thomas apostel = 21 december, dus des anderen dages na = 22 december 
 | 
Bron: Familie Van Dam van Brakel, inv. 1211 (f.77+77v)    | 
Delen:    Verstuur per email  | 
Bron info: Toegang 0379, Gelders Archief, Arnhem
  | 
02-04-1531. Reiner van Tuil en Joest van Brakel, schepenen in Zulichem, oorkonden, dat Ghijsbert van Doern beloofd heeft aan Wolter van Ysenderen ten behoeve van Merten van Rossem, heer tot Poderoye, alle voorwaarden na te zullen komen, bedoeld in den brief d.d. 1531 Maart 29 (Reg. no. 40), waardoor deze is gestoken. Gegeven int jair ons Heeren dusent vijffhondert een ende dertich den anderen dach in April. Oorspr. (Inv. no. 5); met de geschonden zegels der beide oorkonders in groene was.  
Datering: 1531 April 2  | 
Wij Reiner van Tuil ende Joest van Brakel scepen in Zulichem tugen dat voir ons 
comen is Ghijsbert van Doern ende heefft geloefft Wolter van IJsendoren tot beho- 
eff Merten van Rossem here tot Poderoije als dat hij voldoen en voltrecken sal 
alle punten ende articulen die in desen principalen brieff benoemt en begrepen 
staen dair desen brieff doirsteken is. In oirconde onser litteren. Gegeven int jair 
ons Heeren dusent vijffhondert een ende dertich den anderen dach in april. 
 | 
(regest nr. 40 is niet gepasseerd voor de bank van Zuilichem, dus niet in deze lijst overgenomen) 
De scans van deze transfix en van de doorstoken brief zijn beschikbaar via de website van het Gelders Archief. | 
Bron: Heerlijkheid Zuilichem, inv. 5 - Regest nr. 41    | 
Delen:    Verstuur per email  | 
Bron info: Toegang 0448, Gelders Archief, Arnhem
  | 
27-10-1531. Everit van Doern en zijn kinderen enderzijds en de geërfden van Zuilichem anderzijds zijn overeengekomen wegens toenemend gevaar van de Waal een schip te kopen, Ghysbert van Doern zal 2500 wilgen op het hoofd van zijn uiterwaard planten en ze vier jaar lang laten groeien en de geërfden geven de komende drie jaar 10 stuiver van elke morgen, te beheren door twee personen uit de geërfden onder een nadere regeling. Ondertekend door de geërfden, onder andere broeder Badewijn, procurator van de kartuizers in Vught. 
 | 
regest nr. 584 
Op het eerste gezicht lijkt dit geen schepenbrief van de bank van Zuilichem te zijn. 
Voor de transcriptie zie de akte van 1537.  
 | 
Transfix. Aanhangend: 08-02-1537
  | 
Bron: Klooster Sophiae Domus in Vught (1303) 1465-1641 (1653), inv. 15    | 
Delen:    Verstuur per email  | 
Bron info: Toegang 245, BHIC, Den Bosch
  | 
| 06-03-1532. schepenen Goessen van Oever Boudewijnsz. en Gerit Aelberss. | 
bovenschrift: Delwijnen 
 
Transfixa supra predicta 
 
Wij Goessen van Oever Boudewijnsz. ende Gerit Aelberss. scepen in Zulichem tugen dat voir 
ons komen is Anna Herman Arntss. dochter met oeren gecoren momber ende heefft vercofft ende opgedragen 
voir vijfftich pont gever penningen die sij giede dat hair betaelt sijn den brieff daer desen tegen- 
woirdigen brieff doirsteken is ende alle 't gehaut des brieffs gelijck als daer in gescreven steet 
Jacop Roeloffs ende Dirck Airtss tot behoeff 's Heilige Geest tafell bynnen der stat Zautboemell te heb- 
ben ende te besitten. Ende Anna mit oeren momber voirss. verteech opten brieff ende 't gehaut des brieffs 
voirss. ende geloeffde dair op doen te vertijen allen die genen die dair mit recht op vertijen sullen. 
Ende sij geloeffde oick van oeren wegen alle voirplicht aff te doen vanden selven. In oirkonde onser littteren. 
Gegeven int jair ons Heren dusent vijffhondert twe ende dertich den sesten dach in mert. | 
| scan 131-3 | 
Transfix. Hangt aan: 18-05-1508
  | 
Bron: Cartularium van het Groote Bommelsche Gasthuis (f.081)    | 
Delen:    Verstuur per email  | 
Bron info:  Regionaal Archief Rivierenland, Tiel
  | 
04-04-1532. Coenrairt van Swivel en Ot die Rijck, schepenen in Zulichem, oorkonden, dat Jacop Mercelis' zoon voor zijn vrouw en Peter Henricks zoon de helft van een hofstede aldaar overgedragen hebben aan den Heilige-Geestmeester aldaar. Gegeven int jair ons Heeren dusent vijffhondert twe ende dertich des Donredach na den heiligen Paeschdach. Oorspr. (Inv. no. 88); met de geschonden zegels der beide oorkonders in groene was. 
Datering: 1532 April 4 | 
Wij Coenrairt van Swivel ende Ot die Rijck scepen in Zulichem tugen dat voir ons comen sijn Ja- 
cop Mercelisz. als momber sijns wijffs ende Peter Henricksz. ende hebben vercofft ende opgedragen 
voir vijfftich pont gever penningen die sij gieden dat hoir betailt sijn die helaft van eenre 
hoffstat mit allen oeren tobehoeren gelegen inden gericht van Zulichem aen den Hoick van die 
Diepestrait tussen den dijck oestwairt ende Jan Geritsz. erffgenamen westwairt Wouter 
Diricksz. tot behoeff der taeffele 's Heilige Geest van Zulichem mit tijns die dair mit 
recht uutgaet ende mit dijck die dair mit recht toebehoirt erffelick te besitten ende Jacop 
Mercelisz. ende Peter Henricksz. vertegen op dit guet voirsc. ende geloeffden dair op doen 
te vertien allen die gene die dair mit recht op vertien sullen ende sij geloeffden oic 
Wouter Diriksz. tot behoeff 's Heilige Geest voirscr. van oeren wegen te waeren  die helfft 
voirsc.jair ende dach als recht is tegen allen die genen die ten recht comen willen 
ende van oeren wegen alle voirplicht aff te doen vanden selven. In oirconde onser litteren. 
Gegeven int jair ons Heeren dusent vijffhondert twe ende dertich des donredags na den 
heiligen paeschdach. 
 | 
datering: in 1532 was pasen op 31 maart; de donderdag daarna was dus op 4 april 
 | 
Bron: Heerlijkheid Zuilichem, inv. 88 - Regest nr. 42    | 
Delen:    Verstuur per email  | 
Bron info: Toegang 0448, Gelders Archief, Arnhem
  | 
07-11-1532. Coenrairt van Swivel en Goessen van Over Ariens zoon, schepenen in Zulichem, oorkonden, dat vijf met name genoemde personen aan den kerkmeester aldaar beloofd hebben jaarlijks een rente te zullen betalen uit tien hond 
land aldaar, terwijl de kerkmeester bij achterstallige betaling boete zal mogen heffen uit dat land. Gegeven int jair ons Heeren dusent vijffhondert twe ende dertich op sunte Willebrourdus' dach. Oorspr. (Inv. no. 76); de zegels der beide oorkonders zijn verloren.  
Datering: 1532 November 7  | 
Wij Coenraet van Swivel ende Goessen van Over Ariensz. scepenen in Zulichem tugen 
dat voir ons comen sijn Henrick Matheussz. Matheus Henricksz. Arien Henricksz. 
Cornelis Ghijsbertsz. ende Airt Janssz. ende hebben geloefft Henrick Jansz. tot behoeff 
der kercke van Zulichem tijns veertien stuvers brabans den silveren snepha- 
en van ses stuvers brabans gerekent of ander of ander guet paiment dair voir in 
gelijcke weerden alle jairs op Sunte Barbare dach te betalen ende te bueren 
uut tien hont lantz gelegen inden gericht van Zulichem tussen jof. Jut 
Geritss noirtwairt ende Emyel/Engel? van Hemert zuytwairt ende oestwairt off wie 
alomme mit recht naestlant gelegen sijn welcke tijns voirss. weert saeck dat 
hij alle jaren opten termijn voirss. niet betaelt en weere dan so sal alle weken 
daerna volgende een peen van enen stuver opten tijns voirss. wassen ende gaen 
welcke peen tegader mitten tijns voirss. die kerckmeijsteren der kercke voirss. ver- 
halen sullen ende mogen wanneer sij niet langer beide en wille ende dese voirss. 
hebben dit geloefft Henrick Jansz. tot behoeff der kercke voirss. den tijns voir- 
ss. ten ewigen dagen te waeren als recht is  tegen allen diegenen die ten recht 
comen wilen uuten lande voirss. In oirconde onser litteren. Gegeven int jair 
ons Heeren dusent vijffhondert twe ende dertich op Sunte Willebrorts dagh. 
 
keerzijde 
10 tijnsbrijff van Zuli- 
chem ... 
... 
 | 
datering: St. Willebrordi = 7 nov. 
 | 
Bron: Heerlijkheid Zuilichem, inv. 76 - Regest nr. 43    | 
Delen:    Verstuur per email  | 
Bron info: Toegang 0448, Gelders Archief, Arnhem
  | 
| 17-05-1535. Voor Goessen van den Oever Baijensse en Goessen van den Oever Arnolss {1} schepenen in Zuijlichem comp. Dirck van Haeften geeft eenig lant uit in erftins onder Gameren aan Cornelis Dirxss.. | 
Wij Goessen vanden Oever Baeijenss. ende Goessen vanden Oever Arienss. scepen in Zuylichem tugen dat voer ons comen is Dirck van 
Haefften ende heeft wuijtgegeven Cornelis Dirxss. in eenen jaerlixen erfftijns vier hont lants in gheliker groeten als sij gelegen 
sijn inden ghericht van Gameren boeven naestlant gelegen Sunte Nycolaes altaer tot Gameren ende beneden Dirck van Haefften voerscr. 
voerdt wie dit landt voorscr. allomme met recht naestlant gelegen is in allen manyren ende voorwairden naebescr. Inden yersten 
sall Cornelis voorss. betalen erffeliken alle jare eenen Philips gulden vijff ende twintich ghefaluerden Brabantse stuivers voerden gulden gerekent off 
ander goet paeyment daervoer in gheliker warden die heijlige kerck tot Gameren, noch sall Cornelis Dirxen voorss. betalen 
Dirck van Haefften Sunte Mertijn inden wynter oever een jaer soevenden halven gulden Brabans twentich stuivers Brabans voir 
yegeliken gulden gerekent off ander goet payment daer voer ingeliker warden ende Corsmis dair naestvolgende wael betaelt 
ende een pont cruyts hallff gruber{?} ende halff peper, Ende daer nae voerdt alle jaer eweliken ende erffeliken soemen de halve 
gulden als voorss. off paeyment als voerscr. ende een pont cruyts als voorscr. opten termijn dach voorscr. Dirck van Haefften voorscr. te beta- 
len ende te boeren wuyter lande voerss., ende Dirck van Haeften geloeffden oeck Cornelis Dirxs. voorscr. dit lant voerscr. 
te waeren ende te vrieen van allen dijck ende tijns sonder den thijns voerscr. jaer ende dach als recht is voer allen die genen 
te waeren ende te vrien van allen dijck ende tijns sonder den thijns voerscr. jair ende dach als recht is voir allen die genen 
die te recht comen willen Ende Cornelix Dirxen voerscr. geloeffden oeck Dirck van Haefften voorscr. deessen erfftijns voorscr. 
ten eewigen daegen te waeren als recht is voer allen die geenen die ten recht comen willen wut enen hofstat mit allen 
hoeren toebehoren in gheliker groeten als sij gelegen is inden gericht voerscr. boeven naestlant gelegen Lambert Engbertss. 
beneden Gerit Ghijsbertss. streckende metten noerden eijnde aen lant Roeleph Borgerss. ende metten suyde eijnde aen 
der gemeijn straet. Welcken erfftijns voorscr. waerdt saecke dat hij alle jaer erffeliken op Sunte Mertijns dach 
inden wijnter voorscr. ende korsmis daer nae waelbetaelt? niet betaelt en war soe sall Cornelis Dirxs. voorscr. daer- 
van teijnden vervallen weessen van allen recht ende toeseggen dat hij eijnichsins hadde aen dit lant ende hofstat 
voorscr. sonder yemants weederseggen tot behoeff Dirck van Haefften erffeliken te besitten. In oerconde onsser letteren 
gegeven inden jaer ons heeren dusent vijffhondert ende vijff ende derttich des anderen dachs naeden heijligen pynxter dach. | 
1. Dat moet zijn: Ariensz. 
Regest: Collectie van Spaen, inv. 162 (Van Randwijck en Huis Rossum)  
datering: in 1535 viel 1e pinksterdag op 16 mei, dus de dag daarna was 17 mei. 
 | 
Transfix. Aanhangend: 26-03-1544
  | 
Bron: Familie Van Randwijck 4, inv. 27 (scan 18)    | 
Delen:    Verstuur per email  | 
Bron info: Toegang 0887, Gelders Archief, Arnhem
  | 
29-06-1535. Schepenen Goessen vanden Oever Arienss. en Ott die Rijck. 
Dat Arien Janssen, deken van Sint-Anna te Gameren, kwijtschelding verleend heeft aan heer Baudewijn, procurator van de kartuizers in Vught, van eventuele verplichtingen jegens Sint-Anna. | 
Wij Goessen vanden Oever Arienss. ende Ott die Rijck 
Jansse scepen in Zuylichem tugen dat voer ons comen 
is Arien Janssen als een deken inder tijt van Sunte 
Anna tot Gameren, ende heeft verlaeten ende quijt ghe- 
scolden heeren Baudewijn procurator des convents vande 
Kartuseren tot Vucht ende tot behoeff des convents voerscr. 
nu ende ten eewigen als van der dingtaele die welcke 
hij als een deken voerss. off ymants anders van weegen 
Sunte Anna tot Gameren voorscr. opten procurator voirss. 
offte opt convent voerscr. gedaen mochte hebben? be- 
ruerende eynige brieven hoe sulx ghescijet mocht 
weessen ende alle't dat daer aen cleven mach offte 
anhangen mach offte aengecleft moch hebben voer 
datum dees brieffs voorss. gheheel quyt ende doot. 
In oerconde onsser letteren gegeven inden jaer onss Heren 
dusent vijff hondert ende vijff ende derttich den negen ende twen- 
tichsten dach in junio. 
 
(keerzijde) 
Quijtschellingen ...... eenre ... 
die sunte Anne pretendeerde te hebben? 
ter cause van ... tijns brieff 
van eenen gulden gelegen 
't onderpant te Nuwael opten Quarten 
welcken tijns sente Anna voertijts 
van ons gecocht heeft. 
 | 
Met twee redelijk goede zegels. 
NB. bij het archief staat deze oorkonde onder "Beheer van niet nader gespecificeerde goederen". Het goed wordt echter wel genoemd op de keerzijde, namelijk op de Quarten in Niewaal. | 
Bron: Klooster Sophiae Domus in Vught (1303) 1465-1641 (1653), inv. 284 - Regest nr. 588    | 
Delen:    Verstuur per email  | 
Bron info: Toegang 245, BHIC, Den Bosch
  | 
20-03-1536. Schepenen Reiner van Tuil en Goessen van Aelst. 
Goessen Dirixssz. mede als momber van zijn huisvrouw belooft een thijns uit twee percelen te Brakel aan joncker Reiner van Aeswyn. | 
Wij Reiner van Tuill end Goessen van 
Aelst scepen in Zulichem tugenn datt 
voir ons comenn is Goessen Dirixssz. end mede 
als momber sinder echter huysffrouwen end 
hefft geloefft joncker Reiner van Aesswyn 
thins ses brabans gulden gefaluweerdts 
gelt twyntich gefaluweerde brabantse stuiver voer 
elckenn gulden gerekent voir datum dees 
brieffs gesclagen off gemunt off ander goet 
payment dair voir inn gelicker weerden 
alle jaer ewelick joncker Reiner vann 
Aesswin voirss. op Sunte Peters dach ad 
cathedram te betaelenn ende te bueren uit drie 
mergenn lants gelegenn inden gericht van 
Brakell affter den Soechoevell oestwaerdt 
naestlant gelegenn geheitenn Wyllem Bruys- 
tens camp westwaert dat smaell hoeffken 
genoemt noch vvut ylfftalff hont lants 
gelegenn inden gericht voirss. affter op't haut 
boevenn naestlant gelegenn die kerck tot 
Brakell beneden Aelaert Geritssz. voerdt wye 
den lande voirss. allomme mit recht naest 
lant gelegenn sijn end voirdt uit allen sijnen 
guederenn die hij met sinder rechter huysfrou- 
wenn nu ter tit hefft offte hiernaemaels vercrij- 
genn mach het sij rede gueder offte onrede 
niet vvuytgesun?dert welcker thins voirss. 
weerdt saick dat hij alle jaer ewelickenn 
optenn termijn dach voirss. niet betaelt enn 
weer soe sall alle dagenn dair naestvolgende 
enen peen van enen halven stuiver genge ende 
geeff optenn voirss. tijns wassenn ende gayn 
welckenn peen te gaeder mitten tins voirss. 
joncker Reiner van Aesswynn voirss. vvytenn 
lande voirss. ende vvyttenn guederenn verhaelen 
sal ende mach wanneer hij't niet langer enn sal 
wyllenn beiden. End Goessen Dirxssz. voyrss. ge- 
loeffdenn oeck joncker Reiner van Aesswyn 
voirss. uyttenn lande voirss. denn thins voirss. 
tenn ewygenn dagenn te warenn als recht 
is tegenn allenn die gene die ten recht comen 
wyllenn uyttenn guederen voirss. noch ist 
bevoerwaert dat men den tins voirss. alle ja- 
renn alsoe betaelenn sall dat denn eenenn 
thins inden andren niet en coemt end in- 
dien dat denn tijns voirss. alsoe niet betaelt 
en worden soe en sall Goessen Dirixssz. voirss. 
geen recht vorderynge moegenn stayten offte 
keerenn noch gheen gelt onder schepenn leg- 
genn noch met eynigerhande dingen dair 
tegenn te doenn dann allenn verscenenn pach- 
ten te betaelenn off joncker Reiner van Aess- 
win sall met sijnenn recht voerdt vaeren 
so ist vorwaerdt dat Goessen Dirxss. den 
tins voirss. aff sal moegen lossenn als hem 
dat believenn sal inden yerstenn mettenn 
voirss. tins end dair nae met eynhondert gulden 
alss voirss. off paiments als voirss. alss voyr 
die afflossinge des tins voyrss. joncker 
Reiner vann Aesswynn voirss. te betaelenn. In 
oirkonde onser literen. Gegeven inden jaer 
ons Herenn duysent vieffhondert ses ende 
dartych den twyntichsten meert. 
 | 
Bron: Familie Van Dam van Brakel, inv. 1211 (f.105+105v)    | 
Delen:    Verstuur per email  | 
Bron info: Toegang 0379, Gelders Archief, Arnhem
  | 
| 18-05-1536. schepenen te Zuilichem vragen een uitspraak van de richter, die verklaart dat de naburen van Delwijnen hun hoptiend moeten betalen, netzoals hun buren. | 
| Wij, Goessen van Aelst, Reyner van Tuyll, Coenrart van Zwivell, Goessen van den Oever Bayenssen, Goessen van den Oever Arienssen, Baldewijn van Welderen, Jan die Cock Jansen ende Tyelman Dirxen, scepenen in Zuylichem tugen dat voir den ghezwoeren richter ons ghenadigen Heeren van Gelre in Boemelerwerdt daer wij mede inder dingbanck tot Zuylichem te geding geseten waeren ende voer ons scepenen voirscr. comen sijn Dirck van Haefften off sijnen procuratoer ter eender sijde ende die naburen van Delwijnen ter anderer sijde, sonnen ende baeden den ghezworen richter voerscr., dat hij ons scepenen voerscr. dat vonnis vermanen soude wets{?} met recht weessen soude vander aenspraick Dirck van Haeften die hij gedaen hadde op ende over die naburen voerscr. beruerende off sij sculdich sullen weesen van der hoep {1} tyendt te geven ende nae antwoerdt der naburen voerscr. ghelijck dat onder vonnis gecomen was, waer aff van scepenen voerscr. met medegevolch der scepenen van Driell nae vraegen des gezwoeren richters voerscr. eendrechtelick bij vondenis geweessen hebben nae aenspraeck ende nae antwoerdt voernt., nae condt ende waerheyt, die wij scepenen voerscr. daer aff gesien ende gehoert hebben als dat die selve tyendt geven sullen van der hop als hoer naburen boven ende beneden doen ende wie bescyningen {2} kan met scepenen brieven off genochsaem bij den scepenen dat sijn goet vri is, die sall vrij weessen etc. dit ter tijt ende ter wijle tot wij scepenen volgen beter betoen offte bescijt dan wij noch ter tijt gesien ende gehoert hebben. In oirconde onsser letteren gegeven in den jaer ons Heren dusent vijffhondert ende ses ende dartich, den achtyende dach in der Mey. | 
1. hop 
2. duidelijk aantoonen 
bron: Kaartenbak H. Beckering Vinckers, weeshuisarchief Zaltbommel 
kaartje 169-1 en 169-2 
 | 
Transfix. Aanhangend: 07-12-1557
  | 
Bron: Archieven Bommelse Weeshuizen    | 
Delen:    Verstuur per email  | 
Bron info:  Zaltbommel De getoonde transcripties zijn vaak van dhr. Beckering Vinckers en niet altijd gecontroleerd met het origineel. | 
20-05-1536. Schepenen Reiner van Tuil en Goessen van Aelst. 
Goessenn Diricx, mede namens zijn huisvrouw, belooft een tijns aan joncker Reiner van Aeswyn heer van Brakel. 
 | 
marge: Goessen Dircxen gyfft jaerlijks VI gulden thoe tins op Sunte Peters dach ad cathedram. 
 
Wij Reiner van Tuill ende Goessen vann 
Aelst schepenn inn Zulichem tugenn dat voir 
ons comenn is Goessenn Diricx end mede alss 
momber sijnder echter huisffrouwenn ende hefft 
geloefft joncker Reiner vann Aesswynn thins 
sees brabass guldenn gefaluweerdts gelt 
twintich gefaluweerde brabans stuiver voyr elck 
guldenn gerekent voir datum dees brieffs 
geslagenn offte gemunt off ander guet pay- 
ment dair voir inn gelicker weerden alle jaer 
ewelyck joncker Reiner van Aesswynn voirss. 
op Sunte Peters dach ad cathedram te be- 
taelenn ende te boerenn uuyth drie mergenn 
lants gelegenn indenn gericht vann Brakel 
affter den Soechoevell oestwaerdt naest lantt 
gelegenn geheitenn Wyllem Bruystens camp 
westwaerdt dat smaele hoeffkenn genoemt noch 
uyt ilfftehalff hont lants gelegenn in 
den gericht voirss. affter opt hout boeven naest- 
lant gelegenn onss kerck tot Brakell beneden 
Alaert Geritssz. voerdt wye denn lande voyrss. al- 
omme met recht naestlant gelegenn sijnn ende 
voirdt uit allenn sijnenn guederenn die hij met 
sijnder echter huisfrouw nu tertijt hefft offte hier- 
naemaels vercrijgenn mach het sij rede off onrede 
niet uytgesceijden welckenn thins voirss. weerdt 
saick dat hij alle jaer ewelickenn opten ter- 
mijnn dach voyrss. niet betaelt enn weer soe 
sall alle daghe dayr naestvolgende eenen peen 
vann enenn halvenn stuiver genge ende geve opten 
voirss. tins wassenn ende gain welckenn peenn 
te gaeder mettenn thins voirss. joncker Reiner 
vann Aesswyn voirss. uitten lande voyrss. ende guede- 
renn verhaelenn sall ende mach wanneer hij'ss 
niet langher en sall wyllen beijden end Goessen 
Dirxe voyrss. geloeffdenn oick Reiner van Aess- 
wynn voirss. denn thins voirss. tenn ewygen daegen 
te waerenn als recht is tegenn allenn die gene die 
ten recht comenn wyllen uuytten guederen voirss. 
noch ist bevoerwaerdt dat men denn thins voirss. 
alle jaer alsoe betaelenn sall datten eenen thins naden 
anderenn niet en col?t ende indien dat denn thijnss 
voirss. alsoe niet betaelt en wordenn soe en sall 
Goessen Dirxen voirss. geen recht voirderinge moegen 
steykenn offt keerenn noch geen gelt onder scepenen 
leggen noch met enniger handt dingen dair 
tegen te doin dann allen verschenen pachten 
te betaelenn off joncker Reiner van Aess- 
wyn voirss. sall met sinen recht voertvaeren 
soe its voerwaett dat Goessen Dirxen voirss. 
denn thins voirss. aff sall moegenn lossen 
als hem dat believenn sall inden iersten 
mettenn verscenenn thins ende dair nae 
met een hondert gulden als voirss. in payments 
voirss. als voir die afflossinge des thijns voyrss. 
Reiner van Aesswyn voirss. te betaelenn. In oerkon- 
de onser literenn. Gegeven inden jair ons Heren 
duisent vyeffhondert ende ses ende dertich 
den twintichstenn dach in meij. | 
| Naar deze akte wordt verwezen in ORA Zuilichem, inv. 4, folio 5v. Daar staat als datum 12 maart (!) 1536 maar het betreft zeker dezelfde. | 
Bron: Familie Van Dam van Brakel, inv. 1211 (f.109v+110)    | 
Delen:    Verstuur per email  | 
Bron info: Toegang 0379, Gelders Archief, Arnhem
  | 
| 08-02-1537. dat Gijsbert van Doern, ambtman van Beesd en Rhenoy, aan de ingezetenen van Zuilichem beloofd heeft het 'opperste hoeft' in Zuilichem, tegen zijn uiterwaard gelegen, te onderhouden en geven vidimus van de overeenkomst van 1531-10-27. | 
Wij Coenrart van Ztuivell ende Ott die Rijck Janssz. scepen in Zuylichem doen cond allen luyden die 
deesse onsse brieff van certificatien sullen sien offte horen leesse certificerende voir die gherechte waerheijt 
hoe dat op huyden datum des selven brieffs voer ons gecomen is in sijnen properen persoen Ghijsbert van 
Doern amptman tot Beest ende Reynoey ende heeft hem selven verwilcoert ende betugt gegeven ende gheloefft 
Henrick Hermanssz. ende Dirck van Aeken als hemeraders indertijt des dorps tot Zuylichem ende tot behoeff 
ende proffijt der gemeijnde gheerffden des gerichts tot Zuylichem voorscr. als dat hij dat opperste hoeft gele- 
ghen inden ghericht voerscr. tegen sijnen wuijterwardt onderhalden ende maken sall nu ende ten ewigen daghen 
op alle sijne guederen ghelijkerwijs daer een cedulle vermelt ende inhelt die dair aff ghemaickt is 
ende onderhanteijkent is vanden genen die hijr nae benoemt staen ende halt van worde tot woerde als hijr nae 
bescr. volghet. Alsoe nu Godt betert die diepen vanden stroem inder Walen tot Zuylichem zeer aenvallen 
van dach toe dage ende voel scoirdijx is ende noch dagelix meer verstoert is toe comen doer welcken 
scoerdijck ende aenvall van wateren inlaegen ghyfften? ende gaven? comen mochten waer doerch meynige nu 
luttell vermoeden hoers goets weerloes werden mochten is daer doerch oevercomen Everit van Doern mets- 
gaders sijnen kijnderen ende ghemijne gheerffden van Zuylichem hyr nae bescr. oevercomen ende geackordeert sijn om 
een scip toe copen ende daer vorder bij te hoeffden vanden voorscr. last van commer toe scutten? waer in? wil sich Ghijs- 
bert van Doern ten vorsten in verwilcoren toe  geven? tot vordell des selfferen hoeffts den hau ende dat gewass 
van dordalven dusent willigen vier jaeren alt weesende tot wat tijden sulx nut? ende orbair sijn sall want 
des noch niet genoch en is hebben die erven hijr naebescr. noch tot vorderisse? dat hoeft te maken ende t'onderhal- 
den geordineert gegunnen? ende gegeven tyen stuivers op yegelicken mergen tot d....? termijnen van drie jaren den 
yersten termijn int jaer vijff stuivers op yegelicken mergen ende die twe jaeren daer naestvolgende yegelicken jaer eenen 
stoeter opten mergen ende dat selffde gelt verscots gewijs wuyt toe richten ende toe panden, wil sich oeck Ghijs- 
bert van Doern verwilcoren dat selffde hoeft toe onderhalden nae billicheijt ende rede nae den tijden, alsoe 
veer als men't halden mach des soe sal men daer toe ordineren twe goeden mannen bij die geerffden van Zuylichem 
die daer mit ene oerbair toe sijn sullen die penningen toe ontfangen ende weeder wuyt te rijken tot des dorps 
profijt ende daer rekenscap aff doen als dat behoren sall. Item noch wil sich Ghisbert van Doern verwilcoren 
vijfftich gulden brabans te geven om die aerbeijders te lonen beheltelicken dat men hem die weeder restitueert 
vanden voorss. penningen Dese voorss. penningen salmen wuyt panden verscotsgewijs off Ghijsbert die panden te me... 
Ende wes Ghijsbert van Doern voorss. wat? licht? sall hij dobbelgelt? weeder boeren. Item noch sullen die hoffste- 
den tot Zuylichem salmen taxeren tot ...delick tot behoeff des hoeffs. Item off men deese voorss. penningen niet 
all en behoeffden salmen die weeder keeren totten gemeijnen orbaer des dorps ende off daer yet aen ontbrack 
salmen noch eenen stuiver opten mergen setten. Ghescyet den soeven ende twentichsten dach october anno een ende derttich. 
 
Die namen vanden genen die die cedulle onderhantteykent hebben hyr naebescr. Dit beliefft mij alsoe 
voels alst mij aengaen mach Lubbert Torck dit belieff ick Mertin van Rossem voor mij selffs als geerfft 
Rossem Everit van Doern Ghijsbert van Doern amptman tot Beest broeder Baldewijn procurator der Katusers 
tot Vucht Henrik Anthonissz. pastor Zuijlichem Henrick die Ruyter Gerit Arntssz. vicarus pro me et 
spiritus sancti Dirck van Beest Arnt van Oever doer beden ende procurator Geert Saelmons Berwyen Egbertssz, doer 
begeren Maes Joestenssz. Goedefridus Cocken ende Henrick Janssz. coster een yegelick voir hem selven ende als kerk- 
meijsters Henrick Arntssz. est contentus? vocatur scram? Wolter Dirxen voer hem ende voerden Heijligen Geest Ende 
want men dan sculdich is die waerheit getugenisse te geven sonderlinge als men dair dochteliken op ver- 
socht wordt. Soe hebben wij des tot oerconder onsse zegulen aen deessen tegenwordigen brieff van certi- 
ficatien gehangen. Inden jaer ons heeren dusent vijffhondert ende soeven ende dertich den achsten dach in fe- 
bruario. 
 
los briefje: 
Ghijsbert van Doern 
amptman tot Beest beloeft 
eewelijck te onderhouden 
dat opperste hoeft tot 
Zuijlichem tegen sijnen 
uuijterweert 
anno 1537, 8 feb. | 
N.B. 'Verwilcoeren' is in deze context 'uit vrije wil beloven'. 
Het 'opperste hoeft' betreft een damhoofd of kribhoofd, meest bovenstrooms gelegen in het gerecht van Zuilichem. Omdat de Waal dagelijks de dijken bedreigde werd een overeenkomst opgesteld voor herstel en verbetering. | 
Transfix. Hangt aan: 27-10-1531
  | 
Bron: Klooster Sophiae Domus in Vught (1303) 1465-1641 (1653), inv. 15 - Regest nr. 589    | 
Delen:    Verstuur per email  | 
Bron info: Toegang 245, BHIC, Den Bosch
  | 
25-05-1537. Schepenen Ffredryck van Dorn, Aernt van Tuyll, Clais Werdt Hubertsz. en Dirck Muyll. 
De schepenen verklaren dat zij op bevel van de amptman de krib bekeken hebben, en dat daar aan weerszijden een tuin gemaakt was, maar dat ze door het hoge water het eind van de krib niet konden zien. | 
Copia 
Wij Ffredryck van Dorn Aernt van Tuyll Clais Werdt 
Hubertsz. ind Dirck Muyll schepen in Zulichem certificeren voir 
die gerechte wairheit dat op huden dato desselven voir ons gekomen is 
dem erentvesten ind vroemen Henrick die Ruiter amptman etc. ind heefft 
ons schepen vurss. gesonnen op onssen eedt dat wij van wegen ind 
dorch schryfftelick beveell Ro. Keij. Ma.t {1} mit sijn lyefden? solden 
gaen tot Braickell op die cribbe daerinne het feer? voert {2} om et- 
zeliche zaicken aldaer to besichtighen berurende tussen die van Vuern 
ind Reijner van Aeswijnt Soe tughen ind certificeren wij schepenen 
vurss. dat wij gesyen hebben datter enen tuyn ny getuynt was 
aen beijde sijden van die cribben ind soe ons dochte soe ghinck 
die tuyn aen beijde sijde t'eijnden om die cribbe dan  wij en 
constent aent eijnde niet waill gesyen want het water gevloyet 
offte gewassen was. Ind want men dan schuldich is die wairheit 
getuychgenisse to geven alsmen dair doichtelick op versocht wordt 
soe hebben wij schepenen vurss. dit mit ons gewoentelicke hanteij- 
ken. Gegeven ind geschiet int jair ons Heren duysent vijff- 
hondert ind soven ind dartich den vijff ind twintichste dach inde meij. 
 
Overgelevert bij Heijnrick die Ruyter 
den XXVIIe dach maij 1547. 
 | 
1. Rooms Keizerlijke Majesteit 
2. Hier is gecorrigeerd zonder dat zeker is wat er moet staan. | 
Bron: Hof van Gelre en Zutphen, Procesdossiers, inv. 4912-23 (scan 168)    | 
Delen:    Verstuur per email  | 
Bron info: Toegang 0124, Gelders Archief, Arnhem
  | 
| 10-06-1537. Verkoop en transport van een vijfde deel van een hofstede in Zuilichem {1} | 
Wij Reijner van Tuijll ende Coenraet van Ztuivell scepen in Zuijlichem  
tugen dat voor ons comen sijn Arien Steessen, Anthonis Steessen ende Mari Steessen  
met hoeren gecoren momber ende hebben vercoft ende opgedragen voer vijftich pont  
gever penningen die sij gyede dat haer betaelt sijn dat vijffstedeell van 
eender hostat in geliker groeten als die gelegen is inden gericht van Bra- 
kell boeven naestlant gelegen Adriaen Goertsz ende beneden Henrick Zeger- 
soen alsoe veer als die vrscr. dair in gerechtich sijn Voerdt wie het goet  
voerscr. allomme met recht naestlant gelegen is / Maes Dirxsz in eenen eijgen- 
dom erffeliken te besitten ende te gebruijken met dijck ende met thijns die  
daer met recht toebehoert en vuijt gaet, ende Arien Steess Anthonis Steess ende  
Mari Steess voerscr. vertegen op het vijfste deell vande hostat vrscr. ende  
geloefden dair oeck op doen te vertijen allen die genen die daer met recht 
op vertijen sullen Ende geloeffden oeck Maes Dirxssen voerscr. dat vijftedeell 
vander hostat voerscr. te waeren nae vermogen ons lantrecht ten ewigen dagen 
als recht is voer allen die genen die ten recht comen willen ende alle 
voerplicht aff tte doen vanden selven sonder den dijck ende den thijns 
voerscr. In oerconde onsser litteren gegeven inder jaer ons heeren dusent 
vijffhondert ende soevenendedertich den tyenden dach in Junio | 
1. Het regest is abuis, dit betreft een hofstad in Brakel. 
Bron: Gelders Archief, Toegang 0510 Diverse charters/diverse aanwinsten , inv. 114. | 
Bron: Overigen    | 
Delen:    Verstuur per email  | 
Bron info:  nadere gegevens over de bron wordt bij de acte vermeld.
  | 
28-06-1537. Eeverart (1) van Ztuivell en Ot die Rijck, schepenen in Zuylichem, oorkonden, dat Dirk Arnts zoon aan de Heilige-Geestmeesters aldaar overgedragen heeft zijn rechten, voortvloeiende uit de oude registers van den Heiligen Geest. Gegeven in den jair ons Heeren dusent vijffhondert ende soeven ende dartich den acht ende twentichsten dach in Junio. Oorspr. (Inv. no. 89); met de geschonden zegels der beide oorkonders in groene was. 
Datering: 1537 Juni 28 | 
Wij Coenrart van Ztuivell ende Ot die Rijck scepen in Zuylichem tugen dat 
voir ons comen is Dirck Arntssz. ende heeft geloeft Henrick Janssz. ende 
Wouter Cocken als Heijlich Geestmeijsters inder tijt tot Zuylichem ende tot 
behoeff den Heijligen Geest voirsc. te voldoen offte brieff te geven 
dair sij aengehalden ende in gerechticht sijn nae vermelden ende inhalden 
des alden registers vanden Heijligen Geest voorsc. In oerconde onsser litte- 
ren. Gegeven inden jaer ons Heeren dusent vijffhondert ende soeven ende dertich 
den acht ende twentichsten dach in junio. 
 | 
| (1): ik ben het niet eens met de naam van de eerste schepen zoals het Gelders archief die in de regest noemt. De eerste letter is m.i. een 'C', vergelijk ook met de akte van 10-8-1537 waarin hij ook optreed. | 
Bron: Heerlijkheid Zuilichem, inv. 89 - Regest nr. 46    | 
Delen:    Verstuur per email  | 
Bron info: Toegang 0448, Gelders Archief, Arnhem
  | 
10-08-1537. Goessen van Aelst en Eeverart van Ztuivell (1), schepenen in Zuylichem, voorkonden, dat Peter Jacops zoon een morgen land aldaar heeft overgedragen aan de kerkmeesters aldaar. Gegeven in den jaer ons Heeren dusent vijffhondert ende soeven ende dertich den tyenden dach in Augusto. Oorspr. (Inv. no. 75) ; de zegels der beide oorkonders zijn verloren. 
Datering: 1537 Augustus 10  | 
Wij Goessen van Aelst ende Coenrart van Ztuvel scepen in Zuylichem tugen dat voir ons co- 
men is Peter Jacopssz. ende heeft vercoft ende opgedragen van voir vijfftich pont gever penningen 
die hij gyeden dat hem betaelt sijn eenen mergen lants gelegen inden gericht van Zuylichem 
buyten meijdijx boven naestlant gelegen Cornelis Goertssz. ende beneden Gerit van Tyels 
erffgenamen voirdt wie den lande voerss. alldaar met recht naestlant gelegen is Henrick 
Janssz. ende Goert Cocken Dirxen als kerckmeijsters inder tijt der kercken van Zuylichem 
ende tot behoeff der kercken voirss. in eenen eijgendom erffeliken te besitten ende te 
gebruicken sonder thijns ende met dijck die dair met recht toebehoirt gelegen inden 
Poederoeyensse dijck teijnde het lant voirss. ende Peter Jacopssz. voirss. vertech op het 
lant voerss. ende geloeffden daer oeck op doen te vertijen allen die geenen die daer 
met recht op vertijen sullen hij geloeffde oeck Henrick Janssz. ende Goert Cocken Dirxen 
als kerckmeijsters voirss. ende tot behoeff der kercken voirss. dit lant voerss. te 
waren ten ewigen dagen als recht is met volder waerscappen vvyt allen sijnnen 
guederen doe hij nutertijt heeft offte hyernaemaells vercrijgen mach voir allen die 
geenen die ten recht coemen willen ende alle voerplicht aff te doen vanden selven sonder 
die dijck voirss. In oirconde onsser litteren. Gegeven inden jaer ons Heren dusent 
vijffhondert ende soeven ende dartich den tyenden dach in augusto. | 
| (1): ik ben het niet eens met de naam van de tweede schepen zoals het Gelders archief die in de regest noemt. De eerste letter is duidelijk een 'C', vergelijk bijvoorbeeld met Cornelis op regel 4. De voornaam moet dus zeker Coenrart zijn en niet Everart | 
Bron: Heerlijkheid Zuilichem, inv. 75 - Regest nr. 47    | 
Delen:    Verstuur per email  | 
Bron info: Toegang 0448, Gelders Archief, Arnhem
  | 
| 1538. Goossen van den Oever Arenszoon en Gerrit van de Poll [1] schepenen in Zuilichem getuigen dat etc, 1538. | 
| Met een kruisje ervoor als teken dat deze akte vernietigd is. | 
Transfix. Hangt aan: 17-02-1530 Aanhangend: 1554
  | 
Bron: Collectie van Spaen, inv. 162 (Archieven Neerijnen)    | 
Delen:    Verstuur per email  | 
Bron info:  Hoge Raad van Adel, Den Haag NB. Bij controle bleek dat er soms transcriptiefouten en foutieve jaartallen voorkwamen in de aantekeningen. Bovendien werden akten uit de archieven van de Huizen Waardenburg en Neerijnen soms vernietigd ("de + zijn als onnodig verscheurt"). | 
16-06-1538. afschrift ddd. 9-10-1548 van een uitspraak over een uitweg dd. 16-6-1538. 
voor schepenen Coenraet van Zwivell en Jan Ariensz. 
 | 
potlood: uitweg 1538 
 
geweessen 
 
Nae aenspraeck Jan Ariensz. gedaen op Engbert Hermansz. ende nae 
antwoerdt Engbert Hermansz voirsz. berurende van eenen uutwech 
uuytwech nae vermelden des signaets, wijssen wij scepenen 
van Zuylichem met medegevolch den scepenen van Driell als dat 
Engbert Hermansz. Jan Ariensz. den uuijtwech toelaeten sall als 
van alden heercoemen geweest is. Dit ter tijt ende ter wijlen tot wij 
scepenen en saegen noch beter betoen etc. Geweessen den sestyenden dach 
meij anno etc. achtende derttich. 
 
Ick Dirck Petersz. gezworen scriver der bancke van Zuylichem affgeschreven den negenden 
dach octobris anno etc. achtendeveertich bij 
consent Coenraet van Zwivell ende Jan Ariensz. 
als scepenen der bancke voirsz. 
 
potlood: 39 
 | 
Bron: Het kapittel en de kerkfabriek van de St. Maartenskerk te Zaltbommel, 15e-16e eeuw, inv. 68    | 
Delen:    Verstuur per email  | 
Bron info: Toegang 3323, Regionaal Archief Rivierenland, Tiel
  | 
30-06-1538. Wolff van Ztuivell en Jan die Cock van Delwijnen, schepenen in Zuylichem, oorkonden, dat Hillegond, weduwe van Arien die Cock, en Heylken, weduwe van Wouter Ghysbertss., zijn overeengekomen elkaar alle schuldbekentenissen, die de een van de ander heeft, te zullen teruggeven. 
Met de geschonden zegels van de beide oorkonders. 
 | 
Wij Wolff van Ztuivell ende Jan die Cock van Delwijnen scepen in Zuylichem tugen 
dat voer ons comen sijn joffrau Hilligond naegelaten wedue zeyliger Arien die Cock 
ende Heijlken naegelaten wedue Wouter Ghijsbertss. met hoeren gecoren momberen ende 
hebben malcandren geloeft te hantreijken ende oever te geven alsulke brieven ende 
hantscriften als sij van malcandren ten beijde sijden tot deessen dage toe gehadt hebben 
ende noch hebben mochten te weeten dat joffrau Hillegond voorsc. hantreijken ende oever- 
leveren sall Heijlken voorsc. alle alsulke brieven ende hantscriften als Wouter Ghijsbertss. 
zeyliger off yemant van sijnent weegen joffrau Hilligond voirsc. geloeft off gegeven 
heeft ende in geliker manyren dat Heijlken voersc. oick hantreijken ende oeverleveren 
sall joffrau Hilligond alle alsulke brieven ende hantscriften als joffrau Hilligond voorsc. 
off yemant van hoerse weegen Wouter Ghijsbertsss. zeyliger geloeft off gegeven heeft ende 
hebben voerdt deese twe voirsc. malcandren van alsulke brieven ende hantscrifften 
vrij ende quijt gescolden ende mede geloeft voer hoer ende horen erffgenamen daer aff 
te vrijen ende te quijteren ten eewigen dagen allet sonder aerch ende list. In orcon- 
de onsser litteren. Gegeven inden jaer ons Heeren dusent vijffhondert ende acht ende derttich 
den lesten dach der maent junij. 
 | 
Bron: Het geslacht Mackay van Ophemert en aanverwante geslachten, 1370-1968 (1994), inv. 911 - Regest nr. 59    | 
Delen:    Verstuur per email  | 
Bron info: Toegang 2.21.115, Nationaal Archief, Den Haag
  | 
09-10-1538. Schepenen Aernt van den Oever en Ot die Rick. 
Aernt Janssz. die Decker belooft een tijns aan Reiner van Aeswyn uit een hofstad te Brakel. | 
Wij Aernt van den Oever ende Ott 
die Rick schepenn inn Zulichem tugen dat 
voyr ons comenn is Aernt Janssz. die Decker 
ende hefft geloefft Reiner van Aesswynn 
thins twe guldenn brabans twintich stuver 
brabans voir iegelickenn gulden gerekent te 
weetenn drie goede gelrisse snaphanenn met 
twe stuver voyr iegelickenn off ander guet 
paiment dair voir inn gelijcker weerde alle 
jaer ewelickenn op Sunte Mertins inden wyn- 
ter te betaelenn ende te boerenn uit eender 
hoffstat gelegenn inden gericht van Brakell 
boevenn naestgelegen Cornelis Aelbertssz. 
ende benedenn Aelaert Geritssz. voirt wye der 
hoffstat voyrss. allomme mit recht naest gele- 
genn is welckenn thins voyrss. weerdt saick 
dat hij alle jaer ewelyckenn optenn termijn 
dach voyrss. niet betaelt en weer dan soe sall 
daer alle wekenn dair naestvolghende enen 
peen van eenen stuver genge ende geeff opten 
thins voyrss. wassenn ende gaynn welcken 
peenn te gaeder mettenn thins voyrss. Reiner 
vann Aesswynn voirss. opten gueden voirss. 
verhaelenn sall ende mach wanneer hij's 
nyet langer beiden enn wylle. End Airnt 
Janssz. voirss. geloeffden oick Reiner van Aesswyn 
voirss. den thins voyrss. te waerenn ten ewigen 
dagenn alss recht is tegenn allenn die genen 
die tenn recht comenn wyllenn uuyter hoffstat 
voirss. met voerwaerden toegedaynn dat Aernt 
Janssz. voirss. den thins voyrss. jaerlix optenn 
termijnn dach voirss. aff sall moegen lossen 
indenn ierstenn met allenn verschenen tijnsen 
end dair nae tegenn die hondert ses alss voir 
die afflossynge des thins voyrss. Reiner vann 
Aesswynn voirss. te betaelenn. In oirkonde 
onser literen. Gegeven inden jaer ons Herenn duysent 
vieffhondert ende acht ende dartich op Sunte 
Dyonisius dach. | 
| St. Dionysius dag = 9 oktober | 
Bron: Familie Van Dam van Brakel, inv. 1211 (f.108v+109)    | 
Delen:    Verstuur per email  | 
Bron info: Toegang 0379, Gelders Archief, Arnhem
  | 
| 20-10-1538. vestiging van een thijnsbrief ten laste van Aert van Tuijl van 6 pond jaarlijks. | 
Scepen Peter Maess., Merten Ingenhuijs qd Willem Dircksz. 
van Wijck ut tutor uxoris vendidit elcx voor L Lb 50 pond etc die helft 
van ij 2 thijnsbrieven ieder van ses gulden jaerlicx staende beijde 
ten laste Aert van Tuijll vanden welcke die ander helft aff toe coompt 
Wolter Kreeft vanwegen sijnre huysfrouwe Jenneken za. Peter 
Maessdr. den eene dateert 1538 XX-en october, den anderen 1540 
op sondag Letare Jherusalem elcx cum una transfixa. Wolter Kreeft 
voerscr. possidendam cum warandia plena Date desen ij 2 tranfixen 
XI-en septembris. 
 | 
vermelding van een tijnsbrief op 11-9-1583 in de archieven van de Bank van Zuilichem. 
Zie inv. 670, f. 97verso van de bank van Zuilichem 
scan nr. 100 (linksboven) 
 | 
Bron: Overigen    | 
Delen:    Verstuur per email  | 
Bron info:  nadere gegevens over de bron wordt bij de acte vermeld.
  | 
| 1539. Baldewijn van Welderen en Baldewijn van den Oever schepenen in Zuilichem, getuigen etc. 1539. | 
| Met een kruisje ervoor als teken dat deze akte vernietigd is. | 
Transfix. Hangt aan: 1500 Aanhangend: 1554
  | 
Bron: Collectie van Spaen, inv. 162 (Archieven Neerijnen)    | 
Delen:    Verstuur per email  | 
Bron info:  Hoge Raad van Adel, Den Haag NB. Bij controle bleek dat er soms transcriptiefouten en foutieve jaartallen voorkwamen in de aantekeningen. Bovendien werden akten uit de archieven van de Huizen Waardenburg en Neerijnen soms vernietigd ("de + zijn als onnodig verscheurt"). | 
03-05-1539. Schepenen Baldewijn van Welderen en Baldewijn van den Oever. 
Baldewijn van Welderen belooft een tijns van anderhalve gulden tbv mr. Jan Dirxen als rechter of deken van Sunt Anna te Gameren. | 
Wij Baldewijn van Welderen ende Baldewijn vanden Oever scepen in Zuylichem tugen dat ick Bal- 
dewijn van Welderen voerss. geloeft heb meijster Jan Dirxen als rechter off Deken indertijt van 
Sunte Anna tot Gameren ende tot behoeff Sunte Anna voerss. thijns anderhalven gulden twentich stuiver voirden 
gulden gerekent te weeten die gouden croen voer twe gulden ende twe stuiver, den gouden rijder voer ses ende twentichstal- 
ve stuiver off ander goet paeyment daer voer in geliker weerde alle jaer eeweliken opten meij dach te 
betalen ende te boeren uuyt alle guederen Baldewijns van Welderen voerss. inden gericht van Gameren gelegen 
welcken thijns voerss. werdt saeck dat hij alle jaer eeweliken opten termijn voerss. niet betaelt en weere 
dan soe sall daer alle weeken daernaestvolgende eenen peen van eenen stuiver genge ende geeff opten 
thijns voerss. wassen ende gaen. Welcken peen te gader metten thijns voerss. meijster Jan Dirxen als rechter 
voerss. tot behoeff Sunte Anna voerss. verhalen sall ende mach uuten guederen voerss. als hij niet langer 
beijden en will. Ende Baldewijn van Welderen voerss. geloeffde oeck meijster Jan voerss. tot behoeff Sunte 
Anna voerss. den thijns voerss. te waren ten eewigen dagen als recht is voir alle die genen die 
ten recht comen willen met volder waerscappen. Met vorwaerden toegedaen dat Baldewijn van Welderen 
voerss. den thijns voerss. aff sall moegen lossen op eynigen meij dach inden yersten metten verscenen tijns 
ende daarnae met vijff ende twentich gulden als voerss. sijn off paeyment daer voer als voirss. steet als voer die 
afflossinge des thijns voerss. In oerconde onsser letteren. Gegeven inden jaer ons Heeren dusent vijff 
hondert ende negen ende derttich des anderen dachs naer meijdach. 
 | 
datering: meidag=1 mei. De dag daarna 2 mei, dus de andere dag daarna 3 mei. 
bron: Gelders Archief, toegang 0510 Diverse charters/diverse aanwinsten, inv. nr. 1383. | 
Bron: Overigen, inv. 1383    | 
Delen:    Verstuur per email  | 
Bron info:  nadere gegevens over de bron wordt bij de acte vermeld.
  | 
| 30-05-1539. Getuigenverklaring van Maet(?) Huygen en Yewen Bernss. ten verzoeke van Reyner van Aeswijn, heer van Brakel, over de hun enige tijd geleden door Staes van Broechuysen gedane aanzegging met hun "vlouw" niet zo hoog te vissen bij de sloot van Jan Geritss. in door hen gepacht viswater op de "catworp" tegen heer Reyner Joestenss, 1539. 1 charter | 
Wij Baldewijn van Welderen ende Baldewijn vanden Oever scepen in Zulichem tugen dat wij daer bij aen ende  
oever geweest hebben daer voerden Scolt van Braeckell coemen sijn Mart? Huijgen ende Yewen Bernsz en hebben 
getuijgt en lijffeliken aenden heijligen gezworen bij gestaeffden eede aen des scoltten hant voersz. doer verma- 
nisse en gesinnen Joncker Rijner van Aeswijns heer tot Brakell die hoer daer met toe gebrocht  
heeft nae manyeren van dagelixen recht / Als dat een tijd geleden is dat sij ghehuerdt hadden  
een sip {1} vluwaters te bevissen opten catworp {?} tegen heeren Reijner Joestensz en soe als sij hoer vlu {2} 
uut worpen tegen Jan Geritsz sloot soe was Stees van Broechusen quaet ende liet ons weeten dat  
wij soe hoech in sijn waeter ons vluwen niet uut en soude werpen off hij wolde dat den heer  
claegen. Ende wantmen dan sculdich is de waerheijt getugenisse te geven sonderling alsmen 
daer dochtelick toe versocht wordt soe hebben wij scepen voorsz. des tot oerconde onsse zegelen  
aen deessen tegenwordigen brieff gehangen Gegeven inden jaere ons heeren dusent vijfhondert ende  
negen ende dertich den derttichsten dach in meij | 
1. Ook wel sipe of zype, een stuk sloot of watering. Vergelijk sijpelen en het Engelse 'sip' = slok. 
2. Ook wel vlouwe of vluwe, een bepaald soort visnet. Ook wel: ‘een net zo breed en zo diep als de waterloop, die voor de vissen een soort afdamming vormt’. 
 | 
Bron: Familie Van Dam van Brakel, inv. 840    | 
Delen:    Verstuur per email  | 
Bron info: Toegang 0379, Gelders Archief, Arnhem
  | 
04-10-1539. Stukken betreffende de verkoop door de stad Zaltbommel van eigendommen van Aelbert de Vriesse wegens door hem verschuldigde gelden, 1539 
 
Akte waarbij Goessen van den Oever Ariensz. en Baldewijn van Welderen, schepenen te Zuylichem, oorkonden, dat de gezworen bode van Boemelderwardt, Willem Dirxen, verklaard heeft, te hebben gedagvaard Aelbert die Vriesse, namens Aelbert Jansz. als gevolgmachtigde van de burgemeesters van Zaltboemell, wegens een onbetaalde schuld van 650 goudguldens, waarna zij aan Aelbert Jansz. hebben toegestaan voor die schuld de goederen van de 
gedaagde, gelegen in het gericht van Delwynen en in de eeninge van Zuylichem, te verkopen | 
NB: Met de zegels van de oorkonders in groene was. 
Datering: Dit gescyeden in den jaer ons Heren dusent vijffhondert negen ende derttich den vierden dach in Octobri. 
Deze akte is samen met de akte van 18 december 1539, die hierna onder hetzelfde inventarisnummers is opgenomen, geschreven op één blad perkament (charter). | 
Bron: Archieven van de stad Zaltbommel (1293) 1327-1815, inv. 1897 - Regest nr. 131    | 
Delen:    Verstuur per email  | 
Bron info: Toegang 3020, Regionaal Archief Rivierenland, Tiel
  | 
| 18-12-1539. Akte waarbij Reyner van Aesswijn, Simon van Bueren en Baldewijn van Welderen, schepenen te Zuylichem, oorkonden, dat de gezworen bode van de hertog van Gelre in Boemelderwerdt, Guert Rynersz., verklaard heeft, aan de kerk van Kerckwijck te hebben afgekondigd, dat de goederen van Aelbert die Vriesse te koop waren, en oorkonden verder, dat Aelbert Jansz. als gevolmachtigde van de burgemeesters van Zaltboemell die goederen heeft verkocht aan Reyner van Aeswijn. | 
Wij Goessen vanden Oever Arienss. ende Baldewijn van Welderen scepen in Zuylichem tugen dat voir ons 
coemen is den gezwoeren boede in Boemelerwardt genoemt Willem Dirxen ende heeft gegyet dat 
hij gemaent heeft Aelbert die Vriesse van weegen Aelbert Jansse als volmachtich der borger- 
meijsteren der stat van Zaltboemell ende tot behoeff der selver stat voerss. als van seeker 
ombetaelde sculdt off penningen te weeten seshondert golden ?Kar? gulden ende noch vijfftich 
golden gulden van gewicht tot oncosten. Dair toe tugen wij scepenen voirss. dat wij daer oever 
geweest hebben daer Aelbert Janss. voerss. als volmachtich der borgemeijsteren der stat voorss. 
ende tot behoeff der selver stat voerss. gericht is oevermits den gezwoeren richter ons hee- 
re van Gelre in Boemelerwert tot allen recht in alles goets Aelbert die Vriesse voorss. gelegen 
inden gericht van Delwijnen ende inder eninge van Zuylichem als voor het gebreck der sculdt voorss. 
des vraechde ons die richter voerss. wat Aelbert Janss. voorss. als volmechtich der borger- 
meijsteren der stat voerss. ende tot behoeff der selver stadt voorss. metten guedren voerss.  met 
recht sculdich te doen war. Dair op wijssden wij scepenen voerss. datmen die guedren 
voerss. verbieden sall als recht is ende daernae ?sal??e Aelbert Janssz. als volmechtich 
der borgermeijsteren der stadt voerss. tot behoeff der selver stat voerss. vercopen tot onss 
lantrecht dit gescyed inden jair ons Heren dusent vijffhondert negen ende derttich der 
vierden dach in octobri. Dair nae tugen Wij Reijner van Aesswijn Sijmon van Bueren ende 
Baldewijn van Welderen scepenen der bancken voirss. dat voir ons comen is den gezwoeren boede 
ons heeren van Gelre in Boemelerwerdt te weeten Zver Rijnerss. ende heeft  gegiet dat hij 
verboeden heeft als recht is drie sonnendagen ter rechten misse tijt aende kercke van kercke 
wijck alles goets Aelbert die Vriesse voorss. dat inden gericht van Delwijnen ende indie eninge 
van Zuylichem gelegen is dat dat te vercopen war overmits Aelbert Janss. als vol- 
mechtich der boergemeijsteren der stadt voirss. ende tot behoeff der selver stadt voerss. 
als voirdt gebreck der sculdt voirss. Daer nae tugen wij scepenen voirss. dat voir 
ons comen is Aelbert Janss. als volmechtich der borgemeijsteren ende der stat voorss. ende 
heeft vercoft naer alle formen ende manyren als ons lantrecht eijst ende wijst alles goets 
Aelbert die Vriesse inden gerichte van Delwinen ende inden eninge van Zuylichem gelegen 
ende aldan aender kercken verboeden is ende dat men aldaer sculdich is ende met recht te 
verbieden pleech van veertich scillinge gever penningen Reijner van Aeswijn te hebben endete 
besitten ende dit alle voerss. als alle rechtvorderinge vol?waren is als recht is naer vermogen 
ons lantrecht. In oerconde onsser lettern. Gegeven indn jaer ons Heren dusent vijffhondert 
negen ende dertich des donderdachs voer sunte thomas dach den heijligen apostell. 
 | 
Met de licht geschonden zegels van de oorkonders in groene was. 
Datering: Gegeven in den jaer ons Heren dusent vijffhondert negen ende derttich des Donderdachs voor Sunte Thomas' dach den heyligen apostell. 
Deze akte is samen met de akte van 4 oktober 1539, die hiervoor onder hetzelfde inventarisnummers is opgenomen, geschreven op één blad perkament (charter).  
 
datering: St. Thomas apostel = 21 december 
in 1539 valt dat op een zondag dus de donderdag daarvoor is 18 december 
 | 
Transfix. Aanhangend: 19-12-1539
  | 
Bron: Archieven van de stad Zaltbommel (1293) 1327-1815, inv. 1897 - Regest nr. 132    | 
Delen:    Verstuur per email  | 
Bron info: Toegang 3020, Regionaal Archief Rivierenland, Tiel
  | 
| 19-12-1539. Akte waarbij Reyner van Aeswijn, Symon van Bueren en Baldewijn van Welderen, schepenen te Zuylichem, oorkonden, dat Reyner van Aeswijn voornoemd verkocht heeft aan Aelbert Jansz., ten behoeve van de burgemeesters en de stad van Zautboemell, de akte van 18 december 1539, waardoor deze gestoken is, en hetgeen daarin is vermeld. | 
Wij Rijner van Aeswijn Sijmen van Bueren ende Baldewijn van Welderen scepenen in Zuylichem tugen dat 
ick Rijner van Aeswijn voirss. vercoft ende opgedragen hebbe voir veertich scillingen die ick gyede 
dat mij betaelt sijn den brieff daer deessen tegenwordigen brieff doirsteken is ende allet 'tgehaut 
des brieffs voirss. gelijck als daer in gescreven staet Aelbert Jansse tot behoeff der borgermeijsters 
ende die stat van Zautboemell erffeliken te hebben ende te besitten ende ick Reijner van Aeswijn voirss. verteech 
opten brieff ende op allet 'tgehaut des brieffs voerss. ick geloeffden daer oick op doen te vertijen alle 
die geenen die daer met recht op vertijen sullen van mijnder weegen ende van mijnder wegen alle voer- 
plicht aff te doen vanden selven. In oirconde onsser litteren. Gegeven inden jaer ons Heeren dusent vijffhon- 
dert ende negen ende dertich des vridachs voer Sunte Thomas dach den heijligen apostell. 
 | 
NB: Met de licht geschonden zegels van de oorkonders in groene was. 
Datering: Gegeven in den jair ons Heeren dusent vijffhondert ende negen ende derttich des Vridachs voer Sunte Thomas' dach den heyligen apostell. 
 
datering: St. Thomas apostel = 21 december 
in 1539 valt dat op een zondag dus de vrijdag daarvoor is 19 december 
 | 
Transfix. Hangt aan: 18-12-1539
  | 
Bron: Archieven van de stad Zaltbommel (1293) 1327-1815, inv. 1898 - Regest nr. 133    | 
Delen:    Verstuur per email  | 
Bron info: Toegang 3020, Regionaal Archief Rivierenland, Tiel
  | 
| 07-03-1540. vestiging van een thijnsbrief ten laste van Aert van Tuijl van 6 pond jaarlijks. | 
Scepen Peter Maess., Merten Ingenhuijs qd Willem Dircksz. 
van Wijck ut tutor uxoris vendidit elcx voor L Lb 50 pond etc die helft 
van ij 2 thijnsbrieven ieder van ses gulden jaerlicx staende beijde 
ten laste Aert van Tuijll vanden welcke die ander helft aff toe coompt 
Wolter Kreeft vanwegen sijnre huysfrouwe Jenneken za. Peter 
Maessdr. den eene dateert 1538 XX-en october, den anderen 1540 
op sondag Letare Jherusalem elcx cum una transfixa. Wolter Kreeft 
voerscr. possidendam cum warandia plena Date desen ij 2 tranfixen 
XI-en septembris. | 
Zondag Letare was 7-3-1540. 
 
vermelding van een tijnsbrief op 11-9-1583 in de archieven van de Bank van Zuilichem. 
Zie inv. 670, f. 97verso van de bank van Zuilichem 
scan nr. 100 (linksboven) | 
Bron: Overigen    | 
Delen:    Verstuur per email  | 
Bron info:  nadere gegevens over de bron wordt bij de acte vermeld.
  | 
| 16-06-1540. Akte waarbij Symon van Bueren en Goessen van den Oever Baeyensz., schepenen te Zuylichem, oorkonden, dat Reyner van Aeswijn beloofd heeft, met Pasen eerskomende tweehonderd goudguldens te zullen betalen ten behoeve van de stad Zautboemell. | 
Wij Sijmon van Bueren ende Goessen vanden Oever Baeyenssz. scepen in Zuylichem 
tugen dat voir ons comen is Reijner van Aeswijn ende heeft geloeft Aelbert 
Janssz. tot behoeff der borgermeijsteren der stat van Zautboemell ende tot behoeff 
der stadt voirss. tot onssen lantrecht te betalen twehondert gouden rijder 
gulden off ander goet paeijment daer voir in geliker waerde tot paesschen 
naestcomende. In oerconde onsser litteren. Gegeven inden jaer ons Heren dusent vijff 
hondert ende veertich den sestyende dach junij. 
 | 
NB: Met de zegels van de oorkonders in groene was. 
Datering: Gegeven in den jaer ons Heren dusent vijffhondert ende veertich den sestyenden dach Junii. | 
Bron: Archieven van de stad Zaltbommel (1293) 1327-1815, inv. 1866 - Regest nr. 135    | 
Delen:    Verstuur per email  | 
Bron info: Toegang 3020, Regionaal Archief Rivierenland, Tiel
  | 
20-01-1541. Schepenen Frederick van Doern en Arnt van Tuil. 
Hubert Geritssz. belooft een tijns aan Dirick van Puthuyss uit een huis en hofstad te Brakel 
 | 
Huychbrecht Gerritsen 
gelofft vyr gulden bb. op 
petri. 
 
Item hyr volch eyn gans? process 
naeden lantrecht van Bomelre- 
wert. 
 
Wij Frederick van Doern ende Arnt van Tuil 
schepenn in Zulichem tugen dat voer 
ons comen is Hubert Geritssz. ende hefft ge- 
loefft Dirick van Puthuyss. thins vier bra- 
bans gulden loepens gelt te wetenn drie goede 
gelresse silverenn snaphaenen van die beste 
met twe stuiver voer iegelickenn gulden gere- 
kent off ander goet paiment daer voer in 
gelicker weerdenn alle jaer ewelicken te be- 
taelenn ende te boerenn op sunte Peters dach ad 
cathedram naestcoemende oever eynn jaer 
end daer nae voert alle jaer uit een huiss 
end hoffstat met allenn sijnen toebehoerenn 
gelegenn inden gericht van Brakell boeven 
naestgelegenn Arien Goessenssz. end beneden 
Arnt van Tuill voert wieder hoffstat voerss. 
allomme met recht naestgelegenn is welcken 
tins voerss. weerdt saeck dat hij alle jaer 
ewelickenn optenn termijn dach der betaelyn- 
ge voerss. niet betaelt en weer dan soe sall 
daer alle daegenn daer naestvolgende eenen 
peen vann eenen halvenn stuiver geng end geeff 
optenn thins voerss. wassen end gaen welc- 
ken peen te gaeder metten thins voerss. verhae- 
len sal end mach wanneer hi's niet langer 
beiden en will uytten guederen voerss. ende 
Hubert Geritssz. voerss. Geloeffden oeck Dirick 
vann Puthuss. voerss. den thins voerss. te waeren 
uitten guedderen voerss. end voert met volder 
waerschappenn ten ewigen daegen als recht 
is voer allenn die genen die ten recht coemen 
wyllen met voerwaerden toegedaenn als dat 
Hubert Geritssz. voerss. den thins voerss. 
aff sall moegen lossenn op eynigen termijn- 
dach voerss. inden iersten metten verschenen 
thins end daer nae nae advenant tegenn 
den hondert ses als voer die afflossinge des 
thins voerss. In oerkonde onser litterenn. 
Gegeven inden jaer ons Heeren duisent vieff- 
hondert ende enenveertich op Sunte agneten 
avent die hillige maghett. | 
| St. Agneta = 21 januari, de avond daarvoor is dus 20 januari | 
Bron: Familie Van Dam van Brakel, inv. 1211 (f.118v+119)    | 
Delen:    Verstuur per email  | 
Bron info: Toegang 0379, Gelders Archief, Arnhem
  | 
| 21-05-1541. transport van tijnsbrief van 1528 | 
bron: 3287 Inventaris van de archieven van de Hervormde Gemeente Gameren 
Inv. 468, akte van 6-12-1639 met daarin verwijzingen naar 1528, 1541, 1549, en 1561. 
 | 
Transfix. Hangt aan: 14-04-1528 Aanhangend: 13-01-1549
  | 
Bron: Overigen    | 
Delen:    Verstuur per email  | 
Bron info:  nadere gegevens over de bron wordt bij de acte vermeld.
  | 
06-07-1541. Schepenen Coenraert van Zwivell en Arnt van Tuil. 
Arnt Jan Jacopssz.  verkoopt 10 1/2 hont land te Brakel aan Peter die Gier. | 
marge: vertigniss 
 
Wij Coenraert van Zwivell end 
Arnt van Tuill schepenn in Zulichem 
tugen dat voer ons comen is Arnt Jan 
Jacopssz. end hefft vertegenn op allen recht 
end toeseggen dat hi eenich sins hefft aen 
elfftalff hont lants gelegen inden gericht 
van Brakell boeven naestlant gelegen inden 
gericht van Brakell die heilich kerck tott 
Brakel end Cornelis Wouterss. ten zuiden, voert 
wye den lande voerss. allomme met recht 
naestlant gelegenn is tot behoeff Peter die 
Gier erffelickenn te hebbenn end te besitten 
met vorwaerden toegedaenn als dat Arnt Jan 
Jacopssz. voerss. dit lant voerss. van Peter die 
Gier voerss. in eender jaerlier hueren 
jaerlix voer tien stuver gebruicken sall 
sestien jaerenn lanck duerende acht- 
ter een volgende end indien Arnt Jan Jacopss. 
voerss. dit lant niet gebruicken end mocht 
daer openbaer huren voerden soe sall Peter 
die Gier daer aff doen als medt boeven ende 
beneden doet welckoer jaerlixer huer 
voerss. Peter die Gier voerss. kent den iersten 
pacht metten lesten betaelt te sijnn end 
dees huer sall ingaenn Sunte Pe- 
ters dach ad Cathedram naestcommende 
ende terstont als dees ssestien jaeren voerss. 
omcomen sijnn soe sullen Peter die Gier 
offte sijnen ervenn dit lant voers. end los we- 
der anvangenn sonder iemants wederseggen. 
In oerkonde onser litterenn. Gegeven indenn 
jaer ons Herenn duisent vieffhondert ende 
eenende veertych den sestenn dach julij. 
 | 
Bron: Familie Van Dam van Brakel, inv. 1211 (f.88+88v)    | 
Delen:    Verstuur per email  | 
Bron info: Toegang 0379, Gelders Archief, Arnhem
  | 
22-02-1542. Schepenen Arnt van Tuil en Ott van Herwinen. 
Aernt[ken] Thoenis belooft een tijns uit een hoeve, huis en hofstad te Brakel aan Reiner van Aeswin. | 
marge: Aneken Toenis gyfft tins II gulden t jaar op Sunte Peter ad Cathedram erschinende 
 
Wij Arnt van Tuill end Ott van Herwinen 
schepenn inn Zulichem tugenn dat voyr 
ons comen is Aernt Thoenis ende hefftt 
geloefft Reiner vann Aesswin thins twe 
brabans gulden twintich gefaluweerde bra- 
bans stuiver voir iegelickenn gulden gerekent 
off ander guet brabans payment dair voir in 
gelicker weerdenn alle jaer ewelycken te 
betaelenn end te boerenn op Sunte Peters 
dach ad Cathedram uuit hoeve huys 
ennde hoffstat met allenn sinen toebehoe- 
renn dair sij nu ter tit op woent gelegenn 
inden gericht vann Brakell boevenn naest- 
gelegenn Arnt Arntssz. end beneden Stof- 
fell Geritssz. voirt wie der hoffstat voyrss. 
alomme mit recht naestgelegenn is welcken 
thins voirss. weerdt saick dat hij alle jaer 
ewelickenn opten termijn dach der betaelinge 
voirss. niet betaelt en weer dan soe sall daer 
alle dagenn dair naestvolgende eenen peen 
vann enen halvenn stuiver genge ende gheeff 
optenn thins voirss. wassen ende gain welke 
peen te gaeder metten thins voirss. Reiner 
vann Aesswin voirss. verhaelenn sall ende 
mach uitenn guederenn voirss. wanneer hij's 
niet langher en sall willenn beiden ennde 
Aerntkenn Thoenis voirss. geloeffden oick 
Reiner van Aesswyn voirss. den thins voyrss. 
te waerenn met volder waerschappenn nae 
vermoegenn ons lantrecht tenn ewigenn 
dagenn als recht is voir allen die genen dye 
tenn recht comen wyllenn met voerwaerden 
toegedain als dat Arntkenn Thoenis voirss. 
den thins voirss. altit aff sall moegen lossen 
op enigen Sunte Peters dach ad Cathedram 
voirss. inden iersten metten verscenen thins 
ende dair nae mit twe ende dertych brabans 
gulden als voirss. sin off paiment dair voir alss 
steet als van die afflossinge des thins voirss. In 
oerkonde onser literenn. Gegevenn inden jaer 
ons Herenn duisent vijffhondert end twe ende 
veertich op Sunte Peters Avont ad Cathe- 
dram voirss. den hijligenn apostell. 
 | 
St. Peters ad Cathedram = 22 feb. 
 | 
Bron: Familie Van Dam van Brakel, inv. 1211 (f.106v+107)    | 
Delen:    Verstuur per email  | 
Bron info: Toegang 0379, Gelders Archief, Arnhem
  | 
11-05-1542. Goert, Goris en Adriaen Marsz, gebroeders, hebben verkocht voor 100 pond, 20 hont land in het gericht van Delwijnen aan Frederick Torck van Hemert. Ten overstaan van Frederick van Dorn en Goriss van Horme Ariesz (1), schepenen te Zuijlichem, 1542 mei 11. 1 charter. 
N.B. Op perkament, van de uithangende zegels is het eerste in groen was aanwezig, het tweede afgevallen. | 
Wij Frederick van Doern ende Goessen van den Oever Arienss. scepen in Zuylichem tugen dat voir ons comen sijn 
Goert Marss. Goris Marss. ende Adriaen Marss. gebrueders ende geloven mede voer hoir ander susters ende brueders 
ende hebben vercoft ende opgedragen voir hondert pont gever penningen die sij gyeden dat haer betaelt sijn 
tuentich hont lants gelegen inden gericht van Delwijnen zuytwaerdt naestlant gelegen Jan Stoersenss. {2} 
erven ende oestwaert naestlant gelegen Jan Ghijsbertss. scoemaker streckende totten Aansloet toe voert 
wie den lande voerss. allom myt recht naetlant gelegen is Henrick Boen tot behoeff Frederick Torck 
van Hemert in eenen eijgendom erffeliken te besitten ende te gebruyken sondert thijns ende met dijck ende 
weteringe totten lande voerss. mit recht toebehorende ende Goert Marss. Goris Marss. ende Adriaen Marss. 
gebrueders vertegen op dit lant voirss. ende geloeffden mede voer hoer ander susters ende brueders voorss. Sij 
geloeffden daer oick op doen te vertijen allen die genen die daer met recht op vertijen sullen. Sij geloiff- 
den oeck voer hoer ende voer hoer ander susters ende brueders Henrick Boen voerss. tot behoeff Frederick 
Torck van Hemert voorss. dit lant voerss. te waren nae vermoegen ons lantrecht als recht is ten eewi- 
gen dagen als recht is voir allen die geenen die ten recht comen willen ende alle voirplicht aff te doen van 
den selven sonder die dijck ende weteringe voerss. met vorwaerden toegedaen als dat Lubbert Thorck 
heer tot Nederhemert ende mijn vrau van Heemert sijn huysfrau dat lant voerss. besitten sullen ende gebruyken 
hen leven lanck ende niet langer. In orconde onsser litteren gegeven inden jaer ons Heeren dusent vijffhondert 
ende twe ende veertich den ylffden dach inden meij. 
 | 
1. de naam van de 2e schepen is verkeerd gelezen en moet zijn:  Goessen van den Oever Arienss.  
2. misschien: Jan Steessenss. | 
Bron: Heerlijkheid Nederhemert 1, inv. 300    | 
Delen:    Verstuur per email  | 
Bron info: Toegang 0417, Gelders Archief, Arnhem
  | 
11-05-1542. Schepenen Wolff vann Ztivel en Symon van Bueren. 
Hugo Bernssz. belooft een tijns uit zijn huis en hofstad te Brakel aan Reiner van Aeswyn. | 
marge: Huigh Berntssz. gifft tijnss VI golt gulden op meij dach 
 
Wij Wolff vann Ztivel end 
Symon van Buerenn schepenn in Zulichem 
tugenn dat voir ons comenn is Hugo Bernssz. 
ende hefft geloefft Reiner van Aesswynn 
thins ses enckell golden oeverlensche rijnsse 
koirvorster gulden guet van goude end ghe- 
recht end swaergenoech van gewicht offte 
die gerechte weerde dair voyr alle jaer ewe- 
licken te betaelenn end te boerenn optenn 
meij dach uytt ein huiss end hoffstat met 
allenn sijnenn toebehoerenn gelegenn inden 
gericht vann Brakell streckende ten noerden 
benevenn denn gemeijnenn dick end ten zui- 
denn naest Tiel W?inenn? voirt wie der hoffstat 
voirss. alomme met recht naest gelegenn iss 
Voert uytt alle sinenn guederenn gelegen 
in der enynge vann Zulichem end inden ge- 
richt vann Brakell voirss. welckenn tinss 
voirss. weerdt saick dat hij alle jaer ewelicken 
opten termijn dach der betaelinge voirss. niet 
betaelt en weer dan soe sall dair alle dagen 
dairnaest volghende eenen peen van eenen stuiver 
brabans genge ende geeff optenn thins voirss. 
wassenn ende gayn welcke peen te gaeder met 
denn thins voyrss. Reiner van Aesswyn voirss. 
verhaelenn sall ende mach uuit allen denn 
guederenn voirss. uit allenn denn wanneer 
hi's niet langer en sall wyllen beiden ende Hu- 
go Beerntssz. voirss. geloeffdenn oeck Reiner van 
Aesswynn voirss. den thins voyrss. te waeren 
uittenn guederenn voirss. voirt met volder waer- 
schappenn tenn ewygen dagenn als recht is 
voir allenn die genenn die ten recht comenn 
wyllenn met voerwaerden toegedain als dat 
Hugo Beerntssz. voirss. den thins voirss. aff sal 
moegenn lossenn op einigen meij dach voirss. 
indenn ierstenn met allenn affterstelligenn 
verschenenn thins end dair nae met hundert 
enckel golden rijnsche koervorster gulden goet 
van golde ende gerecht van gewycht offte die 
gerechte weerde dayr voyr als voirss. steet als voyr 
die afflossinge des thins voirss. Reiner van 
Aesswin voirss. te betaelenn. Inn oirkonde 
onser literenn. Gegeven int jaer ons Herenn duy- 
sent vieffhondert ende twe ende veertich 
denn ilffstenn dach inden meij. | 
Bron: Familie Van Dam van Brakel, inv. 1211 (f.107v+108)    | 
Delen:    Verstuur per email  | 
Bron info: Toegang 0379, Gelders Archief, Arnhem
  | 
14-05-1542. Schepenen Aernt van Tuil en Ot van Herwinen. 
Dirick Derckssz. belooft een tijns aan Reiner van Aeswyn uit  een huis en hofstad te Brakel. | 
marge: Derick Dirickssz. gift jaers thins van XII keijsers gulden 's jaers op Sunte Peters dacg. 
 
Wij Aernt van Tuill ende Ott van 
Herwinenn schepenn inn Zulichem tugen 
dat voyr ons comen is Dirick Derckssz. end hefft 
geloeft Reiner vann Aesswyn thins twelf goede 
gouden karolus keijsers gulden off die gerechte 
weerde dair voir alle jaer ewelyckenn te be- 
taelenn end te boerenn op Sunte Peters dach ad 
cathedram uuyt een huiss ende hoffstat gelegen 
indenn gericht vann Brakell tussen Andries 
Dirickssz. benedenn end beneden Cornelis 
Wouterssz. boevenn nocht uit acht hont lants 
gelegenn indenn gericht voirss. in die corte 
bevynge inden kattenn hoeck tussen lant 
Claes Janssz. beneden end Arienn ?...enn 
boevenn noch uit dertiende halff hont lants 
gelegenn inden gericht voirss. opt luisvelt 
tussenn Crijn Gelummerssz. beneden ende Jan 
Dirck Claessz. boeven noch uit twe mergen lants 
gelegenn in die corte bev?inge des Heiligen Geest- 
lant beneden end der kerckenn lant boevenn 
voirt uit alle sinenn guederenn rede end onrede 
die hij nutertit hefft offte noch vercrijgen mach 
welcken thins voirss. weerdt saick dat hij alle 
jaer ewelickenn optenn termijn dach der betaelyn- 
ge voirss. niet betaelt en weer dan so sal dair 
alle daegenn dair naestvolgende eenen peen van 
enenn stuiver genge ende geeff optenn thins voyrss. 
wassen end gain welckenn peen te gaeder 
metten thins voirss. Reiner van Aeswin voirss. 
verhaelen sal ende mach uuyt allen denn 
guederenn voirss. wanneer hij 's niet langer en 
sal wyllen beijdenn. End Dirick Dirickssz. 
voyrss. geloefde oick Reiner vann Aeswin 
voyrss. te waerenn uyt allen den guederen 
voyrss. ten ewigen dagenn als recht is voir 
allenn die genen ie tenn recht comen wyllen. 
Des geloefft noch Dirick Dyrickssz. voirss. als 
dat Reiner van Aesswin voyrss.denn voir 
thins die welck herenn Reiner offte sijn 
macht Katherina op dese voyrss. guederenn mocht 
hebben te lossen met voerwaerden toegedain 
als dat Dirick Dirickssz. voyrss. den thins voyrss. 
aff sal moegen lossenn op eynichen termijndach 
voirss. inden ierstenn met allen verscenen tijnss 
end dair nae met twe hondert goede gouden 
karolus keijsers gulden alss voirss. sijnn offte die 
gerechte weerde dair voyr in golt offte fal- 
uerenn payment als voyrss steet als voir die 
afflossynge des thins voirss. Inn oerkonde 
onser literen. Gegeven inden jair ons heren duysent 
vieffhondert ende twe ende veertich op ten 
sonnendach als men singt inden Hilliger kercke 
voecem jocunditatis | 
vocem jocunditatis = 5e zondag na pasen = 14 mei in 1542 
 | 
Bron: Familie Van Dam van Brakel, inv. 1211 (f.110+110v)    | 
Delen:    Verstuur per email  | 
Bron info: Toegang 0379, Gelders Archief, Arnhem
  | 
25-07-1542. Schepenen  Aernt van Tuijl en Ot van Herwinen. 
Toenis Jan Jacopssz. belooft een tijns aan Reiner van Aeswyn uit 2 morgen land te Brakel. | 
marge: Toenis Jan Jacopssz. gifft tins III gulden brabans valueerts op Sunte Jacops dach. 
 
Wij Aernt vann Tuijll ende Ott van 
Herwinen schepen in Zulichem tugen 
dat voir ons comen is Toenis Jan Jacopssz. ende 
hefft geloefft Reiner van Aesswyn thins 
drie gefaluweerde brabans gulden twentich ge- 
faluweerde brabans stuivers voir iegelickenn gulden 
gerekent off ander guet paiment dair voir 
inn gelijcker weerdenn alle jaer ewelyck te 
betaelenn end te boerenn op Sunte Jacops- 
dach uuytt twe mergenn lants gelegenn in- 
denn gericht vann Brakell genaent die Es- 
kens boevenn naestlant gelegenn is welcken 
thins voyrss. Arien Janssz. end beneden 
Peter Janssz. Voirt wie denn lande voyrss. 
alomme mit recht naestlant gelegenn is 
welckenn thins voirss. weerdt saick dat hij 
alle jaer ewelicken optenn termijn dach der 
betaelyngevoyrss. niet betaelt en weer dan 
so sall dair alle dagenn dair naestvolgende 
enenn peen van enenn stuver genge 
ende geeff optenn thins voirss. wassenn 
ende gayn welcke peen tegader mytten 
thinss voirss. Reiner van Aesswin voirss. ver- 
haelenn sall end mach uuytten lande voirss. 
end uit allenn guederenn Toenis Jann Jacopssz. 
voirss. wanneer hij's niet langer en sall wyllen 
beijdenn end Toenis Jan Jacopssz. voirss. geloef- 
denn oick Reiner van Aesswin voirss. den thijnss 
voyrss. te waeren met volder waerschappen 
ten ewygenn dagenn alss recht is voir allen 
die gene die tenn recht comenn wyllenn met 
voerwaerdenn toegedayn alss dat Thoenis 
Jann Jacopssz. voirss. den thins voyrss. aff 
sall moegenn lossenn op eynigenn termijn 
dach voirss. inden ieerstenn met allen versce- 
nenn thins ende dair nae met viefftich ge- 
faluweerde brabans gulden alss voirss. sijnn 
offte paiment dair voir alss voirss. steet alss 
voyr die afflossinge des thijns voirss. Inn oir- 
konde onser literenn. Gegeven indenn jair ons 
herenn duisent vieff hondert ende twe ende 
veertych op Sunte Jacops dach den heiligen 
apostell. | 
| Sint Jacopsdag apostel = 25 juli | 
Bron: Familie Van Dam van Brakel, inv. 1211 (f.108+108v)    | 
Delen:    Verstuur per email  | 
Bron info: Toegang 0379, Gelders Archief, Arnhem
  | 
11-01-1544. Schepenen Frederick van Doern en Aernt van Tuyl. 
Stoffell Geritssz. belooft een tijns uit een huis en hofstad te Brakel aan Reijner van Aeswyn. 
 | 
marge: Stoffell Geritssz. vieftenhalven karolus gulden 
 
Wij Frederick van Doern ende Aernt van 
Tuyll schepenn inn Zulichem tugenn dat 
voir ons comenn is Stoffell Geritssz. ende 
hefft geloefft Reijner vann Aesswynn 
thins viefftenhalvenn karolus keijsers gulden 
twintich gefaluweerde brabans stuver noir 
igelicken guldenn gerekent soe si to Gorchem 
genge end guet sijnn offte die gerechte 
weerde daer voir alle jaer ewelickenn te betae- 
lenn end te boerenn op sunte Mertins dach 
indenn wynter uyt een huiss end hoffstat 
met allenn sinenn toebehoerenn gelegen 
indenn gericht vann Brakell boeven 
naestgelegenn Arntkenn Toenis end beneden 
Cornelis Aelbertssz. voerwarder hoffstat voirss. 
allomme met recht naestgelegenn is welcken 
thins voirss. weerdt saick dat hij alle jaer 
ewelickenn optenn termijnn dach der 
betaelinge voirss. niet betaelt en weer dan 
soe sall daer alle dagenn dair naestvolgende 
eenenn peen vann eenen stuver geng end 
geve optenn thins voirss. wassenn ende gaen 
welcken peen te gaeder metten thins voirss. 
Reiner van Aesswynn voirss. verhaelenn sall 
ende mach uitenn guederenn voirss. wanneer 
hi's niet langer en sall wyllenn beidenn end 
Stoffel Geritssz. voirss. geloeffdenn oeck Reiner 
van Aesswyn voirss. den thins voirss. te waren 
uit alle sinenn guederen rede end onrede 
end voirt met volder waerschappenn ten 
ewigenn dagenn als recht is voir allen 
die genenn die tenn recht comenn wyllen 
met voerwaerdenn toegedain als dat Stof- 
fel Geritssz. voirss. den thins voirss. aff sall 
moegenn lossenn op eynigen sinte Mertins 
dach voirss. indenn ierstenn met allen affter- 
stelligenn ombetaelden tins end dair nae 
met achtendesoeventich gulden brabans 
als voirss. sijnn off paiment daer voer als 
voirss. steet als voer die afflossunge des tijns 
voirss. In oerkonde onser literenn. Gegeven in 
den jaer ons Heren duisent vieffhondert 
ende vierendeveertich den ilfsten dach 
in jannuario. | 
Bron: Familie Van Dam van Brakel, inv. 1211 (f.103+103v)    | 
Delen:    Verstuur per email  | 
Bron info: Toegang 0379, Gelders Archief, Arnhem
  | 
11-01-1544. Schepenen Frederick van Doern en Aernt van Tuil. 
Reiner van Aesswyn beleent 7 1/2 hont land te Brakel over die Zijnende van Stoffel Geritssz. | 
marge: Stoffel Gerritssz. heff ge... (niet afgemaakt) 
 
Wij Frederick van Doern ende Aernt vann 
Tuill schepenn inn Zulichem tugenn dat wij 
dair over geweest hebbenn daer Reiner vann 
Aesswynn beleent hefft vann Stoffel Geritssz. 
achtehalff hont lants gelegenn inden gericht 
vann Brakell over die Zijnende ten suydenn 
naestlant gelegenn Aernt Derckssz. ende tenn 
noerdenn Cristina Gerits dochter met Jan hoe- 
renn broeder voert wie denn lande voirss. allom- 
me mit recht naestlant gelegenn is voer hon- 
dert goede Karolus keisers guldenn off die 
gerechte weerde daer voir an gefaluweerden 
gelde so dat inder stat vann Ghorchenn genc- 
ber end goet is te betaelenn op Sunte Mertins 
dach indenn winter toecomende int jaer vier- 
ende veertich end ingevall Stoffell Geritssz. 
voirss. niet en betaeldenn dees pennungenn voerss. 
optenn dach voirss. soe sall Reiner van Aesswynn 
voirss. dees achtehalff hont lants voerss. genruicken 
ter tit toe dann des voirss. pennungen voll ende 
all betaelt sin end dees pennungen voirss. altit 
te betaelenn op Sunte Mertins dach indenn 
wynter voirss. end alss dese dach voirss. oversteet 
soe en sall Stoffell Geritssz. voirss. dit lant 
niet an moegenn vangen voer Sunte Mertijn 
voirss. ende also dick als dat oeversteet dat 
Reiner van Aesswynn voirss. dees pennungen 
voirss. op Sunte Mertins dach voirss. niett 
betaelt en wordenn. End Stoffel Geritsz. voirss. 
geloeffde oeck Reiner van Aesswynn voirss. 
dit lant voirss. te warenn tot onsen lantrecht 
ten ewigen dagenn als recht is voir allen 
die genen die ten recht comen wyllen end 
alls voirplicht aff te doen vsanden selven. 
In oerkonde onser literen. Gegeven indenn 
jaer ons Heren duysent vieffhondert ende 
vier ende veertich den ilffsten dach in 
januario. | 
Bron: Familie Van Dam van Brakel, inv. 1211 (f.91v+92)    | 
Delen:    Verstuur per email  | 
Bron info: Toegang 0379, Gelders Archief, Arnhem
  | 
11-01-1544. Schepenen Frederick van Doern en Arnt van Tuill. 
Anthoenis Reinerssz. belooft een tijns aan Reiner vann Aesswin uit een huis te Brakel. 
 | 
marge: Thoenis Reinersz. geloefft negen gulden sjaers 
 
Wij Frederick van Doern end Arnt van Tuill 
schepenn in Zulichem tugen dat voir ons 
comenn is Anthoenis Reinerssz. end hefft ge- 
loefft Reiner vann Aesswin thins negen ge- 
faluweerde brabans guldenn gefaluweerdt 
na der faluwatie vann brabant offte die ge- 
rechte weerde dair voir alle jaer ewelickenn 
te betaelenn end te boerenn op Sunte Mertins 
dach indenn wynter uyt sin huiss end hof- 
stat met allenn sijnenn toebehoeren gelegenn 
indenn gericht vann Brakell boevenn naest 
gelegenn die gemeijn straet end beneden Maes 
Dirxen. Voert uitt alle sinenn guederenn rede ende 
onrede die hij hefft offte vercrigenn mach inder 
enighe van Zulichem welckenn thins voirss. 
weerdt saeck dat hij alle jaer ewelickenn opten 
termijnn dach der betaelinge voirss. niet betaelt 
en weer dann soe sall daer alle dagenn dair 
naestvolgende eenen peen vann enen stuver 
geng end geeff optenn thins voirss. wassen end 
gain welcke peen te gaeder metten thins voirss. 
Reiner van Aesswynn voerss. verhaelenn sal 
ende mach uitten guederenn voirss. wanneer 
hi's niet langer en sall willenn beidenn end 
Anthoenis Reinerssz. voirss. geloeffdenn oeck 
Reiner van Aesswin voirss. denn thins voirss. 
te waerenn met voller waerschappenn ten e- 
wigenn dagenn als recht is voir allen die 
genen die ten recht comen wyllenn met voer- 
waerdenn toegedaen als dat Anthoenis Reij- 
nersz. voirss. den tins voirss. aff sal moegenn 
lossen op eynigen termijn dach voirss. inden 
ieerstenn met allenn verscenen onbetaeldenn 
thins ende der nae met anderhalff hondert 
karolus gulden offte brabans gulden als voirss. 
sin offte die gerechte weerde daer voer als voerss. 
steet als voir die afflossinge des tins voirss. noch 
ist bevoerwaert als dat Anthoenis Reinerssz. 
voirss. dit goet voirss. niet voerder bezweren en sall 
dann beswaeren is. In oerkonde onser literen. 
Gegevenn inden jaer ons Heren duysentt 
vyeffhondert ende vier ende veertich denn ilff- 
stenn dach januarij. | 
Bron: Familie Van Dam van Brakel, inv. 1211 (f.92v)    | 
Delen:    Verstuur per email  | 
Bron info: Toegang 0379, Gelders Archief, Arnhem
  | 
31-01-1544. schepenen Coenraet van Zwivell en Jan die Cock van Delwinen 
Henrick Zegerssenn belooft een tijns aan Reiner vann Aesswin uit een hofstad te Brakel. 
 | 
marge: Eynen erffthins brieff van eynen golden guldenn jaers die Henrick Zegerss. geloefft hefft 
 
Wij Coenraet vann Zwivell ende Jann die 
Cock van Delwinen schepenn inn Zulichem 
tugenn dat voir ons comen is Henrick Zegerssenn 
ende heeft geloefft Reiner vann Aesswin in erff- 
thins enen enckelenn golden koirvoister gulden 
goet vann goude ende gericht ende swaer genoech 
van gewicht offte die gerechte weerde dairvoir 
alle jaer erfelickenn ende ewelickenn te betaelen 
ende te boeren op Sunte Mertins dach inden wynter 
uuyt huis ende hoffstat met allenn sinen toebe- 
hoeren gelegen inden gericht vann Brakel boeven 
naest gelegenn Arien Goertssz. ende beneden Hen- 
rick Geritssz. voert wie der hoffstat voirss. allomme 
met recht naest gelegenn is welckenn thins 
voirss. weerdt saick dat hij alle jaer ewelickenn 
opten termijnn dach der betaelinge voirss. niett 
betaelt enn weer dan so sal daer alle dagenn daer 
naestvolghende eenen peen vann enenn halvenn 
stuiver genge end geeff optenn erfftins voirss. wassen 
ende gaenn welckenn peen metten erffthins voerss. 
Reiner vann Aesswynn voirss. den erffthins voirss. ver- 
haelenn sal end mach uten guederenn voirss. wan- 
neer hij's niet langer en sal wyllen beidenn. 
Ende Henrick Zegerssz. voirss. geloeffdenn oeck Reiner 
vann Aesswynn voirss. denn erffthins voirss. te 
waerenn uuytenn goederenn voyrss. end voert mit 
alle sinenn guederenn die hij nu tertit hefft 
offte hier naemaels enichsins vercrijgenn en 
mach ende Henrick Zegerssz. voirss. en sall geenn 
ob anderss.voirss. erffthins voirss. hebbenn dan 
Reiner vann Aesswin voirss. sall deese erffthins 
voirss. in morghenn voerderenn nae vermeldenn 
sijnder alde thins brieve. In oerkonde onser 
literenn. Gegevenn indenn jaer ons Herenn 
duysennt vyeffhondert ende vier ende vier- 
tych denn lestenn dach der maennt 
januarij. | 
Bron: Familie Van Dam van Brakel, inv. 1211 (f.77v+78)    | 
Delen:    Verstuur per email  | 
Bron info: Toegang 0379, Gelders Archief, Arnhem
  | 
17-03-1544. Schepenen Frederick van Doern en Arnt van Tuil 
Dirck van Doesborch laat een huis en hofstad te Brakel dat eigendom is van Reiner Joestenssz. in beslag namen wegens wanbetaling van een tijns. | 
Process 
 
Wij Frederick van Doern end Arnt 
van Tuill schepenn in Zulichem tugen 
dat voer ons coemen is den geswoeren boede 
ons heren van Gelre in Bomelderweerdt end 
heftgegiet dat hij gemaent hefft van wegen Dirck 
van Doesborch heerenn Reiner Joestenssz. als 
besitter der onderpanden Hubert Gheritssz. offte 
wie met recht besitters sijnn te weeten een huis 
ende hoffstat gelegen inden gericht van Brakell 
met allen hoerenn toebehoerenn boeven naest- 
gelegenn Arien Goessenssz. end beneden Arnt van 
Tuyll nae luitt des brieffs van thins vier 
gulden brabans loepens gelt ende van peen 
die daer met recht op gewassen ende gegaen is 
den welckenn Dirck van Doesborch voerss. onthalden 
end niet betaelt enis welcken thins end 
peen voerss. men jaerlix schuldich is end met 
recht te betaelen plach uitten huis end hoffstat 
voerss. gelick als den schepenen bezegelden brieff 
van Zulichem dat volcomelicken begript end 
inhelt die daer op gemaeckt is. Daer nae 
tugen wij schepenen voerss. dat wi dat over ge- 
weest hebbenn daer Gherit Peterssz. als procu- 
ratoer Dirckx van Doesborch voerss. end tot behoef 
Dirckx voerss. gericht overmits den gezvoren 
richter ons heren van Gelre voerss. tot allen recht 
in deess huis end hoffstat voerss. met recht schul- 
dich weer te doenn daer op wissden wi scepenn voerss. 
dat men dat huis end hoffstat voerss. verbeiden 
sal als recht is. End dan soe sall Gerit Peterssz. 
als procuratoer Dirck van Doesborch voerss. ende 
tot behoeff Dirckx voerss. vercoepenn tot onsen 
lantrecht. Dit geschieden inden jaer ons 
Heerenn duysent vieffhondert ende vier- 
ende viertych denn vierden dach in ju- 
nio. Daer nae tugen wij Coenraet vann 
Zvivell end Frederick van Doern voerss. dat 
voer ons coemen is den gesvoeren boede voerss. 
ende heeft gegiet dat hij verboden hefft als 
recht is drie sonnendaegen ter rechter missentijt 
ander kerckenn tot Brakell dit huis ende hof- 
stat met allenn hoerenn toebehoeren die inden 
gericht van Brakell voerss. gelegenn is dat die 
te vercoepenn weeren oevermits Gerit Peterssz. 
als procuratoer voerss. Dirck van Doesborch voerss. 
end vanweghenn Dirckx voerss. alsvoerden 
thins end peen voerss. die Dirck van Does- 
borch voerss. onthalden end niet betaelt en is daer 
nae tugen wij scepen voerss. dat voer ons comen 
is Gerit Peterssz. als procuratoer Dirckx voerss. 
end hefft vercofft tot behoeff Dirck van Does- 
borch voerss. nae allen formen ende maenieren 
gelick ons lantrecht ist end wijst 
dit huis end hoffstat voerss. met allen hoeren 
toebehoerenn dat inden gericht van Brakell 
voerss. gelegenn is end die aldaer in off ander 
kerckenn voerss. verboeden is als recht is ende 
dat men aldaer schuldich is end met recht 
te verboeden plach Matheus van Hoesden voerden tijns 
ende peen voerss. die Derck van Doesborch voerss. ont- 
halden end niet betaelt en is te hebben end 
te besittenn end die alle voerss. also veer als alle 
dingen volvaren ys als recht is nae vermoegen 
ons lantrecht. In oerkonde onser litteren.. 
Gegevenn inden jaer ons Heren duysent 
vyeffhondert end vier ende viertich denn 
soventiensten dach inden mert. | 
Bron: Familie Van Dam van Brakel, inv. 1211 (f.119v+120+120v)    | 
Delen:    Verstuur per email  | 
Bron info: Toegang 0379, Gelders Archief, Arnhem
  | 
| 26-03-1544. Voor Coenraet van Zwivell en Jan die Cock van Delwijnen schepenen in Zuijlichem verkoopt Alijt van Haeften de vorige thijns brief aan Jan van Haeften. | 
Wij Coenrart van Ztuivell ende Jan die Cock van Delwijnen scepen in Zuijlichem tugen dat voer 
ons comen is joffrou Aleyt van Haefften met hoeren gecoren momber ende heeft vercoft ende opgedraigen voer 
vijfftich pont gever penningen die sij gijeden dat haer betaelt sijn den brieff dair desen tegen- 
woerdigen brieff doersteken is ende allet tgehaut des brieffs gelijck als daer in gescreven steet Jan 
van Haefften in enen eijgendom erffeliken te besitten ende te gebruijken met alsulken thijns als die kerck 
van Gameren dair met recht wuijt heeft ende joffrou Aleyt van Haefften voirscr. veertech opten 
brieff voirs. ende op allet tgehaut des brieffs voirs. sij geloeffden oeck met hoeren gecoren momber te doen 
te vertijen allen die genen die daer met recht op vertijen sullen Sij geloeffden oeck met hoeren 
ghecoren momber Jan van Haefften voirs. den brieff voirs. ende allet tgehaut des brieffs vsz. 
te waren met volder waerscappen ten eewigen daegen als recht is voer allen die genen die ten recht 
comen willen ende alle voerplicht aff te doen vander selven sonder den thijns vurscr. In oerconde ons- 
ser letteren gegeven inder jaer onss. heeren dusent vijffhondert ende vierendeveertich den sesendetwen- 
tichsten dach inden meert | 
| Regest: Collectie van Spaen, inv. 162 (Van Randwijck en Huis Rossum)  | 
Transfix. Hangt aan: 17-05-1535
  | 
Bron: Familie Van Randwijck 4, inv. 27    | 
Delen:    Verstuur per email  | 
Bron info: Toegang 0887, Gelders Archief, Arnhem
  | 
10-02-1545. Schepenen  Sijmon van Bueren en Coenrart van Ztuivell. 
Stees van Hemert bekent schuldig te zijn aan de erfgenamen van Wouter Ghijsberts een erfthijns van 3 gulden, jaarlijks te betalen op 10 februari, uit 3 morgen land, gelegen in het gericht van Delwijnen. Ten overstaan van schepenen van Zulichem, 1545 februari 10. 1 charter 
N.B. Op perkament, gecancelleerd, de zegels ontbreken. | 
Wij Sijmon van Bueren ende Coenrart van Ztuivell scepen in Zuy;ichem tugen dat voer ons comen is 
Stees van Hemert den Alden ende heeft geloeft Joest vander Weteringe tot behoeff die erffgenae- 
men Wouter Ghijsbertss. thijns drie keijssers gulden tuentich brabants stuver gefalueert voer ye- 
geliken gulden voerss. gerekent off ander goet paeyment daer voer in geliker werden alle jaer 
eweliken te betalen ende te boeren opten tyensten dach february uuyt drie mergen lants gele- 
gen inden gerichte van Delwijnen op die Voerst boeven naestlants gelegen die erve Everit van 
Doern ende beneden die erve Arnt die Cock Duls. Voert wie den lande voerss. aldaer mit recht 
naestlant gelegen is welcken thijns voirss. werdt saek dat hi alle jaer eweliken opten termijn 
dach der betalinge voerss. niet betaelt en weer dan soe sall daer alle daegen daer ietst 
volgende eenen  peen {vlek} van een  halven stuver genge ende geeff opten thijns voirss. wassen ende gaen 
welcken peen te gader mitten tijns voerss. die erffgenaemen Wouter Ghijsbertss. voirss. verhae- 
len sullen ende moegen uutten lande voerss. wanneer sij's niet langer en sullen willen beijden 
ende Stees van Hemert voerss. geloeffde oeck Joest vander Weteringe voirss. tot behoeff 
der erffgenaemen Wouter Ghijsbertss. voerss. den thijns voerss. te waren mit volder waer- 
scappen ten ewigen daegen als recht is voer allen die geenen die ten recht coemen willen 
mit voerwaerden toegedaen als dat Stees van Hemert voerss. den thijns voerss. aff sall 
moegen lossen op eijnigen termijn dach voerss. inden yersten met allen verscenen thijnss ende 
daer nae met vijfftich keijssers gulden als voerss. sijn off maeyment daer voir als  voorss. steet 
als voer die afflossinge dess thijns voerss. In orconde onsser litteren gegeven inden jaer 
ons Heeren dusent vijffhondert ende vijff ende veertich den tyenste dach in februario. 
 | 
Bron: Heerlijkheid Nederhemert 1, inv. 305    | 
Delen:    Verstuur per email  | 
Bron info: Toegang 0417, Gelders Archief, Arnhem
  | 
03-03-1545. Schepenen Simon van Bueren en Jochem van Giessen. 
Aris Dirckssz. verkoopt 4 hont land te Brakel aan Conraert van Ztuvell tot behoeff Peter die Gier Egenssz.  
 | 
Vyr hont lants angekofft 
van Peter dye Gyerr inden 
pronck gelegen. 
 
Wij Simon van Bueren end Jochem van 
Giessen, schepenn in Zulichem tugen dat 
voer ons comen is Aris Dirckssz. ende hefft 
vercofft end opgedraegenn voer hundertt 
punt ghever pennyngenn die hi ghiede 
dat hem betaelt sijnn vier hont lants 
gelegen inden ghericht van Brakell inden 
Prenck boeven naestlantgelegenn Yewen 
Hermanssz. beneden Peter die Ghier end ten 
noerden Aris Dirckssz. voerss. voert 
wye denn lande voerss. allomme met recht 
naestgelegenn is Conraert van Ztuvell tot 
behoeff Peter die Gier Egenssz. voerss. in eenen 
eigendom erfflickenn te besittenn end te ge- 
bruicken sonder thins end met derden- 
halvenn voet dix gelegen inden Pue- 
deroeisse dick end niet meer end met dam, sloet 
end weteringe die daer met recht toebehoert. 
End Aris Dirckssz. voerss. verteech op dat lant 
voerss. hij geloeffdenn daer oeck op doen te 
vertienn allen die ghenen die daer met 
recht op vertienn sullenn hi geloeffdenn 
oeck Conraert van Ztiuvel tot behoeff Peter 
die Gier voerss. dat lant voerss. te waeren 
met volder waerschappen ten ewugen 
daegen als recht is voer allenn die ge- 
nen die ten recht coemen wyllenn. 
End alle voerplicht aff te doen van den 
selvenn sonder den dijeck dan sloet enn 
weterynge voerss. end hier mede sall alle 
twist end gescell doet end te niet sijn 
die welcke Peter die Gier end Aris Dircssz. 
metten anderen te doenn hebben offte 
gehadt mochtenn hebbenn beruerende 
dit lant voerss. In oerkonde onser lit- 
terenn. Gegeven inden jaer ons Heren du- 
sent vieffhondert end vieff end veertich 
denn dorden dach inden mert. | 
Transfix. Aanhangend: 05-03-1548
  | 
Bron: Familie Van Dam van Brakel, inv. 1211 (f.88v+89)    | 
Delen:    Verstuur per email  | 
Bron info: Toegang 0379, Gelders Archief, Arnhem
  | 
18-03-1545. Schepenen  Conraet van Ztuivell en Frederick van Doern. 
Gerit Petersz. als gemachtigde van Dirck van Doesborch verkoopt een inbeslaggenomen huis en hofstad te Brakel aan Matheus van Hoesden | 
Processhus 
 
Wij Conraet van Ztuivell end Frederick 
vann Doern schepenn in Zulichem tugen 
dat wij daer oever geweest hebbenn dar nae 
onss vonnisse Matheus van Hoesdenn nae in- 
gehaut sijnre scepenen gerichs end koipbriven 
van Zulichem ingeset is oevermits den geswoe- 
ren richter ons genedigen heeren van Gelre 
in Bomelderweert tot allen recht in een huis ende 
hoffstat met allen oeren toebehoerenn gelegen 
inden gericht van Brakel boeven naestgelegen 
Arien Goessenssz. end beneden Arnt van Tuyll offte 
wie der hoffstat end den huis voerss. allomme 
met recht naestgelegen welckoer huis ende 
hoffstat voerss. Gerit Peterssz. voerss. als pro- 
curatoer Dirck van Doesborch vercoft hefft 
Matheus van Hoesden voerss. gelick als dye 
scepenn brieff vann Zulichem volcoemelicker 
begripenn end inhalden die daer op ge- 
maecket sin end die richter voerss. verboett 
eenen yegelickenn den anvanck vanden gue- 
derenn voerss. op sin liff end op sin goet dat 
niemandt die besitten noch gebruickenn en 
solde hij en dede dat van weghen 
end bij wille Matheus van Hoesdenss voerss. 
offte hij en mochte dat doenn met eenen beteren 
recht. In oerkonde onser litteren. Gegeven 
inden jaer ons Herenn duysent vieff- 
hondert ende vieff ende veertych den achtyensten 
dach mert. | 
Transfix. Aanhangend: 19-03-1545
  | 
Bron: Familie Van Dam van Brakel, inv. 1211 (f.120v+121)    | 
Delen:    Verstuur per email  | 
Bron info: Toegang 0379, Gelders Archief, Arnhem
  | 
19-03-1545. Schepenen Conraet van Ztuvell en Frederick van Doern. 
Matheus van Hoesden verkoopt de doorstoken brief aan Gherit Peterssz. tot behoeff Dirck van Doesborch. | 
marge: Processus 
 
Wij Conraet van Ztuvell ende Frede- 
rick van Doern schepenn in Zulichem tu- 
genn dat voer ons coemen is Matheus van 
Hoesdenn ende hefft vercofft end op- 
gedraegenn voer tien pont ghever pennyn- 
genn die hi giede dat hem betaelt sijnn 
die brieve daer desenn tegenwoerdigen brieff 
doersteeckenn is end allet tegehout der brivenn 
gelick als daer yn geschreven steet Gherit Pe- 
terssz. tot behoeff Dirck van Doesborch in 
eenen eijgendum erffelickenn te besitten end 
te gebruickenn end Matheus van Hoesdenn 
voerss. vertech op die briven voerss. end op allet 
t'gehout der brivenn voerss. hij geloeffden daer 
oeck op doenn te vertien allen die genen die daer 
van sinder weghenn met recht op vertienn 
sullen end van sijnder weghen alle voerplicht 
aff te doen vanden selven. In oerkonde onser 
litterenn. Gegevenn in den jaer ons Heren 
duysent vieffhondert end vieff end veertych 
denn negentiensten dach mert. | 
Transfix. Hangt aan: 18-03-1545 Aanhangend: 20-03-1546
  | 
Bron: Familie Van Dam van Brakel, inv. 1211 (f.121+121v)    | 
Delen:    Verstuur per email  | 
Bron info: Toegang 0379, Gelders Archief, Arnhem
  | 
25-04-1545. Registratie van een akte van 28 juni 1545 door Symon van Bueren en Coenraert van Ztuivell, schepenen te Zuylichem. 
 | 
Wij Sijmon van Bueren ende Coenrart  van Ztuivell scepen in Zuylichem tugen dat voir ons comen sijn scepen boergermeijsteren ende raedt der stadt Zaltboemel  ter eenre ende Ffrederick van 
Doern ter andre sijde ende hebben ten beijden sijden oevergegeven te voldoen ende naer te gaen eens verdrach ten beijden sijden daer aff gemaeckt welcken verdrach is inhoudende van woerde tot 
woerden als hyr nae bescreven volgende is in voerwaerden naerbescreven 
... 
Item dit allet voerss. is gepasseert ten beijden sijden voer scepenen van Zuylichem Symom van Bueren ende Coenraert van Ztuivell. In oerconde onsser letteren. Gegeven inden jaer 
ons Heeren dusent vijffhondert ende vijff ende veertich des saeterdachs voer meij. 
 | 
Datering: 
De genoemde akte is van 28 juni 1545, dus deze registratie moet dus later zijn. 
1 mei viel in 1545 op een vrijdag. De zaterdag daarvoor was op 25 april. 
1 mei viel in 1546 op een zaterdag De zaterdag daarvoor was dus 24 april. 
Aangezien pasen in 1546 op 25 april viel is deze tweede datum van 25 april 1545 wellicht in paasstijl zodat het in moderne tijdrekening 25 april 1546 zou moeten zijn? | 
Transfix. Aanhangend: 28-06-1545
  | 
Bron: Archieven van de stad Zaltbommel (1293) 1327-1815, inv. 1083 - Regest nr. 153    | 
Delen:    Verstuur per email  | 
Bron info: Toegang 3020, Regionaal Archief Rivierenland, Tiel
  | 
15-06-1545. Schepenen Frederick van Doern en Jan Arienss. 
Andries Dirickssz.  belooft een tijns uit een perceel te Brakel aan Reiner van Aeswyn. | 
marge: Andries Dirxen geloefft loesthins ad III gulden t. 
         op Sunte Jans Joannes Babtisten dach toe betaelenn. 
 
Wij Frederick van Doern end Jan Arienss. 
schepenn inn Zulichem tugenn dat voir 
ons comenn is Andries Dirickssz. heeft ge- 
loefft Reiner vann Aesswynn thins drie 
goede goudenn karolus keijsers guldenn 
offte die gerechte weerde dair voyr in anderen 
goedenn hollanse paiment alle jaer ewelicken 
te betaelenn ende te boerenn op Sunte Jan 
babtistenn dach sunder geboirtenisse uytt an- 
derhalvenn mergenn landts gelegenn in- 
denn gericht vann Brakell in die Geere boven 
naestlantgelegenn die gemeijne stege toe bre- 
ken end beneden Hugo Beerntssz. voert wie den 
lande voirss. allomme mit recht naestlant ge- 
legen is end Andries Dirickssz. voirss. ge- 
loeffden dit lant voirss. te vrien van allenn 
commer sunder den tins voirss. welcken tins 
voirss. weerdt saick  dat hij alle jaer ewelicken 
optenn termijn dach der betaelinge voirss. 
niet betaelt en weer dann so sall daer alle 
dagenn dair naestvolgende enen peen van enen 
stuiver genge ende geeff optenn tins voirss. wassen 
ende gain welcke peenn te gaeder metten thijns 
voirss. Reiner vann Aesswin voirss. verhae- 
lenn sall ende mach uytten lande voirss. 
wanneer hij's niet langher enn sall willen 
beiden ende Andries Dirickssz. voirss. geloef- 
denn oeck Reiner van Aesswyn voirss. denn tins 
voirss. te waerenn uittenn land voirss. ende 
voert met volder waerschappenn ten ewigen 
dagenn als recht is voir allenn die ghene 
die tenn recht comenn wyllenn met voer- 
waerden toegedain als dat Andries Dirickssz. 
voirss. denn tins voirss. aff sall moegen lossen 
op enigenn termijn dach voirss. indenn 
ierstenn met allen verscenen end onbetaelden 
tinss end dair nae met viefftich guede gouden 
karolus keisers gulden als voirss. sin offte 
die gerichte weerde daervoer als voerss. 
steet als voer die afflossunge des thinss 
voirss. Inn oerkonde onser literen. Gegeven inden 
jaer ons Heren duysent vieffhondert ende 
vieff ende veertich den viefftiensten dach 
junij. | 
Bron: Familie Van Dam van Brakel, inv. 1211 (f.104+104v)    | 
Delen:    Verstuur per email  | 
Bron info: Toegang 0379, Gelders Archief, Arnhem
  | 
28-06-1545. Akte waarbij Symon van Bueren en Coenraet van Ztuivell, schepenen te Zuylichem, oorkonden, 
dat schepenen, burgemeesters en raad van de stad Zaltbommel eenerzijds en Frederick van Doern ter andere 
zijde de overeenkomst hebben gesloten van 28 juni 1545 (sic!), welke hier is geïnsereerd, waarbij schepenen, 
burgemeesters en raad van de stad Zaltboemel een overeenkomst sluiten met Frederick van Doern, waarbij deze 
voor twaalfhonderd carolusguldens de goederen koopt, welke de stad krachtens uitspraak van de raden van de 
vorst van Cleeff, regerende vorst van Gelder en Zutphen, verkregen heeft van Reyner van Aeswijn, 
heer tot Braekell, 1545 Datering: 1545 NB: Met de zegels van de oorkonders in groene was. 
 | 
Wij Sijmon van Bueren ende Coenrart  van Ztuivell scepen in Zuylichem tugen dat voir ons comen sijn scepen boergermeijsteren ende raedt der stadt Zaltboemel  ter eenre ende Ffrederick van 
Doern ter andre sijde ende hebben ten beijden sijden oevergegeven te voldoen ende naer te gaen eens verdrach ten beijden sijden daer aff gemaeckt welcken verdrach is inhoudende van woerde tot 
woerden als hyr nae bescreven volgende is in voerwaerden naerbescreven soe sijn scepenen boergermeijstren ende raet der stadt Zaltboemel met verhandelongh ind tussen spreken dem eersamen ind froemen meijster 
Jan die Sterck eendrechtelicken gesloeten ind verdraegen eenen vasten stedigen eerffcoep ber??utende soe tussen dem eersaemen raedt der stadt voirss. ende van voergenoemde der selver stadt voorss. ind dem erent- 
festen ende froemen Ffrederick van Doern ingegaen aengaende ind betreffende alle alserdane guede dem eersaemen raedt der stadt voorss. ende tot behoeff der selver stadt voorss. van Reijner van 
Aeswijn heer tot Braekell etc. myt dem lantrecht ingewonnen ind gewoerven hebben doch insonderheid der gueden soe van Aeswijn opgewonnen voer vam Hoek ind naer daach oir furstelicke Rhede 
des fursten van Cleeff als der tijt regerende furste ind heere desses furstendums Gelder ende greeffscap Zutphen der stadt voorss. toegekant ende geclaert sijn met verwillongen beijden partijen 
ten beijden da?llen aengenoemen allet vermoegens dem compromis daer op gepassert voir welcke  gueden voerss. Ffrederick van Doern voorss. den eersaemen raedt der stadt voorss. ende tot behoeff 
der selver stadt voerss. geven sall ind heeft geloeft die summe van twelff hondert karolus gulden in tween termijnen toe betaelen nemptlik vijffhondert der selver gulden voerss. in die 
weecke nae beloeken paesschen off acht off veertyen daegen daer naestvolgende bij der erffenisse hij Ffrederick van Doern voerg. vanden eersaemen raede der stadt voerss. der tijt ontfangen 
sall oeverleveren ind betaelen ind op den meij dach naestcomende oever een jaer soeven hondert karolus gulden sonder langer vertreck aen handen voor voorss. tot behoeff der stadt voorss. toe 
betaelen ingefall Ffrederick van Doern voorss. deesse yerste aengesatte termijn voorss. niet en betaelde, soe sall deesse contrackt des coeps voorss. doet ind ter niet sijn inde verwaell sall 
den eersaeme raedt der stadt voorss. ind tot behoeff der selver stadt voorss. vanden voirgenoemden Ffrederick van Doern die vijffhondert karolus gulden noyt moegen panden sonder pandna- 
rynge daer tegens te doen offte doen doen in eyniger manyren daer beneffens ist noch voerwaerdt dat inden lester termijn der betalinge voerss. mistalinge gefyell off versume- 
nisse daer inne gescyeden sall ende mach alsdan dem eersaemen raedt der stadt voerss. ind tot behoeff der selver stadt voorss. van stondt aen alle die voerss. gueden vrij sonder 
eijnige manyren van rechten daer omme te doen offte doen aenvangen ende weder tot oeren alden gebruyck stellen als sij voermaels geweest ind die erffenisse soe vanden voorss. gueden gegaen 
sall sijn van onweerde gehalden soe weerden ind Ffrederick van Doern voerss. sall daer beneffens niet van sijnen vijffhondert karolus gulden hij daer op die voerss. gueden betaelt sall 
hebben versteeken ind verfallen sijn des sijn besprocken voerwaerden dat dem eersaemen raedt der stadt voerss. ind van weegen der selver stadt voorss. den voirg. Ffrederck van 
Doern in allen den gueden voerss. in possessie setten ind stellen sall myt erffenisse daer op te doen in brieven soe daerinne gest?elt die stadt voorss. daer op ontfangen heeft ind tot deesse 
daege toe myt ingebruycke??gh is geweest met dijck ind thijns daer toe gehoerende voerbeheltelicken dat den voirgenoemde Ffrederick van Doern van deesse voirss. gueden vier mergen 
lants genoempt die Laere off wa?t die genoempt moegen sijn verlaeten ind sich niet cr?uede? sall die welck Reijner van Aesswijn uut deesse voerss. gueden luyt dem compromis 
uutgesteken ind toegekent weerden sijn, noch ist voerwaerdt dat alsoe daermede die ingeheven rechtvoerderinge die stadt inde bancke tot Zuylichem hanggende ind staenden 
heeft daer van Gerit Petersse het recht bewaerdt die actij der rechtvoerderinge voorss. sall oevermidts deesse den voergenoemden Ffrederick van Doern toecoemen noch ist 
voerwaerdt soe wes gueden der guederen voorss. die stadt voorss. verpacht heeft die sall Ffrederick van Doern voorss. bij der pachtongh laeten oer jaeren uut ind die jaerpacht daer 
van bueren ind genyeten allet sonder aergelist noch ist voerwaerdt dat Ffrederick van Doern sculdich ind gehalden sall sijn het compromis soe tussen Reijner van Aeswijn ind der stadt 
voerss. gegaen t'achtervolgen off inden peen daer  inne begrepen selffs tot behoeff der stadt voorss. verfallen ind versteken weessen daer beneffens gehalden sijn t'achtervolgen dem 
verdrach soe duerch furstelicke rhede tussen dem erentfesten und froemen Reijner van Aeswijn heer tot Brackell eijns ind scepenen, boergermeijsteren ind raedt der stadt Zaltboemel 
anderdeelst opgericht etc. als dat yrer geenen buyten den anderen sich myt Aelbert die Vries ind sijnen erven alsulckes verwins als sij beijden op sijn gueden hebben verdraegen 
noch vergelijcken sall sonder sullen sulx toe gelijcke ind enen noyt des anderen voerwetens doen etc. allet voerder vermoegens den verdrach g?enoemt deesse voerss. yerstrurende pen- 
nyngen sijn voldaern ind betaelt op vierhondert keijssers gulden nae die welck Ffrederick van Doern  doerch bewilligonge scepenen, boergermeijsteren ind raedt der stat voorss. 
betaelen sall in tween termijnen te weeten opten heijligen korsdach naestcomende over een jaer tweehondert keijssers gulden ende opten heijligen korsdach daer dan alre naestcomende sonder 
langer vertreck ter betaelen d?och op onsser liever vrauwen lichmisse dach beijden voergenoemden termijnen nae korsdach der korsdaegen voerss. koemende ten lanxte waell 
betaelt beheltelicken alle voerwaerden voerbescr. in woerden uutgesondert die veranderonge der voorss. summe der pennyngen. Datum den acht ende twentichsten juny anno etc. vijff ende ver- 
tich. Item dit allet voerss. is gepasseert ten beijden sijden voer scepenen van Zuylichem Symom van Bueren ende Coenraert van Ztuivell. In oerconde onsser letteren. Gegeven inden jaer 
ons Heeren dusent vijffhondert ende vijff ende veertich des saeterdachs voer meij. 
 | 
Transfix. Hangt aan: 25-04-1545
  | 
Bron: Archieven van de stad Zaltbommel (1293) 1327-1815, inv. 1083 - Regest nr. 154    | 
Delen:    Verstuur per email  | 
Bron info: Toegang 3020, Regionaal Archief Rivierenland, Tiel
  | 
09-11-1545. Schepenen Frederick van Doern en Jochem van Giessen. 
Dirick Ghiesbertssz. belooft een tijns uit een perceel te Brakel aan Reiner vann Aesswynn. | 
marge: Dirick Ghiesbertz. geloefft den herenn toe Brakell alle jaer 
         op Martini VI gulden bb. falua redemptium. 
 
Wij Frederick van Doern end Jochem van 
Giessen scepenn inn Zulichem tugenn dat 
voir ons comenn is Dirick Ghiesbertssz. ende 
hefft geloefft Reiner vann Aesswynn tins 
ses gefaluweerde brabans guldenn soe si in 
Brabant ende tot Gorchem geng end goet 
sin twintich gefaluweerde brabans stuver 
vann yegelickenn gulden gerekent off ander guet 
brabans paiment dair voir inn gelicker weerden 
alle jaer ewelyckenn te betaelenn end te boeren 
op sunte Mertins dach indenn wynter 
uuytt enenn ackerlantzguet wesende enenn 
mergenn gelegenn indenn gericht van Brakell 
int Luysvelt boeven naestlant gelegenn Jan 
Geritssz. ende benedenn Ott Peeck streckende 
vander Luysvelsche stege totten aldenn dick 
toe voirt uit allenn sijnenn guederenn die 
hij mitertit hefft offte hiernaemaels enichsuns 
vercrigenn mach inder eninge van Zulichem 
ende inder gericht vann Brakell welckenn 
thins voirss. weerdt saick dat hij alle jaer ewe- 
lickenn optenn termijn dach der betaelinghe niet 
betaelt en weer dan so sall dair alle dagen 
daer naestvolgende enenn peen van enen brabans 
stuiver genge ende geve optenn tins voirss. wassen 
ende gain welcken peenn te gaeder mettenn 
tins voirss. Reiner van Aesswynn voerss. verhae- 
lenn sal ende mach uytten guederenn voyrss. 
wanneer hij's niet langer en sall wyllenn 
beidenn. End Dirick Ghiesbertssz. voirss. 
geloeffdenn oeck Reiner vann Aesswin voirss. 
den tins voirss. te waerenn uuytenn guederen 
voirss. end voirt met volder waerschappen 
tenn ewigenn dagenn als recht is voir allen 
die genenn die tenn recht comen wyllenn 
staet voerwaerden toe gedain als dat Dirick 
Ghiesbertssz. voirss. den tins voirss. aff sall 
mogenn lossenn op eijnigenn termijnndach 
voirss. inden ierstenn mit allenn onbetaelden 
verscenen thinss end dar nae mit hondert 
brabans gulden als voirss. sijn gefaluweerdt 
off goet brabans paiment dair van als voirss. 
steet als van die afflossinge des thins voirss. 
Inn oerkonde onser literenn. Gegeven inden jaer 
ons Herenn duisent vyeffhondert end vief 
ende veertich denn negendach in novembri. 
 
 | 
Bron: Familie Van Dam van Brakel, inv. 1211 (f.102v+103)    | 
Delen:    Verstuur per email  | 
Bron info: Toegang 0379, Gelders Archief, Arnhem
  | 
16-11-1545. Schepenen Frederik van Doern en Jochem van Giessen. 
Willem Wyllemssz. belooft een tijns uit land te Brakel aan Reiner van Aesswin. 
 | 
marge: Willem Willemssz. gefft VI brabans gulden 
 
Wij Frederik van Doern end Jochem van 
Giessen scepenn in Zulichem tugen datt 
voir ons comen is Willem Wyllemssz. 
end heefft geloefft Reiner van Aesswin tins 
ses gefaluweerdt Brabans gulden soe sij tot 
Goerchem genge ende goet sin twintich gefa- 
luweerde Brabans stuiver gefaluweerdt nae der 
faluwatienn van Brabant voer iegelicken 
gulden gerekent off ander guet Brabantss 
paiment dair voir in gelicker weerdenn alle 
jaer ewelick te betaelenn end te boeren op 
Sunte Mertins dach inden winter uyt vier 
mergen lants gelegenn inden gericht van 
Brakell op Mari Waeij {1} boeven naestlant 
gelegenn Ghiesbert Jacopssz. end Arien Goertssz. 
end benedenn Claes Janssz. streckende vander 
weerdick totter weteringe toe voirt uyt alle sij- 
nenn guederenn die hij nutertit hefft offte 
hiernaemaels enichsins vercrigenn mach 
inder enninge van Zulichem end inden gericht 
vann Brakell voirss. welckenn tins voerss. weerdt 
saicke dat hij alle jaer ewelickenn optenn ter- 
mijn dach der betaelinge voirss. niet betaelt 
en weer dann so sal daer alle dagenn dair 
naistvolgende eenenn peen vann enenn Brabans 
stuiver guet end geve optenn tins voirss. wassen 
ende gain welcke peenn te gaeder mittenn 
tinss voirss. Reiner vann Aesswin voirss. ver- 
halenn sal end mach uitenn guederenn voirss. 
wanneer hij's niet langer en sal willenn bei- 
denn. End Wyllem Wyllemssz. voirss. ge- 
loeffdenn oick Reiner van Aeswynn voerss. 
den tins voirss. te warenn uit allen den gue- 
derenn voirss. end voirt met volder waerschap- 
penn tenn ewigenn dagenn als recht is 
van allenn die ghene die ten recht comen 
wyllenn met voerwaerdenn toegedain als 
dat Willem Wyllemssz. voirss. denn tins voirss. 
aff sall mogenn lossenn op enige termijn- 
dach voirss. inder ierstenn met allenn affter- 
stelligenn ombetaeldenn thins end daernae 
met hundert gefaluweerde brabans gulden 
als voirss. sin off paiment dair van als voirss. 
steet als vann die afflossinge des thins voirss. 
In oerkonde onder literenn. Gegeven in 
den jaer ons Herenn duisent vieff hondert 
vieff ende veertich den sestienden dach 
inn novembris. | 
| 1. Waarschijnlijk: de Maij Waeij | 
Bron: Familie Van Dam van Brakel, inv. 1211 (f.101+101v)    | 
Delen:    Verstuur per email  | 
Bron info: Toegang 0379, Gelders Archief, Arnhem
  | 
01-01-1546. Schepenen Ot van Herwijnen en Jan Arienssz. 
Helmich Alaertssz. met haren gecoren momber, belooft een tijns aan jonker Reijer van Aeswin heer tot Brakel uit haar huis en hofstad te Brakel. 
 | 
Helmich Alerts Tymmermans 
huisffrouwe gifft erfftins jair- 
lix denn here vann Braekell 
eynen philips gulden op Martini. 
 
marge: 1 Phs. gulden op Martini 
 
Wij Ott van Herwijnen ende Jan Arienssz. 
schepen in Zulichem tugen dat voer ons 
comen ys Helmich Alaertssz. met hoeren ge- 
coren momber ende hefft geloefft erffthins 
eenen goeden gouden philips gulden offte 
dye gerechte weerde dair voir in anderenn 
goedenn payment joncker Reijner vann  
Aesswin heer tot Braekel alle jaer erff- 
licken ende ewelicken te betaelenn ende te 
boerenn op synte Mertijns dach inden wijn- 
ter uut hoer huis ende hoffstat met allenn 
hoerenn toebehoerenn gelegen inden gericht 
van Brakel boeven naest gelegenn Fraen 
Zegerssz. den smit ende ben?eden Willem Arissz. 
voert wiede hoffstat voirss. all omme met recht 
naestgelegenn is welcken erffthins voyrss. 
weerdt saeck dat hi alle jaer erffelickenn 
ende ewelickenn opten termijn dach der be 
taelynghe voerss. niet betaelt en weer dan 
soe sall daer alle daegenn dair naestvolgende 
eenen peen van eenen halven stuiver geng ende 
geeff opten erffthins voirss. wassen ende gaenn 
welckenn peen te gaeder metten erffthijns 
voirss. joncker Reiner van Aesswyn heer 
tot Braekell voirss. verhaelen sall ende mach uuitten 
goederenn voirss. wanneer hij's niet langer en sal 
willenn beiden ende Helmich Alaerssz. voirss. met 
hoerenn gecoeren momber geloeffde oeck joncker 
Reiner van Aesswin voirss. dessen erffthins 
voirss. te waeren met volder waerschappen tenn 
eewigen daegenn als recht is voir alle dye 
genenn die ten recht coemen willenn dit 
alle nae luitt ende inhalt der alder erff- 
thinsbrievenn des huis van Brakel voirss. 
In oerkonde onsser litterenn. Gegeven inden 
jaer ons Herenn dusent vieffhondert ende 
ses ende veertich optenn jaersdach. | 
| de jaarsdag was 1 januari | 
Bron: Familie Van Dam van Brakel, inv. 1211 (f.111+111v)    | 
Delen:    Verstuur per email  | 
Bron info: Toegang 0379, Gelders Archief, Arnhem
  | 
01-01-1546. Schepenen Ott van Herwinen en Jan Arienssz. 
IJsebrant Janssz. belooft een tijns aan Reiner van Aesswin heer tot Brakel uit zijn huis en hofstad te Brakel. | 
IJsbrant Johanssz. giff jairlix enen Phs. gulden op Martini 
 
marge: II Phs. gulden op mertini 
 
Wij Ott van Herwinen ende Jan Arienssz. 
schepen in Zulichem tugen dat voir ons 
coemen is IJsebrant Janssz. ende hefft geloefft 
joncker Reiner van Aesswin heer tott 
Braekel erffthins twe goede gouden philippes 
gulden off die gerechte weerde dair voir in 
anderen goeden paiment alle jaer erffelicken 
ende ewelickenn te betaelenn op sinte Mer- 
tins dach inden winter uit sijn huis ende 
hoffstat met allen oeren toebehoerenn inden 
gericht vann Braeckel in de commerstraet boeven 
naestgelegenn Anthonis Meussen ende 
benedenn Aernt Arienssz. voert wie der 
hoffstat voirss. allomme met recht naestge- 
legenn is welckoeren erffthins voirss. weert 
saeck dat hij alle jaer ewelickenn opten ter- 
mijn dach der betaelynge voirss. niet betaelt 
en weer dan soe sall daer alle daegenn daer 
naest volgende eenen peen van eenen halven 
stuver genge ende geeff opten erffthins voirss. 
wassenn ende gaen welcken peen metten erff- 
thins voirss. joncker Reiner van 
Aesswin voirss. verhaelen sall ende mach 
uuitten guederenn voirss. wanneer hij's niet 
langer en sall willenn beiden. Ende Ise- 
brant Janssz. voirss. geloeffden oeck joncker 
Reiner van Aesswin voirss. heer tot Braekel 
voirss. dessenn erffthins voirss. te waeren met 
volder waerschappenn ten ewigen daegen 
als recht is voer allen die genen die ten recht 
coemenn willenn ende dit alle voirss. 
nae luyt ende vermelden der aldenn 
erffthinsbrieven des huiss van Braekell 
noch geloefft Isebrant Janssz. voirss. dat hij 
bynnen jaers eenenn gulden aff. Gegevenn 
inden jaer ons Herenn duysent vieff hon- 
dert ende ses ende veertich opten jaersdach. | 
Bron: Familie Van Dam van Brakel, inv. 1211 (f.112+112v+113)    | 
Delen:    Verstuur per email  | 
Bron info: Toegang 0379, Gelders Archief, Arnhem
  | 
01-01-1546. Schepenen Ott van Herwinen en Jan Arienssz. 
Gerit Vykenssz. belooft een tijns aan joncker Reiner van Aesin heer tot Brakel uit zijn huis en hofstad te Brakel. | 
Gerrit Vyckenssen giff jaers 
twe holl. phs. gulden op 
Sunthe Martens dach 
 
marge: II phs. g. op mertini 
 
Wij Ott van Herwinen ende Jan 
Arienssz. schepenn in Zulichem tu- 
genn dat voir ons coemen is Gerit Vykenssz. 
ende hefft geloefft joncker Reiner van 
Aesswin heer tot Braeckell erffthins twe 
goede gouden philippes guldenn offte dye 
gerechte weerde dair voir in anderen 
goedenn paiment alle jaer erffelicken ende 
ewelickenn te betaelenn ende te boerenn op 
sinte Mertyns dach inden wynter uytt 
sijn huis ende hoffstat met allen hoeren toe- 
behoerenn gelegenn inden gericht 
van Brakel boeven naestgelegenn Arnt Dirck 
Claessens ende beneden die gemeijn straet voert 
wie der hoffstat voerss. alomme met recht naest 
gelegenn is welcken thins voerss. weert saeck 
dat hi alle jaer erffelickeen ende ewelickenn 
optenn termijn dach der betaelinge voerss. 
niet betaelt en weer dan soe sal daer alle daegen 
daer naest volgende eenen peen van eenen halven 
stuver geng ende geeff opten tijns voerss. wassen 
ende gaen welckenn peen ende erffthins voerss. 
joncker Reiner van Aesswin heer tot Braec- 
kell voerss. verhaelen sal ende mach uittenn 
guederenn voerss. wanneer hi's niet langer 
en sall willen beijdenn ende Gherit Vikenssz. 
voerss. geloeffden oeck joncker Reiner vann 
Aesswin voerss. dessen erffthins voerss. 
te waerenn met volder waerschappenn ten ewi- 
gen daegenn als recht is voer allenn die genen 
die tenn recht comen willenn ende 
dit alle nae luit ende inhalt der alder 
erffthinsbrieven des huis van Brakel. 
In oerkonde onser letterenn. Gegevenn 
inden jaer ons Herenn duysent vieffhondert 
ende ses ende veertich optenn jaer dach. 
 | 
Bron: Familie Van Dam van Brakel, inv. 1211 (f.113+113v)    | 
Delen:    Verstuur per email  | 
Bron info: Toegang 0379, Gelders Archief, Arnhem
  | 
01-01-1546. Schepenen Ott van Herwinen en Jan Arienssz. 
Jan Goessenssz. belooft een tijns aan jonker Reiner van Aesyn heer tot Brakel uit zijn huis en hofstad te Brakel | 
Johan Gossenssen gifft jaers 
drye gulden brabants op 
mertini inden wynther. 
 
marge: III g. brabants op mertini 
 
Wij Ott van Herwinen ende Jan 
Arienssz. schepen in Zulichem tu- 
gen dat voer ons coemen is Jan Goessenssz. ende 
hefft geloefft joncker Reiner van Aesswyn 
heer tot Braekel thins drie brabans gulden 
twintich gefaluweerde brabans stuiver voer iege- 
licken gulden gereckent off ander goet paiment 
daer voer in gelicker weerden alle jaer 
ewelickenn te betaelenn ende te boeren op Sunte 
Mertyns dach inden winter uuitt een huis 
ende hoffstat gelegenn inden gericht van Bra- 
kel in de vlegelstraet boeven naestgelegenn Toe- 
nis Jacopssz. erven ende Katrina Costers voert 
wie den geseet voerss. allomme met recht naest- 
gelegen is welcken thins voerss. weerdt saeck 
dat hi alle jaer ewelickenn opten termijn dach 
der betaelinge voerss. niet betaelt en weer dann 
soe sal daer alle daegenn daer naestvolgende 
eenen peen van eenen halven stuver 
geng ende geeff optenn thins voerss. wassen 
ende gaenn welckenn peen te gaeder metten 
thins voerss. joncker Reiner van Aesswyn 
voerss. verhaelen sal ende mach uitten guederen 
voerss. wanneer hij's niet langer en sal willenn 
beidenn ende Jan Goesens voerss. geloeffden oeck 
joncker Reiner van Aesswin heer tot Brakel 
den thins voerss. te waeren met volder waerschap- 
penn tenn ewigenn daegenn als recht is voer 
allen die genenn die ten recht coemen wyllen 
met voerwaerden toegedaenn als datt 
Jan Goessenssz. voerss. den thins voerss. aff sall 
moegen lossenn op eynigen termijn dach voerss. 
inden yersten met allenn ombetaeldenn ver- 
schenen thins ende daer nae met vyefftich 
gulden als voerss. sijn off payment daer 
voer als voerss. steet als voer die afflossinghe 
des tijns voerss. In ierkonde onser litteren. Ge- 
gevenn indenn jaer ons Heren 
dusent viefhondert ende ses ende 
veertych optenn nyjaersdach. 
 | 
Bron: Familie Van Dam van Brakel, inv. 1211 (f.113v+114)    | 
Delen:    Verstuur per email  | 
Bron info: Toegang 0379, Gelders Archief, Arnhem
  | 
01-01-1546. schepenen Ot van Herwinen en Jan Ariensz. 
Elisabet Goessenssz.  en haar zoon Dirick Claessz.  beloven een tijns aan Reiner vann Aesswijnn uit een hofstad te Brakel | 
marge: Elisabet Goessenss. geloefft II golden philips guldenn in erfftins op martini toe betaelenn. 
 
Wij Ot vann Herwinen ende Jan Arienssz. 
schepenn in Zulichem tugenn dat voir ons co- 
men is Elisabet Goessenssz. met horen gecorenn 
momber end met hoerenn soen Dirick Claessz. end 
hebben geloefft Reiner vann Aesswijnn erff- 
thins alle jaer ewelickenn te betaelenn ende 
te boerenn twe goede goudenn philips guldenn guet 
vann goudenn ende swaer genoech van gewicht 
offt die gerechte weerde dair voer op Sunte Mer- 
tins dach indenn wynter uyt eender hoffstat 
met allenn hoerenn toebehoerenn gelegen inden gericht 
van Brakell in die Gortstraet noerdewaert 
naestgelegenn Maes Dirickssz. end zuideweert 
Heinrick Jacopssz. voert wie der hoffstat voyrss. 
allomme mit recht naestgelegenn is welckenn 
erffthins voirss. weerdt saick dat hij alle jaer ewe- 
lickenn optenn termijn dach der betaelinghe 
voirss. niet betaelt enn weer dann so sal daer 
alle dagenn naest volgende eenen peenn 
van enen halvenn stuver genge ende geeff opten 
erffthins voirss. wassenn ende gaenn welcke 
peenn te gader mettenn thins voirss. Reiner van 
Aesswijnn voirss. berhaelenn sal ende mach uiten 
goederenn voerss. wanneer hi'ss  niet langer en sal 
wyllenn beidenn ende Elizabet voirss. met hoe- 
ren gecorenn momber end hoerenn soen voirss. ge- 
loeffdenn oeck Reiner vann Aesswijnn voirss. den 
erffthins voirss. te warenn met volder weer- 
schappenn ten ewyghenn dagenn als recht is 
vann allen die genenn dye ten recht comen wyl- 
lenn allet nae luidt sijnder alder thinss 
brieven des huis vann Brakell. In oerconde 
onser literenn. Gegevenn inden jaer ons Heren 
duisent vieffhondert ende ses ende veertich 
optenn hijlligenn jaers dach. | 
[de jaarsdag was 1 januari] 
 | 
Bron: Familie Van Dam van Brakel, inv. 1211 (f.78+78v)    | 
Delen:    Verstuur per email  | 
Bron info: Toegang 0379, Gelders Archief, Arnhem
  | 
01-01-1546. Schepenen Ott van Herwienen en Jan Ariensz. 
Isebrant Janssz. belooft een tijns aan Joncker Reiner van Aesswin heer tot Brakell  uit een hofstad te Brakel. 
 | 
marge: Isebrant Janssen gifft erffthijns II gouden philips gulden op Martini. 
 
Wij Ott van Herwienenn end Jan Arienssz. 
schepen in Zulichem tugenn dat voir ons comen 
is Isebrant Janssz. end hefft geloefft Joncker Reiner 
vann Aesswin heer tot Brakell erffthins twe goede 
goudenn philippes guldenn off die gerechte weerde 
dair voir inn anderenn guedenn paymentalle jaer 
erfflickenn end ewelickenn te betaelenn end te boeren 
op Sunte Mertijns dach indenn wynter uyt sijnn 
huiss end hoffstat met allenn oerenn toebehoerenn ge- 
legenn indenn gericht van Brakell inn die com- 
merstraet boevenn naest gelegenn Anthoenis Meussz. 
end benedenn Aernt Ar??enssz. voirt wie der hoffstat 
voyrss. alomme met recht naestgelegenn is welc- 
koerenn erffthins voirss. weerdt saick dat hij alle 
jaer ewelickenn optenn termijnn dach der betaelynge 
voirss. niet betaelt en weer dann soe sall dayr alle 
daegenn dair naest volghende enen peen van enenn 
halvenn stuver geng ende geeff optenn erffthins voirss. 
wassen end gaenn welckenn peen metten erffthijns 
voirss. joncker Reiner van Aesswijn voirss. verhae- 
lenn sall end mach uittenn goederenn voirss. wan- 
neer hij's niet langer en sall wyllennn beijdenn ende 
Isebrant Janssz. voirss. geloeffdenn oick joncker Reij- 
ner van Aesswin heer tot Brakell voirss. diessen erff 
thins voirss. te waerenn te waerenn met volder waer- 
schappenn ten ewygenn daegenn als recht is 
voir allenn die genen dye tenn recht comen wil- 
lenn end die alle voirss. nae luidt end vermeldenn 
den alden erffthins brieven des huis van Brakel 
noch geloefft Isebrant Janssz. voirss. dat hij bynnen 
jairs enen guldenn aff lossenn sall denn welc= 
ken hij jaerlix geldende is an Goert die Mollener. 
In oirkonde onser literenn. Gegeven inden jaer ons 
Herenn duisent vieffhondert end ses ende veer- 
tich opten jaersdach. | 
[de jaarsdag was 1 januari] 
 | 
Bron: Familie Van Dam van Brakel, inv. 1211 (f.79v)    | 
Delen:    Verstuur per email  | 
Bron info: Toegang 0379, Gelders Archief, Arnhem
  | 
01-01-1546. Schepenen Ott van Herwinen en Jan Arienss. 
Helmich Alaerssz. belooft een erfthijns aan Joncker Reiner van Aesswin heer tot Brakel | 
marge: Helmich Alartz. gifft erffthins een gouden philipss gulden op Martini. 
 
Wij Ott vann Herwinen end Jan Arienss. 
schepenn inn Zulichem tugenn dat voir ons co- 
menn is Helmich Alaerssz. met hoerenn gecoerenn 
momber end hefft geloefft erffthins eenenn goeden 
goudenn philips guldenn offte die gerechte weerde 
dair voir inn anderen guedenn payment Joncker 
Reiner van Aesswin heer tot Brakell alle jaer erff- 
lickenn end ewelickenn te betaelen end te boerenn 
op Sunte Merthins dach inden wynter uit hoir huiss 
ende hoffstat met allen hoerenn toebehoeren gelegen 
inden gericht van Brakell boevenn naestghelegen 
Fraen Zegerssz. de Smit ende beneden Wyllem Arissz. 
voirt wye der hoffstat voirss. alomme mit recht naest- 
gelegenn is welckenn erffthins voirss. weerdt saick 
dat hij alle jaer ewelickenn end erfflicken optenn 
termijndach der betaelinge voyrss. niet betaelt enn 
weer dann soe sall dair alle daegenn dairnaestvol- 
gende enen peen van enenn halven stuiver genge end 
geeff optenn erffthins voirss. wassenn end gaynn 
welckenn peen te gaeder metten erffthins voyrss. 
Joncker Reiner van Aesswynn heer tot Brakell 
voirss. verhaelenn sall ende mach opttenn guederen 
voyrss. wanneer hij's niet langer en sall wyllen beij- 
denn end Helmich Aelbertssz. voirss.  met hoeren ge- 
coerenn momber geloeffden oick Joncker Reiner van 
Aesswynn voirss. desenn erffthins voirss. te waerenn 
met volder waerschappenn ten ewigen daegen alss 
recht is voir allenn die genenn die ten recht coe- 
menn wyllenn. Dit alle nae luidt end inhalt 
der alder erffthinsbreven des huiss van Brakell 
voirss. Inn  oirkonde onser literenn. Gegeven inden 
jaier onss Herenn duysent vieff hondert end ses- 
ende veertich optenn jaersdach. | 
[de jaarsdag was 1 januari] 
 | 
Bron: Familie Van Dam van Brakel, inv. 1211 (f.84)    | 
Delen:    Verstuur per email  | 
Bron info: Toegang 0379, Gelders Archief, Arnhem
  | 
01-01-1546. Schepenen Ott van Herwinen en Jan Arienss. 
Gerit Wykenssz. belooft een thijns aan Joncker Reyner van Aesswin heer tot Brakel | 
marge: Gherit Vykenssz. gifft erffthinss II gouden philips gulden op Martini. 
 
Wij Ott van Herwinenn end Jan Arienss. 
scepen inn Zulichem tugenn dat voir ons comen 
is Gerit Wykenssz. end hefft geloefft Joncker Reyner 
vann Aesswin heer tot Brakell erffthins twe 
goede goudenn philips gulden offte die gerechte weere dair- 
voyr inn anderen goedenn payment alle jaer erff- 
lickenn end ewelickenn te betaelenn end te boeren 
op Sunte Mertijns dach inden wynter vuyt sijn huis 
end hoffstat met allenn hoerenn toebehoeren gelegen 
inden gericht van Brakell boevenn naestgelegenn 
Aernt Dirick Claesens end benedenn die gemeyne 
straet, voert wie der hoffstat voirss. alomme met recht 
naestgelegenn is welckenn thins voirss. weerdt 
saick dat hij alle jaer erflickenn ende ewelickenn 
optenn termijnn dach der betaelynge voirss. niet be- 
taelt en weer dan so sall daer alle daegenn dair 
naestvolghende enenn peen vann enen halven stuiver 
genge ende geve optenn thins voirss. wassenn ende 
gaynn welckenn peenn end erffthins voirss. Jonc- 
ker Reiner vann Aesswynn heer tot Brakell voirss. 
verhaelenn sall ende mach vuyttenn guederenn 
voyrss. wanneer hij's niet langer en sall wyllen beijden. 
End Gherit Vikenssz. voyrss. geloeffdenn oyck Jonc- 
ker Reiner van Aesswynn voirss. dees erffthinss 
voyrss. te waeren met volder waerschappenn tenn 
ewygenn daegen alss recht is voyr allenn die genen 
die tenn recht comenn end dit alle nae luidt ende 
inhalt der alder erffthins brieven des huys van 
Brakell. Inn oirkonde onser literenn. Gegeven in- 
den jaer onss Herenn duisent vyeffhondert end 
ses end veertych optenn jaersdach. | 
[de jaarsdag was 1 januari] 
 | 
Bron: Familie Van Dam van Brakel, inv. 1211 (f.84v)    | 
Delen:    Verstuur per email  | 
Bron info: Toegang 0379, Gelders Archief, Arnhem
  | 
17-02-1546. Schepenen Ot van Herwinen en Claes Hubertsz. 
Jann Wijkenssz. belooft een tijns aan Reiner van Aeswijn heer tot Brakell uit een hofstad te Brakel en uit een perceel land te Zuilichem 
 | 
marge: Erffthins brieff op Johann Vijkens hoffstat jaerlix van vieff gulden brabans gevalueerd. 
 
Wij Ot vann Herwinenn end Claes Hubertss. 
schepenn in Zulichem tugenn dat voir ons comen 
is Jann Wijkenssz. ende hefft geloefft Reiner van Aes- 
wijnn heer tot Brakell in eenenn erfftinss sonder 
los daer aen te hebbenn vieff gefaluwierde bra- 
bans guldenn twyntich gefaluwierde brabans 
stuver soe sij tot Gorchem genge end guet sijnn off 
ander guet payment dair voir in gelicker weer- 
de te betaelenn Sunte Peters dach ad cathedram 
naestcomende over eyn vol jaer ende daer nae voert 
alle jaer erfflickenn te betaelenn ende boeren 
op Sunte Peters dach voirss. vuyt sin huiss 
ende hoffstat gelegen inden gericht van Bra- 
kel boevenn naestgelegenn Jacop Beernssz. noerde- 
weert den dyeck ende den zui?der die ge- 
meijn straete noch uit vieff hondt landts ge- 
legenn inden gericht vann Zulichem 
aen die duarsijwinge weestwaerdt end Andries 
Wyllemssz. oestwaerdt. Voert wie der hoffstat voirss. 
ende lande voirss. allomme mit recht naestlantge- 
legenn sijnn welcke thins voirss. weerdt saick 
dat hij alle jaer erffelickenn ende ewelicken 
optenn termijn dach der betaelinghe voirss. 
niet betaelt en weer dan so sal dair alle 
dagenn dair naest volgende eenen peenn vann 
enenn halvenn stuver genge ende geve optenn 
tins voirss. wassenn ende gaynn welcke peenn 
te gader metten thins voorss. Reiner van Aesswijn 
heer tot Brakell voirss.  verhaelenn sall ende 
mach vuyten guederenn voirss. wanneer hij's 
niet langer en sal wyllen beidenn end Jan 
Wijkens voirss. gheloeffdenn oeck Reiner van 
Aesswijnn voyrss. den erffthins voirss. te wae- 
renn nae vermoegenn ons lantrecht ten ewy- 
genn daegenn als recht is voert allen die 
genen die ten recht comen wyllenn. In oerkonde 
onser literenn. Gegeven inden jair ons Heren 
duysent vief hondert ende ses ende veertich den 
soeventienden dach in februario. 
 | 
Bron: Familie Van Dam van Brakel, inv. 1211 (f.79)    | 
Delen:    Verstuur per email  | 
Bron info: Toegang 0379, Gelders Archief, Arnhem
  | 
23-02-1546. [afschrift] 
Schepenen Jochem van Ghiessen ende Ott van Herwijnen. 
De 6 heemraden van Brakel namens de naburen van Brakel, geven een tijns uit van 30 gulden per jaar tbv Reijner van Aesswein heer tot Brakel. Af te lossen met 500,- gulden. 
Met kwitantie van de aflossing d.d. 1-11-1858. 
 | 
scan 12 
Wij Jochem van Ghiessen ende Ott van Herwijnen 
scepenen in Zulichem tugen dat voir ons comenn sijnn 
Ott Jansz., Andries Wyllemsz., Jan Aerntsz. Ballinck, 
Willem Wyllemsz., Dirck Aerntsz. ende Cornelis Woutersz. 
hemerraden in der tit des dorps van Brakell ende 
hebben geloofft Reijner van Aesswein heer tot Brakel 
van wegen ende met wyll denn gemeijnen nabueren 
van Brakell voirscr. thins dertich gefaluweerde brabans 
gukdens twintich gefaluweerde brabant stuver soe si tot 
Gorchem genge ende goet sijnn voir iegelicken gulden 
voyrsz. gerekent off ander guet hollans paijment dair 
voir inn gelicken weerden alle jaer ewelicken te 
betaelen ende te boeren van der hemerraders indertit 
des dorps voirsz. op sunte Martins dach indenn wynter- 
tit allenn denn guederenn den naburen van Brakell 
gelegenn inden gericht van Brakell welckenn thins voyrsz. 
weerdt saek dat hij alle jaer ewelijcken optenn termijn 
dach der betaelynge voyrscr. niet betaelt en weerdt soe sall 
daer alle daegenn dair naest volgende enenn peen van twee 
stuver genge ende geeff optenn thins voyrsz. wassen ende 
gaen, welckenn peen te gaeder mettenn tijnss voyrss. Reiner 
van Aeswijnn heer tot Brakell voirsz. verhaalenn sal ende 
mach uytt allenn denn goederenn voirsz. wanneer hij's 
 
scan 13 
niet en sal wyllen beijdenn, en Ott Jansz., Andries Wyllemsz., 
Jann Aerntsz. Ballinck, Willem Willemsz., Dirck Aerntsz. enn 
Cornelis Woutersz. voorss. geloeffden ouck Reiner vann 
Aeswin heer tot Brakel voirsz. als hemeraders inder tit des 
dorps van Brakell voirsz. en vann wegenn des dorps 
voirsz. den thins voyrsz. te warenn mit volder waerschappenn 
tenn ewygenn dagenn als recht is voyr allenn die gene 
die ten recht comen willenn met verwaerns toe gedain 
als dat die hemeraders inder tit des dorps voirsz. den thins 
voirsz. op eyningenn termijnn dach der betalinge voirsz. aff 
sullen mogen lossenn inden iersten met allen affterstel- 
ligenn ombetaelde tinss ende dair nae met vijffhondert 
gefalueerde brabans gulden als voirsz. sijnn off paiment 
daer voir als voirsz. staet als voir die afflossinge des thins 
voirsz. Ende dese thins voirsz. te moeghenn lossen tot tween 
termijnen op die termijnn daegenn voirsz. metten voirsz. 
verscenen tins inn den hoefftsomme nae advenant 
als voirsz. In oirkonde onser lettteren gegeven inden 
jaer ons Herenn duisent viefhondert ende ses ende 
veertich op sunte Mathijs avont apostell. 
 
scan 15 
Afschrift van den thijnsbrief van f.30,- 's jaars 
uit het dorp of polder van Brakel 
ten behoeve Jr. R. van Aesswijn, heer te Brakel 
in dato st. Matthijs avont 1546, 
uit zeker oud thijnsboek. 
 
scan 25 
copij uit mijn thijnsboek 
 
Dezen thijns van f.30,- gefalueerde brabans gukdens 
is voor scepenen  van Zuilichem Jochem van Ghiessen 
en Ott van Herwijnen gemaakt door de zes tijdelijke heeme- 
raden des dorps Brakel, van wegen en met wil der 
gemeene naburen ten behoeven van joncheer. Reinier van 
Aesswijnn heer tot Brakell, onder verbant van alle de 
goederen der naburen, te betalen jaarlijks op sint 
Maertensdach in fen Winter. Zijnde losbaar met 
f. 500,- brabanse gefalueerde guldens. 
Int jaar O.H. 1546 op sint Matthijs avont apostel 
zijnde breeder omschreven in zeker thijnsboek der 
heerlijkheid, en daar uit afgeschreven 1 julij 1845. 
get. van Dam van Brakel. 
 
Het bewijs of copy dier acte te Thiel ter griffie gevraagd zijnde 
word geantwoord: 
Ter griffie is gedeponeerd van Zuilichem 
geding signate van 1565 
gelofte van 1563 
vroeger niet. 
 
scan 27 
Ik ondergeteekende Wilhelmus van Dam, heer 
van Brakel, Rodichem, enz. particulier, wonende 
te 's Hage, bekenne bij deze ter finale afdoening 
van den thijns of rente van de heerlijkheid, volgens 
het thijnsboek, in dato 1546, op sint Matthijs avond 
voor schepenen van Zuilichem gepasseerd, doch 
waarvan de acte niet voorhanden of te vinden is, 
van de ge-erfdens in den polder van Brakel ontvangen 
te hebben, wegens aflossing van gemelden thijns 
vijfhondert gulden, en wegens betaling van de 
verschenen rente over het jaar 1800-zeven en vijftig 
en over de eerste tien maanden, tot den eersten no- 
vember 1800-acht en vijftig, vijf en vijftig gulden 
en alzoo te zamen eene som van vijfhondert vijf- 
en vijftig gulden. Verklarende voorts van alle pre- 
tentien dien thijns betreffende, nu en voor het ver- 
volg algeheele afstand te doen, en ge-erfdens daar 
voor bij deze te kwiteren, zonder eenig voorbehoud. 
Gedaan te 's Hage den eersten november acht- 
tienhondert acht en vijftig. 
 | 
datering: st. Mathijsdag is 21 september of 24 februari 
dus de avond daarvoor is 20 september 1546 of 23 februari 
 | 
Bron: Familie Van Dam van Brakel, inv. 1218    | 
Delen:    Verstuur per email  | 
Bron info: Toegang 0379, Gelders Archief, Arnhem
  | 
23-02-1546. Schepenen Jochem van Ghiessen en Ott van Herwijnen. 
Ott Janssz.,  Andries Wyllemssz.,  Jan Aerntssz. Ballinck,  Willem Wyllemssz.,  Dirick Aerntssz.,  en Cornelis Woutersz.,  hemerraders van Brakel beloven uit naam van de gemene naburen van Brakel een tijns aan Reijner van Aesswin heer tot Brakel.  
 | 
marge: Dat gemene dorp to Braickell g?yefft op mertiny XXX gulden 't jaers 
 
Wij Jochem van Ghiessenn ende 
Ott van Herwijnen scepenn in Zulichem 
tugenn dat voir ons comenn sijnn Ott Janssz. 
Andries Wyllemssz. Jann Aerntssz. Ballinck Wil- 
lem Wyllemssz. Dirick Aerntssz. end Cornelis 
Woutersz. hemerraders inder tit des dorps 
vann Brakell ende hebbenn geloefft Reij- 
ner vann Aesswin heer tot Brakell van wegen 
ende met wyll denn gemeijnen nabuerenn 
van Brakell voirss. thins dertich gefalu- 
weerde brabans gulden twintich gefalu- 
weerde brabans stuver soe si tot Gorchem 
genge ende goet sijnn voir iegelicke gulden 
voyrss. gerekent off ander guet hollans pay- 
ment dair voir inn gelicker weerden alle 
jaer ewelickenn te betaelenn ende te boeren 
van der hemerraders inder tit des dorps voirss. 
op Sunte Mertins dach indenn wynter uit 
allenn denn guederenn der naburen van Bra- 
kell gelegenn inden gericht vann Brakell 
welckenn thins voyrss. weerdt saick dat 
hij alle jaer ewelyckenn optenn termijn dach 
der betaelynge voyrss. niet betaelt en weer dan 
soe sall daer alle daegenn dair naest vol- 
gende enenn peen van twe stuvers genge 
ende geeff optenn thins voyrss. wassen ende gayn 
welcke welckenn peen te gaeder mettenn 
tijns voyrss. Reiner van Aesswynn heer tot Bra- 
kell voirss. verhaelenn sal ende mach uuytt al- 
lenn denn guederenn voirss. wanneer hij's niet 
langer en sal wyllenn beijdenn end Ott 
Janssz. Andries Wyllemssz. Jann Aerntssz. 
Ballinck Willem Willemsz. Dirick Aerntssz. 
end Cornelis Woutersz. voirss. geloeffden oyck 
Reiner vann Aesswin heer tot Brakell voirss. 
als hemeraders indertit des dorps vann Bra- 
kell voirss. end vann wegenn des dorps voirss. 
den thins voyrss. te warenn met volder waer- 
schappenn tenn ewygenn dagenn als recht is 
voyr allenn die gene die ten recht comen wil- 
lenn met vorwaerden toegedain als dat die 
hemeraders inder tit des dorps voirss. den 
thins voirss. op eynigenn termijnn dach 
der betaelinge voirss. aff sullenn mogen 
lossenn inden ierstenn met allen affterstel- 
ligenn ombetaelde tinss end dair nae 
met vijffhondert gefaluweerde brabans 
gulden als voirss. sijnn off paiment daer 
voir als voirss. steet als voir die afflossynge 
des thins voirss. ende dese thins voerss. te 
moeghenn lossen tot tween termijnen op die 
termijnn daegenn voirss. mettenn verscenen 
tins innd der hoefftsomme nae advenant 
als voirss. Inn oirkonde onser literen. Gegeven 
inden jaer ons Herenn dusent ende vief- 
hondert ende ses ende veertich op Sunte Ma- 
thijs avont apostell. 
 | 
| St. Mathijs apostell = 24 feb., dus St. Mathijs avont = 23 feb. | 
Bron: Familie Van Dam van Brakel, inv. 1211 (f.106+106v)    | 
Delen:    Verstuur per email  | 
Bron info: Toegang 0379, Gelders Archief, Arnhem
  | 
20-03-1546. Schepenen Simon van Bueren en Jochem van Giessen. 
Dirck van Doesborch verkoopt de doorstoken brieven aan Reiner van Aesswyns heer tot Brakel. | 
marge: S?ans pro?cessus 
 
Wij Simon van Bueren end Jochem 
van Giessen, schepen in Zulichem tugen 
dat voer ons comen is Dirck van Doesborch ende 
hefft vercofft end opgedraegen voer viefftich 
pont ghever pennynghen die hi ghiedenn 
dat hem betaelt sijn die brieven daer desen 
tegenwoerdigen brieff doersteecken end allet 
te' gehout der briven gelick als daer in ge- 
schreven staet Henrick Hardenack tot be- 
hoeff Reiner van Aesswyns heer tot Brakell 
in eenen eigendum erffelickenn te besittenn 
end te gebruickenn end Dirck van Doesborch 
voerss. verteech op die briven voerss. end op allet 
te' gehout der brieven voerss. hi geloeffdenn 
daer oeck op doen te vertienn end allen die 
genen die daer van sinder weegen met recht 
op vertien sullenn hi geloeffden oeck Henrick 
Hardenack tot behoeff Reiner van Aesswyns 
heer tot Brakell die brieven end allet tege- 
gout der brieven van sinder wegen te wae- 
renn ten ewigen daegenn als recht is voer 
allenn die genen die ten recht coemen willen 
ende van sijnder wegen alle voerplicht aff te 
doenn van den selven. In oerkonde on- 
ser litteren. Gegevenn inden jaer ons He- 
renn duisent vieffhondert ende ses ende 
veertych den twyntichstenn dach inden 
mert. | 
Transfix. Hangt aan: 19-03-1545
  | 
Bron: Familie Van Dam van Brakel, inv. 1211 (f.121v+122)    | 
Delen:    Verstuur per email  | 
Bron info: Toegang 0379, Gelders Archief, Arnhem
  | 
12-07-1546. Schepenen Simon van Bueren en Jan Ariensz. 
Johan van Haeften heer tot Gameren vrijwaart zijn brueder Alardt van Haeften heer tot Calbeck  | 
Wij Simon van Bueren ende Jan Ariensz schepenen in Zulichem tuijgen dat voor ons comen is Johan van Haeften heer tot Gameren ende heeft gelooft Alardt van Haeften heer tot Calbeck sijnen brueder ende sijnen erven nu ende ten ewigen daghen schadeloos te halden ingevall Alaert van haeften vsz. off sijnen erven eynigen hynder ofte schaede gecrege ofte vercrijgen mochte op eynige guederen gelegen inder eeninge van Zulichem, ofte in Bommel, Bommelreweert ofte in Tielreweerdt die Jan van Haeften ende Alaert van Haeften voorsz. .. etc, etc ....  
Gegeven inden iaer ons heeren dusent vijff hondert ende ses ende veertich op sunte Margrieten avont.  
Ende was mede met twe zegelen van groene wassche uijthangende bezegelt. 
 | 
| Afschrift in ORA Zuilichem, inv. 672, folio 157. | 
Bron: Overigen    | 
Delen:    Verstuur per email  | 
Bron info:  nadere gegevens over de bron wordt bij de acte vermeld.
  | 
12-07-1546. Schepenen: Simon van Bueren en Jan Ariensz 
Jan van Haeften heer tot Gameren draagt enige schepen brieven over aan sijnen brueder Alardt van Haeften heer tot Calbec | 
Wij Simon van Bueren ende Jan Ariensz schepenen in Zulichem tuijgen dat voor ons comen is Jan van Haeften heer tot Gameren ende heeft gelooft sijnen brueder Alardt van Haeften heer tot Calbeck tot sijnen gesinnen offte tot sijnen erven gesinnen te voldoen voor den leenheer wes Jan van Haeften voorsz. sich verplicht heeft in eenigen cedullen die Jan van Haeften vsz. beteijckent heeft ofte in eenigen schepenen brieven die Jan van Haeften sijnen brueder Alaert van Haeften gegeven mach hebben tot desen daghen toe ingevall Johan van Haeften vsz. off sijnen erven alsulcke gelooften voorsz. niet en voldeden ofte sich daer weijgerich in lieten vinden, soo sullen Alaert van Haeften ende sijnen erven sulcx mogen verhaelen ofte inwerven tot onsen landtrecht. In oirconde onser letteren Gegeven inden iaer ons heeren dusen vijff hondert ende ses ende veertich op sunte Margrieten avont.  
Ende was met twee zegelen van groenen wassche uijthangende bezegelt. | 
| Afschrift in ORA Zuilichem. | 
Bron: ORA Zuilichem, inv. 672 (f. 157)    | 
Delen:    Verstuur per email  | 
Bron info: Toegang 3186, Regionaal Archief Rivierenland, Tiel Soms worden in latere signaten van de schepenbank, afschriften, vermeldingen of samenvattingen van eerdere actes of tijnsbrieven gevonden. Omdat deze belangrijke informatie bevatten over de vroegere schepenbank, wordt deze informatie ook opgenomen, op de oudere datum. | 
12-10-1546. Symon van Bueren en Jochem van Gyessen, schepenen te Zuylichem, oorkonden, dat Jenniken, weduwe van Danelt Arntss., tegenover meester Hubert die Gyer, priester, op zich genomen heeft een dijkgedeelte, groot 37½ voet, in de Ledennaer te Aelst, alsmede een dijkgedeelte, groot 9 voet, eveneens te Aelst, behorende bij 3½ morgen land aan die Loo te Delwijnen, dat partikuliere eigendom van meester Hubert is, 6 jaren lang te onderhouden, gedurende welke tijd Jenniken vrijgesteld zal zijn van de betaling van een tijns van 2 gulden 's jaars, gaande uit een hofstede te Kerckwijck, genaamd dat Paradijs, haar toebehorende, die zij aan meester Hubert als vicaris schuldig is. 
A) Oorspr. (inv. nr. 1226) 
Met het geschonden zegel van de eerste oorkonder. 
B) Afschrift (midden 16de eeuw), in inv. nr. 1171, fol. 2 gewaarmerkt door de notaris Alberti. 
 | 
Copia 
 
Wij Simon van Bueren ende Jochem van Ghiessen scepen in Zuy- 
lichem tuygen dat voir ons comen is Jenniken nagelaeten wedue 
Zeyliger Danelt Arntss. met hoeren gecoren momber ende heeft 
geloift meijster Hubert die Ghier priester, dat sij dijcken 
maken ende bewaren sal op hoeren cost ende op hoeren anxt 
ende oer goet acht ende darttichstenhalven voet dijcx welcken 
dijck voirss. meijster Hubert voirss. als vicarius onsser lie- 
ver vrauwen altair tot Kerckwijck liggende heeft tot 
Aelst inden Ledenair. Noch ontrent negen voet dijcks 
oick op Aelst gelegen gehorende tot vierdalve mergen lants 
gelegen op Delwijnen aen die Loo meijster Hubert voirss. 
sijn eijgen patrimonium goet. Ende Jenniken weduwe voirss. 
met hoeren gecoren momber geloefde oick alle scauwen over 
den dijck te leveren also dat meijster Hubert voirss. dair 
eghene hinder of schade doer gecrijgen en mach hij 
ofte sijnen nacomelinge ende dit vorss. duyrende ses 
jaren naistcomende wair af dat ierste jair wesen sal het 
jair van soven ende veertige met vorwarden toegedaen 
dat Jenniken wedue voirss. voir deesse parcelen van dijcken 
voirss. te bewaren die ses jaren voirss. jairlix in halden sal 
alsulcke twe currante gulden ad darthiendalve stuver 
brabants elcke gulden gerekent als meijster Hubert voirss. 
als vicarius voirss. jairlix met recht heeft ende maent 
wuyt eender hofstadt tot Kerckwijck gelegen geheijten 
dat Paradijs toebehorende Jennikens voirss. te weeten altijt 
den thijns die jairlix op Sinte Petersdach ad cathedram 
verschijnen sal in elcke jair der jaren voirss. noch  sijnt 
vorwairden oft gevyel in dees jaren voirss. dat meijster 
Hubert voirss. eenigen kommer of schade gecreech vanden 
dijck voirss. dat sal hij ende sijnen nacomelingen mogen 
verhalen op alle guederen Jennikens voirss. gelegen inder 
eninge van Zuylichem alle dinck sonder arch of 
list. In oirconde onsser letteren. Gegeven inden jair ons 
Heren dusent vijf hondert ende ses ende veertich den 
twelfsten dach octobris. 
 
Dese vier copien voirss. accorderen myt 
horen originaelen verzegelden ongecancelleerde 
schepenen brieven van woorde tot woorde 
het welck ick notaris hieronder gescreven 
ken und belije myt mijn eijgen naem hier 
onder gesath. 
 
Ma. Albt. notarus publicq. 
 | 
Bron: Het geslacht Mackay van Ophemert en aanverwante geslachten, 1370-1968 (1994), inv. 1171 - Regest nr. 72    | 
Delen:    Verstuur per email  | 
Bron info: Toegang 2.21.115, Nationaal Archief, Den Haag
  | 
24-10-1546. Schepenen Jochem van Gyessen en Ott van Herwijnen. 
Derick Wijssersszn., Henrick Gerritszn., Herman Jansszn., Johann Lauwen, Claes Goertszn., Johan Daemen, Peter Janssz., Thoenis Lauwen, en Henrick Zegersszn. leggen een getuigenis af mbt het aanleggen van een krib. | 
Wij Jochem van Gyessen ende Ott van Herwijnnen schepen 
in Zulickem doin kunt ende certificieren eijnenn 
iglicken vor die rechte wairheit dese tegenwoirdige certificatie 
sullen syen off hoerenn leesen dat vor onns gekhoemen 
sijnt in properen personen Derick Wijssersszn., Henrick 
Gerritszn., Herman Jansszn., Johann Lauwen, Claes Goertszn., 
Johan Daemen, Peter Janssz., Thoenis Lauwen, Henrick 
Zegersszn. ende hebbenn getueght bij oerenn eede mit op- 
gerichtenn vyngeren vollstaeffts eedes den Derick vann 
Sevender scholtus toe Braickell vann hem zamentlick ontfangen 
hefft seggende dat ombtrint darthien jair 
geleedenn dat sij zamenderhantt denn heren tot Braickell 
dye irste fundamenten van eijner nijer krybben hebben 
helpenn leggenn meth van sijnen nijen angewassenn 
lande dann van sijnen grunde ende althoevigen lande 
alsoe fern als met mit eijnen harden kluytt van eerden 
affwerpenn mochte, sunder schuytten dairto togebruicken 
Ende dat se deposanten vorss. dieselve krybbe gelacht 
hebbenn sunder imants contradictzy offte wederseggenn. 
Ende want men schuldig is die wairheit getuygnis tegeven 
besunder als men dess versoicht wort Soe hebbenn wij 
schepenn vorss. onnse zegelle beneden op spatium deser 
certificatien gedruckt. In den jair onss heren fijff- 
tienhondert ende sees ende vijerttich opten vijer innd twintigsten 
dach der maint octobris. | 
Bron: Hof van Gelre en Zutphen, Procesdossiers, inv. 4912-23 (scan 143)    | 
Delen:    Verstuur per email  | 
Bron info: Toegang 0124, Gelders Archief, Arnhem
  | 
| 04-11-1546. Extract van een vonnis van de schepenen.  | 
Extract des Signaetz 
Henrick die Ruijter amptman etc ende heren Ghijsbert vanden 
Veen eijssen eijn vonniss vanden schepenen, off here Ghijsbert 
vanden Veen hier ter bancken van Zuijlichem to recht staen sal 
off nijet, soe hij eijn geestlick man is, etc. 
 
Doer eijssinge ende gesynnen des heren ind heren Ghijsberts vanden 
Veen om eijn vonnisse, soe heer Ghisbert vursz. allegierende 
is, dat hij eijn geestlick man is dat hij hier nijet to Recht 
staen sall, wijsen wij schepenen van Zuijlichem, mit mede  
gevollich der schepenen van Drijell, als dat here Ghijsbert 
hier te recht staen sall, soe veer hij hem weertlicken saicken 
onderwonden heefft, soe sall hij hier to Recht staen, voer den 
weertlicken richter van die weertlicken saicken. Actum den 
vierden November anno XLVI. 
Aldus onderteijckent 
Dierick Petersz gezworen scriver ss. | 
N.B. Het extract is uiteraard van later datum dan de acte zelf. De begeleidende brief is van 5-1-1547. Daaruit blijkt dat het te maken heeft met (onrechtmatige) beslaglegging op goederen van Reijer Joosten, de pastoor.  
Bron: Brieven van en aan het Kwartier van Nijmegen, inv. 805, nr. 542. 
 | 
Bron: Overigen    | 
Delen:    Verstuur per email  | 
Bron info:  nadere gegevens over de bron wordt bij de acte vermeld.
  | 
05-12-1546. Schepenen Ott vann Herwinen en Claes Werdt Hubertss. 
Arienn Janssz. van Wilgen belooft een tijns uit land te Brakel aan Aries Dirickssz. | 
opmerking op f.99v: Ariaen van Willigen losst drye gulden Lb. jairs op kryssmisse. 
 
marge: Adriaen van Willigenn III gulden thins. 
 
Wij Ott vann Herwinenn ende Claess 
Werdt Hubertss. schepenn inn Zulichem tugenn dat 
voyr ons comenn is Arienn Janssz. van Wilgen ende 
hefft geloofft Aries Dirickssz. thins drie keijsers 
gulden twintich gefaluweerde brabans stuver voyr 
iegelicken gulden gerekent off ander guet payment 
dair voir inn gelicker weerden alle jaer ewelycken 
te betaelenn ende te boerenn optenn hulligenn kors- 
dach uuytenn enen mergen lants gelegenn inden gericht 
vann Brakell op Loevens velt boeven naestlant gelegen 
Peter die Gier ende beneden Deryck Zuerenn voirtt 
wie den lande voirss. alomme mit recht naest lantt 
gelegenn is welcken thins voyrss. weerdt saycke 
dat hij alle jaer ewelyckenn optenn termijn dach 
der betaelynge voirss. niet betaelt en weer dann 
soe sall dair alle daegenn dairnaestvolghende eenen 
peen van eenen halven stuver genge ende geeff opten 
tins voirss. wassenn ende gaynn welckenn peen 
te gaeder mettenn thins voyrss. Aries Dirickssz. voirss. 
verhaelenn sall ende mach uytten lande voyrss. wan- 
neer hij's niet ;langher enn sall wyllen beidenn 
ende Arien Janssz. voirss. geloiffde oick Aries Diricksz. 
voirss. denn thins voyrss. te waerenn met volder 
waerschappenn ten ewygen daegenn als recht is 
voir allenn die genenn die ten recht comen wyllen 
met voerwaerden toegedain alss dat Ariaen Janssz. 
voyrss. den thinss voirss. aff sall moegen lossen op  ey- 
nigenn termijn dach voirss. inden ierstenn met allen 
verschenen onbetelde thins ende dairnae met vyeff- 
tich keijsers guldenn alss voirss. sijnn of payment 
dair voyr als voirss. steet alss voyr die afflossynge 
des thijnss voirss. Inn oerkonde onser literen. Gegeven 
indenn jaer ons Heren duysent vyeffhondert ende 
ses ende veertich des sonnendach voir Sunte Nicolaes 
dach. 
 | 
Sint Nikolaasdag = 6 december, en was in 1546 op een maandag dus zondag daarvoor was op 5 december 
 | 
Transfix. Aanhangend: 12-02-1547
  | 
Bron: Familie Van Dam van Brakel, inv. 1211 (f.100)    | 
Delen:    Verstuur per email  | 
Bron info: Toegang 0379, Gelders Archief, Arnhem
  | 
10-02-1547. Wolff van Ztuivell en Jan die Cock van Delwynen, schepenen in Zuylichem, oorkonden, dat de gezworen bode van den hertog in Boemelderwerde op verzoek van de kerk- en Heilige-Geestmeesters te Zuylichem na voorafgaande aankondiging in de kerk aldaar verkocht heeft de goederen van vele met name genoemde personen, wegens het niet betalen van pacht, aan Wouter Cornelis' zoon. Gegeven in den jair ons Heren dusent vijffhondert ende soeven ende vertich den tyenden dach in Februario. Oorspr. (Inv. no. 90); met de zeer geschonden zegels der beide oorkonders in groene was. Door dezen zijn gestoken de brieven d.d. 1547 Februari 11 en 1547 Februari 12 (Reg. nos. 55 en 56). 
Datering: 1547 Februari 10 | 
Wij Wolff van Ztuivell ende Jan die Cock van Delwinen scepen in Zuylichem tugen dat voer ons 
comen is den gezwoeren boede ons genedigen heere van Gelre in Boemelderweerdt ende heeft gegyt dat 
hij van wegen Gerit Boeyenssz. ende Dirck Peterssz. als kerck meijsters ende Heijlich Geestmeijsters inder 
tijt der kercken ende den Heijligen Geest tot Zuylichem ende heefft gepandt van boven jaersche pachten ende 
van sculden aen alle guederen toebehoerende die armen die hyr naebesc. volgen die welcke sij den kerk 
meijsteren ende die Heilige geestmeijsteren voorsc.  van wegen die kercken ende den Heijligen Geest onthalden ende 
niet betaelt en hebben indien yersten Jacop Arntsz. erven Dirck Henricksz. Henrick Hermansz. Willem 
Ghijsbertsz. Neelken Dirck Rijken Gert Saelmons Tonis Jansz. in die Strert Henrick Jan Hie?rs Willem 
Goertsz. Arien Jansz. van Wilgen Jan Dircksz. den Langen tot Braekell Jan Dirksz. Cornelis van 
Wilgen Dirck Arntsz. Henrick van Amerroyen tot Nyewaell Cornelis Goertsz. Peter Cocken als 
momber der erffgenaemen Dirck Wouter Cocken die vicarien heer Arien Rijck Ghijsbertsz. Jan Timmerman 
Gerit Baeyensz. als momber der erffgenaemen Jan Geritsz., des vroech ons die richter wat dies 
voirsc. kerckmeijster ende Heijlich Gestmeijster voirsc. mit recht voert sculdich te doen w?aren dair op 
wijsden wij scepenen voersc. dat men die guederen voirsc. verbieden sall als recht is om sondaegen 
ter rechter missen tijt aen der kerck daer die guederen voirsc. gelegen sijn dat die te vercoepen 
waeren overmidts den kerck meijsters ende Heijlich Gest meijsters voirsc. als van gebreck der onbetaelden 
pachten van sculden voirsc. dat der kercken ende den Heijlige Geest voirsc. onthalden ende niet betaelt 
en sijn dit gescieden inden jaer ons Heeren dusent vijgghondert ende soeven ende vertich den vijffsten 
dach januarij dair nae tugen wij scepen voirsc. dat voir ons comen is den gezworen boede ons 
genedigen heeren voirsc. ende heft gegyet dat hij verboeden heft als recht is drie sonnendagen tot 
rechter missen tijt aender kercken voirsc. alle guederen der geender voirsc. dat die te vercoepen 
waren oevermidts Gerit Baeijensz. ende Dirck Petersz. als kerckmeijsters ende Heijlich Gest meijsters 
indertijt der kercken ende den Heijligen Geest voirsc. als vant gebrecke voirsc. daer nae tugen wij 
scepenen voersc. dat voir ons comen sijn den kerckmeijster ende den Heijligen Gest meijster voorsc. van 
wegen der kercken ende den Heijligen Geest voirsc. ende hebben vercoft alle guederen der gener voirsc. 
als dat behoert Wouter Cornelisz. in eenen Eijgendm erffelicken voir tyen scellingen te hebben 
ende te besitten als vant gebrack voirsc. In orconde onsser litteren. Gegeven inden jaer ons Heeren 
dusent vijffhondert ende soeven ende veertich den tyenden dach in februario. 
 | 
Transfix. Aanhangend: 11-02-1547
  | 
Bron: Heerlijkheid Zuilichem, inv. 90 - Regest nr. 54    | 
Delen:    Verstuur per email  | 
Bron info: Toegang 0448, Gelders Archief, Arnhem
  | 
11-02-1547. Wolff van Ztuivell en Jan die Cock van Delwynen, schepenen in Zuylichem, oorkonden, dat Wouter Cornelis' zoon wettig eigenaar is van de door hem gekochte goederen, bedoeld in den brief d.d. 1547 Februari 10 (Reg. no. 54), waardoor deze is gestoken. Gegeven in den jair ons Heeren dusent vijffhondert ende soeven ende vertich den ylffsten dach in Februario. Oorspr. (Inv. no. 90); met de geschonden zegels der beide oorkonders in groene was. Door dezen is gestoken de brief d.d. 1547 Februari 12 (Reg. no. 56). 
Datering: 1547 Februari 11  | 
Wij Wolff van Ztuivell ende Jan die Cock van Delwijnen scepen in Zuylichem tugen dat wij daer oever geweest 
hebben daer Wouter Cornelissz. in geset is oevermidts den gezwoeren richter ons genedigen heere van Gelre in 
Boemelerwaardt tot allen recht in allen guederen Jacop Arntssz. erven Dirck Henrickssz. Henrick Hermanssz. Willem 
Ghijsbertssz. Neelken Dirck Rijken Geert Saelmons Tonis Janssz. in die Strer?t Henrick Jan Hier?n Willem Goertsz. 
Arien Janssz. van Wilgen Jan Dirckssz. den Langen tot Braekell Jan Dirckssz. Cornelis van Willigen Dirck Arntssz. 
Henrick van Ammerzoyen tot Nyewaell Cornelis Goirtssz. Peter Cock als momber der erffgenaemen Dirk Wouter 
Cocken die vicarien heer Arien Rijck Ghijsbertssz. Jan Timmerman Gerit Baeyenssz. als momber Jan Geritssz. erffgenae- 
men ende die richter voirsc. verboet enen yegeliken den aenvanck van allen den guederen der ?aavank voirsc. 
op hier lijff ende op hoer goet dat nyemant die gebruyken noch besitten en solden hij en dede dat met 
will ende consent Wouter Cornelissz. ?es? voersc. offte hij en dede dat met eenen beteren recht. In oirconde onsser 
litteren. Gegeven inden jaer ons Heeren dusent vijffhondert ende soeven ende veertich den Ylffsten dach in februario. 
 | 
Transfix. Hangt aan: 10-02-1547 Aanhangend: 12-02-1547
  | 
Bron: Heerlijkheid Zuilichem, inv. 90 - Regest nr. 55    | 
Delen:    Verstuur per email  | 
Bron info: Toegang 0448, Gelders Archief, Arnhem
  | 
12-02-1547. Wolff van Ztuivell en Jan die Cock van Delwynen, schepenen in Zuylichem, oorkonden, dat Wouter Cornelis' zoon overgedragen heeft aan de kerk- en Heilige-Geestmeesters aldaar de rechten, voortvloeiende uit de brieven d.d. 1547 Februari 10 en 1547 Februari 11 (Reg. nos. 54 en 55), waardoor deze is gestoken. Gegeven in den jair ons Heren dusent vijffhondert ende soeven ende vertich den tvelffsten dach Februarii. Oorspr. (Inv. no. 90); met de zeer geschonden zegels der beide oor konders in groene was. 
Datering: 1547 Februari 12 | 
Wij Wolff van Ztuivell ende Jan die Cock van Delwijnen scepen in Zuylichem tugen dat voir 
ons comen is Wouter Cornelissz. ende heeft vercoft ende opgedraigen voir vijfftich pont gever pennin- 
gen die hij gyede dat hem betaelt sijn die brieven dair deesse tegenwoirdigen brieff 
doirsteken is ende allet 't gehaut der brieven gelijck als dair in gescreven steet Gerit Loeyenssz. 
als kerckmeijster der kercken van Zuylichem ende Dirck Peterssz. als Heijlich Geestmeijster tot 
Sulichem voorsc. ende tot behoeff der kercken ende den Heijligen Geest voersc. in eenen eijgendom 
erffeliken te besitten ende te gebruyken ende Wouter Cornelissz. voirsc. verteech op die brieven voirsc. 
ende op allet t'gehaut der brieven voersc. hij geloeffde dair oeck op doen te vertijen allen 
die geenen die dairvan sijnen wegen mit recht op vertijen sullen ende van sijnder weegen 
alle voerplicht aff te doen vanden selven. In oirconde onsser litteren.Gegeven inden jair ons Heren 
dusent vijffhondert ende soeven ende veertich den twelffsten dach februarij. 
 | 
Transfix. Hangt aan: 11-02-1547
  | 
Bron: Heerlijkheid Zuilichem, inv. 90 - Regest nr. 56    | 
Delen:    Verstuur per email  | 
Bron info: Toegang 0448, Gelders Archief, Arnhem
  | 
12-02-1547. Schepenen Aernt van Tuil en Dirick Muyll Arntssz. 
Aries Dirickssz. verkoopt door doorstoken brief aan Henrick Herdenack tbv Reijner van Aeswyn heer tot Brakel. 
 | 
opmerking op f.100: Transfix 
 
Wij Aernt van Tuill ende Dirick Muyll Arntssz. 
schepenn inn Zulichem tugenn dat voir ons comen is 
Aries Dirickssz. ende hefft vercofft ende opgedraegenn 
voir viefftich pont ghever pennynghe die hij ghiede 
dat hem betaelt sijnn denn brieff dair desenn 
tegenwoerdygenn brieff doirsteeckenn is ende allet 
t'gehout des brieffs gelijck als dayr inn gescre- 
venn steet Henrick Herdenack tot behoeff Reij- 
ner vann Aesswynn heer tot Brakell inn enen 
eijgendom erfflickenn te besittenn ende te gebruick- 
en ende Ariess Dirickssz. voyrss. verteech optenn brieff 
voirss. ende op allet tegehout des brieffs voirss. hij 
geloeffdenn dair oick op doen te vertienn allenn 
die genenn die dayr mit recht op vertien sullenn 
hij geloeffdenn oick Hendrick Hardenack voyrss. 
tot behoeff Reiner van Aesswin voyrss. den brieff 
voirss. end allet tegehout des brieffs voyrss. vann 
sinder wegenn te waerenn ten ewygenn daegenn 
alss recht is voyr allenn die genenn die ten recht 
comenn wyllenn. End van sijnder wegen alle 
voyrplicht aff te doenn vann den selven. In oir- 
konde onser literen. Gegevenn in denn jaer 
onss Herenn duisent vieffhondert ende 
soeven ende veertych den twelffstenn 
dach february. 
 | 
Transfix. Hangt aan: 05-12-1546
  | 
Bron: Familie Van Dam van Brakel, inv. 1211 (f.100v)    | 
Delen:    Verstuur per email  | 
Bron info: Toegang 0379, Gelders Archief, Arnhem
  | 
15-06-1547. Schepenen Arnt van Tuyl en Dirck Mayll Arntss. 
Jan Broenen en Peter Broenen als kerkmeesters van Aalst, met consent van Jasper Torck, heer van Aelst, beloven een tijns tbv de heilige geest meesters van Aalst, met name Henrick Janss. van Ypeler en Arnt Ghijsbertss, een tijns van 24 stuivers. | 
Wij Arnt van Tuyll ende Dirck Muyll Arntss. scepen in Zuylichem tugen dat voir ons comen sijn 
Jan Broenen ende Peter Broenen als kerckmeijsters inder tijt der kercke van Aelst ende hebben met 
wille ende consent Jasper Torck heer van Aelst van wegen der kercke voorss. geloeft Henrick 
Janss. van Ypeler ende Arnt Ghijsbertss. als heijlichgeestmeijsters inder tijt tot Aelst voerss. 
ende tot behoeff des heijlige geest voerss. thijns vier ende twentich gefaluwerde brabans 
stuver off ander goet paeyment daer voer in gelike werde alle jaer eweliken te betaelen 
ende te bieren opten heijlige korsdach uut alle guederen die welck die kerk van Aelst 
voerss. nutertijt heeft offte hyer naemaels vercrigen mach, welcken thijns voirss. werdt 
saeck dat hij alle jaer eeweliken opten termijndach der betalinge voerss. niet betaelt en 
waer dan soe sall daer alle weken daernaerstvolgende eenen peen van eenen stuiver genge ende 
gaeff opten thijns voirss. wassen ende gaen, welcken peen te gaeder metten thijns voirss. 
die heijlichgeestmeijsters van Aelst inder tijt verhaelen sullen ende moeten uut alle guederen 
der kercken voerss. wanneer sij's niet langer en sullen willen beijden ende Jan Broenen ende 
Peter Broenen voerss. als kerckmeijsters voerss. geloeffden oeck van weegen die kercke voerss. 
Henrick Janss. van Ypeler ende Arnt Ghijsbertss. als heijlichgeestmeijsters voerss. ende tot be- 
hoeff des heijlige geest voerss. den thijns voerss. te waeren met volder waerscappe ten ewi- 
gen daegen als recht is voer allen die genen die ten recht coemen willen met voerwaerden 
toegedaen als dat die kerckmeijsters inder tijt van Aelst den thijns voerss. aff sullen 
moegen lossen op eijnigen termijn dach voerss. inden yersten met allen verscenen thijnss ende 
dair naer met twentich gefaluwerde brabans gulden als voer der afflossinge des 
thijns voerss. In oerconde onsser letteren. Gegeven inden jaer ons Heeren dusent vijffhondert ende 
soeven ende vertich den vijfftyende dach in juno. 
 | 
bron: regionaalarchiefrivierenland.nl/ 
Archief 3068 Archief van de Geërfden (dorpsbestuur), vanaf 1810 Dorpspolder, Aalst, 1547 - 1954 
Inv. nr. 410a; zie https://hdl.handle.net/21.12108/B6A500BDCB0F467AA283BF1C658C88A1 | 
Bron: Overigen, inv. 410-a    | 
Delen:    Verstuur per email  | 
Bron info:  nadere gegevens over de bron wordt bij de acte vermeld.
  | 
00-00-1548. Schepenen Aernt van Tuyl en Dirick Muyll Aertss. 
Peter dye Gier Egenss. draagt de doorgestoken brief over op joncker Reiner van Aesswijn heer tot Brakel. | 
Wij Aernt van Tuyll end Dirick Muyll Aertss. 
scepenn inn Zulichem tugenn dat voir ons comen 
is Peter dye Gier Egenss. ende hefft vercofft ende 
opgedraegenn voyr viefftych pont gever pennynghe 
die hij ghiede dat hem betaelt sijnn denn brieff 
dair desenn tegenwoerdygenn brieff doirstekenn 
is end allet 'te gehout des brieffs gelijck alss 
dayr in geschrevenn steet joncker Reiner van 
Aesswijnn heer tot Brakell inn enen eijgendom 
erfflicken te besitten. End te gebruycken ende Peter dye 
... 
 | 
[akte is niet afgemaakt. Gezien de genoemde schepenen zal het jaar waarschijnlijk ca. 1548 moeten zijn] 
 | 
Transfix. Hangt aan: 10-06-1401
  | 
Bron: Familie Van Dam van Brakel, inv. 1211 (f.86v)    | 
Delen:    Verstuur per email  | 
Bron info: Toegang 0379, Gelders Archief, Arnhem
  | 
06-01-1548. Schepenen Arnt van Tuil en  Dirck Muijl Arntsz. 
Stans Wijkensz. belooft een tijns aan joncker Reiner van Aeswyn heer tot Brakel uit zijn huis en hofstad te Brakel. | 
Stans Wyckenssz. gifft jaerlix eijnen carolus gulden den heren thott Brackell op Petrie ad Cathedram 
 
marge: 1 carolus gulden op petri 
 
Wij Arnt van Tuill ende Dirck Muijll 
Arntssz. schepen in Zulichem tugen dat 
voyr ons coemen is Stans Wijkenssz. ende hefft 
geloefft joncker Reiner van Aesswyn heer 
tot Brakell thins eenen guldenn brabans 
twentich gefaluwierde brabans stuiver voerden 
gulden gerekent off ander goet paiment dayr 
voir in gelicker weerdenn te betaelenn op synte 
Peters dach ad Cathedram naestcoemende oever 
een jaer ende daer nae voirt alle jaer ewelick 
te betaelenn ende te boerenn op sinte Peters dach 
voyrss. uuit sijn huis ende hoffstat gelegenn in- 
den gericht van Brakell boeven naestgelegen 
Lieskenn Hoeffmeisters ende beneden Derck Aertssz. 
voirss. welcken thins voirss. weerdt saeck dat hij 
alle jaer ewelickenn optenn termijn dach der 
betaelinge voirss. niet betaelt en weer dan soe 
sall daer alle weckenn dair naestvolgende enen 
peen van enen halvenn stuiver geng ende geeff 
optenn thins voirss. wassen ende gaen welcken 
peen te gaeder metten thins voirss. joncker 
Reiner van Aesswynn heer tot Brakell 
voirss. verhaelen sall ende mach uuitten 
guederen voirss. wanneer hij's niet langher 
en sall wyllenn beiden ende Stans Wic- 
kenss. voirss. geloeffdenn oeck joncker 
Reiner van Aesswyn voirss. den thins 
voirss. te waerenn tot onss lantrecht ende voert 
met volder waerschappen ten ewygen daegen als 
recht als recht is voir allen die genen 
die ten recht coemen wyllen met voerwaerden 
toegedain als dat Stans Wickenss. voirss. den 
thins voirss. aff sall moegen lossen op eynigen 
termijn dach voirss. inden iersten metten versche- 
nen thins ende dair nae met soeventienden 
halvenn brabans gulden als voirss. sijn off 
payment dair voir als voirss. steet 
als voir die afflossynghe des thins voirss. 
In oirkonde onsser letteren. Gegeven intt 
jaer ons Herenn duysent vyeff hon- 
dert ende acht ende veertich den sesten dach yn 
januario. | 
Bron: Familie Van Dam van Brakel, inv. 1211 (f.111v+112)    | 
Delen:    Verstuur per email  | 
Bron info: Toegang 0379, Gelders Archief, Arnhem
  | 
06-01-1548. Schepenen Arnt van Tuil en Dirick Muyll. 
Ick Arnt van Tuill voerss. Henrick Arienss., Henrik Geritss., Helmich Aelerss. weduwe, Cornelis Arien Goessens, Geryt 
Vikenss., Stans Vikenss., Jan Arienss. inden Haege en Peter Willemss.  verklaren aan jonker Reiner van Aeswin de pacht en tijns betaald te hebben over de goederen van de gevluchte Reiner Joestemsz. | 
Beckentenisse der nachbuyren eijns 
deels thot Brackell dat sijn ?A?esswijns 
handen betalt hebben alle die achter 
stendige pachten dye van Reijner 
Joesten opgewonnen sijnnen. 
 
Wij Arnt van Tuil ende Dirick Muyll 
scepen in Zulichem tugen dat voer ons 
coemen sijnn ick Arnt van Tuill voerss. Henrick 
Arienss. voerss. Henrik Geritss. Helmich Aelerss. 
weduwe met haeren gecoeren momber Cornelis 
Arien Goessens met haeren gecoeren momber Geryt 
Vikenss. Stans Vikenss. Jan Arienss. inden 
Haege ind Peter Willemss. ende hebbenn becantt 
dat sij an joncker Reiner van Aesswins 
handen betaelt hebbenn dye pachten ende 
thinssen die verschenen sijn synder dat 
Reiner J?oestenss. fugative off vluchtch ghe- 
wordenn is ende die guederen yerst geseques- 
thriert vanden bischop ende nae metten 
geestlicken rechtenn opgewonnen vermoe- 
gens der sentencien ind derich den amptman 
ind richter vercont schepen ingesat is woer- 
denn. In oerkonde onser litterenn. Gegeven 
inden jaer ons Heren dusent vieff 
hondert ende acht ende veertych den sesten 
dach in januario. | 
Merk op dat dit Reijner Joosten, voormalig pastoor van Brakel betreft. 
Over hem is al heel wat gepubliceerd. Zie bijvoorbeeld: http://www.biografischwoordenboekgelderland.nl/bio/2_Reijner_Joosten en over zijn leven is zelfs een documentaire gemaakt door de NCRV uitgezonden 15-dec-2007 in de serie "Wonderlijke wegen". (zie ook het boek "Hij preekte, hij leerde altoos ...', predikanten portretten uit vijf eeuwen, door Jan Peter Schouten, 2015, ISBN 978-90-8704-511-1, uitgeverij Verloren, Hilversum.) 
 | 
Bron: Familie Van Dam van Brakel, inv. 1211 (f.114v)    | 
Delen:    Verstuur per email  | 
Bron info: Toegang 0379, Gelders Archief, Arnhem
  | 
06-01-1548. Schepenen  Aernt van Tuil en Dirick Muil  
Henrick Arienssz. belooft een tijns aan jonker Reiner van Aesin heer tot Brakel uit land te Brakel | 
Henrick Adriansse hefft geloyft 
twe lopenden gulden tho betalen 
op sunthe peter ad cathedram 
 
marge: II gulden lopens op petri 
 
Wij Aernt van Tuil ende Dirick 
Muil schepen in Zulichem tu- 
gen dat voer ons comen is Henrick Arienssz. 
ende hefft geloefft joncker Reiner van 
Aesswin heer tot Brakell thins twe gulden 
loepens gelt twintich loepender stuiver voer yege- 
lickenn gulden gerekent off ander goet paiment 
daer voer in gelicker weerdenn te betaelenn 
op sinte Peters dach ad cathedram naestcomende 
daer nae voer alle jaer ewelickenn te betaelen 
ende te boeren op sinte Peters dach voerss. uyt acht- 
tehalf hont lants gelegenn inden gericht van 
Brakell opt Herict boeven naestlantgelegen Arnt 
Dirckssz. ende benedenn Beris Wouterssz. welcken 
thins voerss. weert saeck dat hij 
alle jaer ewelickenn opten termijn dach der be- 
taelinge voerss. niet betaelt en weer dan so 
sall daer alle daegenn daer naestvolghende enen 
peen van enen halvenn stuver geng ende 
geef optenn thins voorss. wassen ende gaen 
welcken peen te gaeder metten thins voerss. 
joncker Reiner van Aesswyn voerss. verhae- 
lenn sall ende mach uitten 
lande voerss. wanneer hi's niet langer 
en sal willenn beiden end Henrick 
 
Arienssz. voerss. geloeffdenn oeck joncker Rei- 
ner van Aesswin voerss. den thins voerss. te wae- 
renn tot tot onsen lantrecht ende voer mett 
volder waerschappenn ten ewigen daegen als 
recht is voer allenn die genen die ten recht coe- 
men willenn met voerwaerden toegedaen als dat 
Henrick Arienssz. voerss. den thins voerss. 
aff sal moegenn lossen op enigen sunte Peters 
dach ad cathedram voerss. inden iersten met al- 
len verschenenn tinssen end dair nae mett 
twee ende dertich gulden als voerss. sijnn off pay- 
ment daer voer als voerss. steet als voer die afflos- 
singe des thins voerss. In oerkonde onser 
litteren. Gegeven inden jaer ons Heren duisentt 
vieffhondert ende acht ende veertich 
den sesten dach in januario. 
 | 
Bron: Familie Van Dam van Brakel, inv. 1211 (f.115+115v)    | 
Delen:    Verstuur per email  | 
Bron info: Toegang 0379, Gelders Archief, Arnhem
  | 
06-01-1548. Schepenen Arnt van Tuil en Dirick Muil Arntssz. 
Helmich weduwe Alaert Geritssz. belooft een tijns aan  Reinder van Aeswin heer tot Brakel uit een hofstad te Brakel. | 
Helmich Alertz geloft 
jairlix 1 carolis gulden op 
sunthe Peter ad cathedram. 
 
marge: I gulden op petri 
 
Wij Arnt van Tuil ende Dirick 
Muil Arntssz. schepenn in Zulichem tugen 
dat voer ons coemen is Helmich weduwe Alaert 
Geritssz. met hoeren gecoeren momber ende 
hefft geloefft Reinder van Aesswin heer tot 
Brakell thins eenen Carolus keisers gulden 
twentich gefaluweerde brabans stuver voer denn 
guldenn gereeckent off ander guet paiment daer 
voer in gelicker weerdenn op Sunte Peters dach 
naestcommende oever een jaer ende daer nae 
voert alle jaer ewelickenn te betalenn end te boe- 
ren op Sunte Peters dach voerss. uut een hofstat 
met allenn hoeren potinge ende toebehoerenn 
gelegen inden gericht van Brakel boeven naest- 
gelegenn Fraen Zegerssz. ende beneden Willem 
Arissz. voert wie der hoffstadt voerss. allomme 
met recht naestgelegenn is welcken tins 
voerss. weerdt saeck dat hij alle jaer ewelickenn 
optenn termijn dach der betalinge voerss. niet 
betaelt en weer dan soe sal daer alle weecken 
daer naestvolgende eenen peen van eenen halven 
stuver geng end geeff optenn thins voerss. wassen 
ende gaen welcken peen te gaeder metten tins 
voerss. Reiner van Aesswyn voerss. verhalenn 
sall ende mach uitten guederen voerss. wan- 
neer hi's niet langer en sall willenn beiden 
ende Helmich weduwe voerss. met hoerenn 
gecoerenn momber geloefden oeck Reiner van 
Aesswin heer tot Brakel voerss. den thins voerss. 
te waeren met volder waerschappen ten ewi- 
gen daegenn als recht is voer allen die 
genen die ten recht comen willenn mit voer- 
waerdenn toegedaenn als dat Helmich wedue 
voerss. den thins voerss. alltit opten termijn dach 
voerss. aff sal moegen lossen inden iersten metten 
verscenen thinss end daer nae met soeventien- 
denhalvenn karolus keisers gulden als voerss. 
sijnn off paiment daer voer als voerss. staet als 
voer die afflossinge des thins voerss. In oer- 
konde onser litterenn. Gegeven inden jaer ons He- 
ren duisent viefhondert end acht ende veertich den 
sesten dach in januario. 
 | 
Bron: Familie Van Dam van Brakel, inv. 1211 (f.115v+116)    | 
Delen:    Verstuur per email  | 
Bron info: Toegang 0379, Gelders Archief, Arnhem
  | 
06-01-1548. Schepenen Arnt van Tuil en Dirck Muil Arntsz. 
Arnt van Tuil belooft een tijns aan Reiner van Aeswin heer tot Brakel uit een perceel land te Brakel. | 
Arnt van Tuyll gelofft 
drye gulden op petrii 
 
marge: III gulden op petri 
 
Wij Arnt van Tuil ende Dirck Muil Arntsz. 
scepen in Zulichem tugen dat ick 
Arnt van Tuill voerss. geloefft hebbe 
Reiner van Aesswin heer tot Brakel thins 
drie guldenn loepens gelt twyntich loepender 
stuver voer iegelickenn guldenn gerekent off 
ander goet paiment daer voer in gelicker 
weerdenn te boerenn op Sunte Peters dach ad 
cathedram naestcoemende oever een jaer ende 
daer nae voert alle jaer ewelicken te betaelen 
ende te boeren op Sunte Peters dach voerss. uyt 
eenen mergen lants gelegen inden ghe- 
richt vann Brakel int Luisvelt vrilant boeven 
naestlant gelegenn Jan Dirckssz. ende 
beneden Aleijt Meussen welcken thins voerss. 
weerdt saeck dat hij alle jaer ewelickenn opten 
termijn dach der betaelinge voerss. niet betaelt 
en weer dan soe sall daer alle daegen daer- 
naestvolgende eenen peen van eenen stuiver geng ende 
geeff opten thins voerss. wassen ende gaenn 
welcken peen te gaeder metten thins voerss. Rei- 
ner van Aesswin heer tot Brakel voerss. verhalenn 
sall ende mach uyttenn lande voerss. wanneer 
hi's niet langer en sall wyllen beidenn. End 
ick Arnt van Tuyll voerss. geloeffden oeck Rei- 
ner van Aesswynn voirss. den thins voyrss. 
te waerenn tot onsenn lantrecht ende voert 
met volder waerschappenn tenn ewygenn 
daegenn als recht is voer allenn die genen 
dye ten recht comen willenn met voer- 
waerdenn toe gedaenn als dat ick Arnt van 
Tuyll voerss. denn thins voerss. altit aff sall 
moegenn lossen opten termijn dach voerss. inden 
ierstennmet allen verschenen ombetaelden tijnss 
ende daer nae met viefftich gulden als voerss. 
sijnn off paiment daer voer als voerss. steet 
als voer die afflossinge des thins voerss. In 
oerkonde onser litterenn. Gegeven inden 
jaer ons Heren dusent vijffhondert end 
acht ende veertych desn sestenn dach in 
januario. | 
Bron: Familie Van Dam van Brakel, inv. 1211 (f.116v+117)    | 
Delen:    Verstuur per email  | 
Bron info: Toegang 0379, Gelders Archief, Arnhem
  | 
06-01-1548. Schepenen Arnt van Tuill en Dirck Muill Arntssz. 
Henrick Gheritsz. belooft een tijns aan Reiner van Aeswyn, heer tot Brakel uit een perceel land genaamd de Lange kamp te Brakel. | 
Henrick Gerritsen gelofft 
drye gulden lopens op petrii. 
 
marge: III lopens gulden op petri 
 
Wij Arnt van Tuill ende Dirck Muill 
Arntssz. schepenn in Zulichem tugen 
dat voir ons comen is Henrick Gheritssz. ende 
hefft geloefft Reiner van Aesswynn heer tot 
Brakell thins drye gulden loepens gelt twen- 
tich loepender stuiver voer iegelicken gulden ge- 
rekent off ander goet payment daer voer in 
gelicker weerden te betaelenn op Sunte Peters ad 
cathedram naestcoemende die oever eyn jaer ende 
daer nae voert alle jaer ewelicken te betaelen 
end te boerenn op sunte Peters dach ad cathedram 
voerss. uittenn Langen kamp gelegenn inden 
gericht van Brakell in die Bevinge boevenn 
naestlant gelegen is welcken thins voirss. Ge- 
rickenn Roelophs end beneden Martijn van 
Rossem voert wieden lande voerss. allomme met recht 
naestlant gelegenn is. Welcken thins voyrss. 
weerdt saeck dat hij alle jaer ewelicken opten 
termijn dach der betaelinge voerss. niet betaelt 
en weer dan soe sall daer alle daegen daer- 
naestvolgende eenen peen van eenen stuiver 
geng end geeff opten thins voerss. wassen 
end gaen welckenn peen te gaeder met- 
ten thins voerss. Reiner van Aesswyn voerss. 
verhaelen sall ende mach uitten lande voerss. 
wanneer hi's niet langer en sall wyllen beiden. 
End Henrick Gheritssz. voerss. geloeffden oeck 
Reiner van Aesswin heer tot Brakell voerss. 
denn thins voerss. te waeren tot onsen lantrecht 
end voert met volder waerschappen ten ewi- 
genn daegenn als recht is voer allen die ge- 
nenn die ten recht coemen wyllenn mett 
voerwaerden toegedaen als dat Hendrick Geritssz. voerss. 
den thijns voerss. aff sal moegen lossen altit opten termijn 
dach voerss. inden iersten met allen verschenen onbetaelden 
thijns end daer nae met vijftich gulden als voerss. sijn 
off paiment daer voer als voerss. steet als voer die 
afflossinge des thins voerss. In oerkonde onser lit- 
teren. Gegeven inden jaer ons Heren duysent vief- 
hondert ende acht ende veertich denn sestenn 
dach in januario. | 
Bron: Familie Van Dam van Brakel, inv. 1211 (f.117+117v)    | 
Delen:    Verstuur per email  | 
Bron info: Toegang 0379, Gelders Archief, Arnhem
  | 
06-01-1548. Schepenen Arnt van Tuil en Dirck Muil Arntssz. 
Gherit Vikenssz. belooft een tijns aan Reiner van Aeswyn heer tot Brakel  uit een perceel land te Brakel. | 
Gerrit Vyckensz. gelofft 
twe gulden lb. op Petrii. 
 
marge: II gulden lb. op Petrii. 
 
Wij Arnt van Tuill end Dirck Muill 
Arntssz. schepen in Zulichem tugen dat 
voer ons comen is Gherit Vikenssz. end hefft 
geloefft joncker Reiner van Aesswyn heer tot 
Brakel thins twe gefaluweerde brabans gulden 
twintich gefaluweerde brabans stuiver voer iegelicken 
gulden gerekent off ander goet paymen daer voer 
in gelicker weerdenn te betaelenn op sunte Peters 
dach ad cathedram naestcoemende oever een jaer 
end daer nae voert alle jaer ewelickenn te betaelen 
end te boeren op sunte Peters dach voerss. uit eenen 
mergen lants gelegenn inden gericht van Bra- 
kel affter die weterynge boeven naestlant 
gelegenn Joechem van Gyessen end benedenn 
de vicarien lant onser liever vrouwen tot Bra- 
kel. Voert wie den lande voerss. allomme mett 
recht naestgelegenn is. Welckenn thins 
voerss. weerdt saeck dat hij alle jaer ewelicken 
optenn termijn dach der betaelinge voerss. niett 
betaelt en weer dan soe sall daer alle daege daer 
naestvolgende eenen peen van eenen halven 
stuiver geng end geeff opten thins voerss. wassenn 
end gaen welcken peen te gaeder metten thins 
voerss. joncker Reiner van Aesswin voerss. 
verhaelenn sal ende mach uitten lande voerss. 
wanneer hij's niet langer en sall wyllenn 
beijdenn. End Gerit Vikenssz. voerss, geloeffden 
oeck joncker Reiner van Aesswin heer tot 
Brakel voerss. den thins voerss. te waeren tot onsen 
lantrecht end voert met volder waerschappen 
ten ewigenn daegenn als recht is voer allen die 
genenn die ten recht coemen wyllenn met voer- 
waerden toegedaenn als dat Gherit Vikenssz. 
voerss. desenn thins voerss. aff sall moegen lossen 
optenn termijn dach voerss. inden iersten 
met allen ombetaelden verschenen thins ende daer 
nae met drieendertich gulden als voerss. sin off pay- 
ment daer voer als voerss. steet als voer dye 
afflossinge des thins voerss. In oerkonde onser 
litteren gegevenn inden jaer ons Heren du- 
sent vyeffhondert ende acht ende veertich den 
sestenn dach in januario. | 
Bron: Familie Van Dam van Brakel, inv. 1211 (f.118+118v)    | 
Delen:    Verstuur per email  | 
Bron info: Toegang 0379, Gelders Archief, Arnhem
  | 
05-03-1548. Schepenen Aernt van Tuyll en Dirick Muill Aerntss. 
Peter die Gier Egens draagt de doorgestoken brief over op  joncker Reiner van Aesswynn heer tot Brakell. 
 | 
bovenschrift: Transsfix 
 
Wij Aernt van Tuyll end Dirick Muill Aerntss. 
schepenn inn Zulichem tugenn dat voir ons co- 
menn is Peter die Gier Egens end heft vercofft ende 
opgedraegenn voir viefftich pont gever pennyngen 
die hij ghiede dat hem betaelt sijnn den brieff 
dair desen tegenwoerdigenn brieff doirstekenn 
is end allet tegehout des brieffs gelick alss 
dair inn geschrevenn joncker Reiner van 
Aesswynn heer tot Brakell inn eenen eijgen- 
dom erflickenn te besittenn end te gebruicken 
end Peter die Gier voirss. verteech opten brieff voirss. 
end op allet tegehout des brieffs voyrss. hij 
geloeffdenn dair oick op doen te vertienn 
allenn die genen die dair van sijnder wegen 
met recht op vertien sullenn hij geloeffden 
oick joncker Reiner van Aesswin voirss. den 
brieff voirss. end allet tegehout des brieffs 
voyrss. van sijnder wegenn te waeren met volder 
waerschappenn tenn ewygenn daegenn alss recht 
is voir allen die genenn die ten recht comenn 
willenn end van sijnder wegenn alle voirplichtt 
aff te doynn van denn selvenn. In oirkon- 
de onser literenn. Gegeven inden jaer onss 
Herenn duysent vyeffhondert end acht ende 
veertych denn vyeffstenn dach inn merdt. 
 | 
Transfix. Hangt aan: 27-02-1481
  | 
Bron: Familie Van Dam van Brakel    | 
Delen:    Verstuur per email  | 
Bron info: Toegang 0379, Gelders Archief, Arnhem
  | 
05-03-1548. Schepenen Aernt van Tuyll en Dirck Muill Arntsz. 
Peter die Gier Egenssz. draagt een tijns over op joncker Reiner van Aesswijnn heer tot Brakel. | 
Wij Aernt van Tuyll ende Dirck Muill 
Arntsz. schepenn in Zulichem tugenn dat 
voir ons comen is Peter die Gier Egenssz. ende heft 
vercofft end opgedraegenn voir viefftich pont 
ghever pennynge die hij giedenn dat hem be- 
taelt sijnn die brievenn dair desen tegenwoer- 
digenn brieff doirstekenn is end alle 'te ge- 
gout der brieve gelijck alss dair inn gescreven 
steet joncker Reiner van Aesswijnn heer tot Bra- 
kell inn enenn eijgendom erfflickenn te be- 
sittenn end te gebruickenn. te besittenn Peter die 
Gier voirss. verteech op die brieve voirss. end op 
allet 'te gehout der brievenn voirss. hij geloef- 
denn daer oick op doen te vertien allen die ge- 
nenn die dair mit recht op vertien sullenn. 
Hij geloeffdenn oick joncker Reiner van Aess- 
winn voirss. die brieven voirss. end allet 'te ge- 
hout der brieven voyrss. te waeren tot onsen lant- 
recht ten ewigen daegen alss recht is voir 
allenn die genen die tenn recht comen wil- 
lenn end van sijnder wegenn alle voirplicht 
aff te doynn vann den selven. Inn oir- 
konde onser literen. Gegeven int jaer onss Heren M.CCCCC. 
end acht ende veertich den vieffsten mert. 
 | 
Transfix. Hangt aan: 01-08-1515
  | 
Bron: Familie Van Dam van Brakel, inv. 1211 (f.81)    | 
Delen:    Verstuur per email  | 
Bron info: Toegang 0379, Gelders Archief, Arnhem
  | 
05-03-1548. Schepenen Aernt van Tuil en Dirck Aerntssz. Muyl. 
Peter die Gier Egenssz. draagt de doorsteken brief over op Joncker Reiner van Aesswyn heer tot Brakel. | 
Wij Aernt van Tuill end Dirck Aerntssz. 
Muyll schepenn in Zulichem tugenn dat voyr onss 
comen is Peter die Gier Egenssz. end hefft vercofft end op- 
gedraegenn voyr viefftych pont gever pennynghenn dye 
hij ghieden dat hem betaelt sijnn denn bryeff 
dair desenn tegenwoerdygenn brieff doyrstekenn is 
end allet 'te gehout des brieffs gelijck alss dair inn 
gescrevenn steet Joncker Reiner van Aesswynn heer 
tot Brakell inn enenn eijgendom erfflickenn te besitten 
end te gebruyckenn. End Peter dye Gier voirss. verteech 
optenn brieff voyrss. end op allet 'te gehout dess brieffs 
voyrss. Hij geloeffdenn dayr oick op doenn te vertijen allen 
die genenn dye dayr mit recht op vertienn sullenn. Hij 
geloeffdenn oick Joncker Reiner van Aesswyn voyrss. 
den brieff voyrss. end allet 't gehout des brieffs voyrss. 
te waerenn tot onsenn lantrecht tenn ewygen daegen alss 
recht is voir allenn die genenn die tenn recht comen 
willenn end vann sijnder wegenn alle voirplicht 
aff te doynn van denn selvenn. Inn oyrkunde 
onser literenn. Gegevenn indenn jair onss Heren 
duisent vieffhondert end acht ende veertich 
den vyeffstenn inn martio. | 
Transfix. Hangt aan: 19-04-1474
  | 
Bron: Familie Van Dam van Brakel, inv. 1211 (f.85v)    | 
Delen:    Verstuur per email  | 
Bron info: Toegang 0379, Gelders Archief, Arnhem
  | 
05-03-1548. Schepenen Arnt van Tuill en Dirck Muyll Aertssz. 
Peter die Gier Egenssz. verkoopt de doorstoken brief aan Joncker Reiner van Aesswin heer tot Brakell. 
 | 
Transfix 
 
Wij Arnt van Tuill end Dirck Muyll Aertssz. 
schepenn in Zulichem tugen dat voer 
ons comen is Peter die Gier Egenssz. ende 
hefft vercofft end opgedraegen voer hondert 
pont ghever pennyngen die hi ghiedenn 
dat hem betaelt sin die brieven daer desen 
tegenwoerdigenn brieff doerstekenn is end 
allet 'te gehout der brievenn gelick als daer 
in geschrevenn steet Joncker Reiner 
van Aesswin heer tot Brakell in eenen 
eigendum erffelickenn te besittenn end 
te gebruickenn end Peter die Gier voerss. ver- 
teech op die brievenn voerss. end op allett 
'te gehout der brevenn voerss. Hi geloeffden 
daer oeck op doenn te vertienn allenn die 
genen die daer met recht op vertienn 
sullenn. Hi geloeffdenn oeck Joncker 
Reiner van Aesswin voerss. die brieven 
voerss. end allet te gehout der brevenn 
voerss. te waerenn ten ewygenn daegen 
als recht is voer allenn die geenen die 
ten recht coemen willenn end van 
sinder weghenn alle voerplicht aff te 
doen van denn selven. In oerkonde on- 
ser letterenn. Gegevenn inden jaer ons 
Herenn dusennt vyeff hondert ende 
acht end veertich den vyeffsten dach mert. 
 | 
Transfix. Hangt aan: 03-03-1545
  | 
Bron: Familie Van Dam van Brakel, inv. 1211 (f.89+89v)    | 
Delen:    Verstuur per email  | 
Bron info: Toegang 0379, Gelders Archief, Arnhem
  | 
05-03-1548. Schepenen Aernt van Tuill en Dirick Muyll Aerntsenn. tevens leenmannen van Reiner van Aesswynn. 
Peter die Gyer Egenssz. draagt een groot aantal goederen te Brakel over op Reiner van Aesswyn heer tot Brakell. | 
Wij Aernt van Tuill ende Dirick Muyll 
Aerntsenn, leenmannen joncker Reiner van Aess- 
wynn heer tot Brakell ende schepenn inn 
Zulychem tugenn dat voyr ons comen is Pe- 
ter die Gyer Egenssz. ende hefft vercofft ende 
opgedragenn voir duysent pont gever penninge die 
hij ghiedenn dat hem betaelt sijnn indenn 
yersten die groete cavelinge groet wesende drie 
mergenn lantz gelegen inden ghericht vann 
Brakell boevenn naestlant gelegenn Wyllem 
Peterssz. die Gemeijnn Zijvendt westwaert noch 
die cleijnn cavelynge eenenn mergen groet inden 
ghericht voirss. gelegen boeven Wyllem Peterssz. be 
nedenn die Gemeijnn Zijvendt voirss. noch drye 
mergenn inden ghericht voyrss. Oever die Zwijven? 
geheijtenn die Lange Ackers metten grient 
daer Yewen met thins die tegenwoerdyge jaer 
het begryckt an heefft boevenn naestgelegen 
Giesbert vann Braickell Arnken Jaerstinss 
beneden noch ylff hont lantz gelegen beneven den 
Prenck Oever die Zijvend in twe deelenn die ene 
helfft soevenn hont end dat ander deell 
vier hont geheijtenn Tonis Kempken ende 
uuit dit voyrss. soempkenn geet jaerlix uyt 
ilff stuver Onser Liever Frouwen Altaer 
ende drie oeck stuiver noch Sunte Jans Altaer 
anderhalvenn stuver ende den Hijlligen 
Geest eenen braspennynck oestwert naest lant 
gelegenn Yewen Hermanssz. westwaert dye 
gemeijnn Zeijvend noch anderhalven mergen 
lants indenn gericht voirss. gelegenn int Luise- 
velt oestwaerdt naestlant gelegenn Andriess 
Wyllemssz. ende weestwayrt Sunte Jans vyca- 
ryen lant noch dertienn hont lants inden gericht 
voyrss. int Luisvelt gelegenn boevenn naestlant 
gelegenn Lyes Claess. met hoerenn kynderen 
ende beneden Ott Peeck noch soevenn hontt 
lants noch soevenn hont lants achter die we- 
terynge oestwaerdt naestlant gelegen Hees Ge- 
lummers westwaert Dirick die Cleijns erven 
noch soeven hont lants gelegenn inden gericht 
voirss. op Langraeck zuitwaert naest lantgelegenn 
Jan Arntssz. Ballynck noerdwaert de kerken- 
lant tot Brakel noch ander halvenn mergen 
lants gelegenn indenn gericht voirss. t'eijnten 
die breetstege oesstwaert naestgelegenn der ker- 
kenlant tot Brakell westwairt der vicarien lant 
tot Brakell noch elff hont lants gelegenn 
tusschen die sluiss die sluiss oestwaerdt 
der kerckenn lant van Brakell westwaert dat ge- 
meijnn lanth inn die bevynge legen noch 
twe mergenn lants gelegenn inden gericht 
voyrss. op Loevensvelt off waert naestlant gelegen 
Wyllem Huygenn westwairt Jan Vekenssz. 
noch sijnn huiss ende hoffstat met allenn 
sinenn timmerynge potinge ende sijnenn toe- 
behoerenn metten thins hoendren nae ver- 
moegenn ende luyt des leenboex metten haer- 
genn wylligenn met alles gheens hij bynnen 
Brakell hefft van thuiss offte anderen erfftaelen 
die welck nu deess tegenwoerdigen bryeff 
niet benoemt en staen noch vieff hont lants 
gelegenn inden gericht voyrss. boeven int Luys- 
velt het welck Peter Willemsz. gecofft hefft voir 
hondert daelders op conditien soe veer hij betaelt 
die hondert daelders voyrss. tot korsmis naest- 
comende ende ingevall Peter Willemssz. voirss. 
niet en betaelden\ als voirss. steet so sall hij enn 
pont groet geven voir die huer van dit jaer end 
dan sal joncker Reiner van Aesswynn heer tot 
Brakell dit voirss. lant behalden offte die pen- 
nynge voirss. boerenn end ontfangenn voirt wie 
allenn deess voirss. guederen een iegelick by- 
sonder alomme int recht naestlant gelegen sijn 
joncker Reiner vann Aesswynn heer tot Bra- 
kell voirss. inn inenn eijgendom erfflicken 
te besittenn ende te begruykenn sonder thins 
uutgesondert denn thins die inn deess tegen- 
woerdygenn brieff benoempt steet end met 
dick dayr sloet ende weteringe die dair met 
recht toe behoert end Peter die Gier voirss. 
verteech op alle dese guederen voyrss. guederenn 
hij geloeffdenn dair oick op doynn te vertijen 
allenn die genenn die dair mit recht op ver- 
tijenn sullenn hij geloeffdenn oick joncker 
Reiner vann Aesswin heer tot Brakel voyrss. 
alle dese voirss. guederenn thinss thins hoendren 
voirss. te waerenn tot onsenn lantrecht end voirt 
met volder waerschappenn ten ewigen daege 
als recht is voir allenn die genenn die tenn 
recht comen wyllen end alle voirplicht aff 
te doynn van den selvenn sonder den dijck 
dan sloot ende weteringhe end den thinss voirss. 
noch soe drecht Peter die Gier voyrss. op joncker 
Reiner van Aesswyn heer tot Brakell voirss. 
alle brievenn hoe hij die inich sins heeft 
offte gecrijgenn mocht sprekende op deese gue- 
deren voirss. niet dair van uitgesondert. In oir- 
konde onser literen. Gegevenn inden jaer onss 
Herenn duysent vijffhondert end acht ende 
veertich den vijffsten dach in martio. 
 | 
Bron: Familie Van Dam van Brakel, inv. 1211 (f.93+93v+94)    | 
Delen:    Verstuur per email  | 
Bron info: Toegang 0379, Gelders Archief, Arnhem
  | 
05-03-1548. Schepenen Aernt van Tuil en Dirick Muyll. 
Peter die Gier Egenssz.  verkoopt de doorgestoken brief aan Reiner van Aesswyn heer tot Brakel | 
Wij Aernt van Tuill end Dirick Muyll scepen 
in Zulichem tugen dat voir ons comen is Peter die Gier 
Egenssz. end hefft vercofft ende opgedraegenn voir 
viefftich pont gever pennynge die hij ghieden dat 
hem betaelt sijnn denn bryeff dair desenn 
tegenwoerdigen brieff doirstekenn is end allet 
'te gehout des brieffs gelick alss daer inn ge- 
screvenn steet joncker Reiner van Aesswyn 
heer tot Brakel inn enenn eijgendom erff- 
licken te besittenn ende te gebruickenn end 
Peter die Gier Egenssz. voirss. verteech optenn brief 
voirss. ende op allet 'te gehout dess brieffs voirss. 
hij geloeffdenn daer oeck op doen te vertienn 
allenn die genen die dayr mit recht op vertien 
sullenn. Hij geloeffden oeck joncker Reij- 
ner van Aesswynn voirss. den brieff voirss. 
end allet 'te gehout des brieffs voyrss. te waeren 
tot onssen lantrecht ten ewigenn daegenn als 
recht is voir allenn die genen die ten recht 
comenn. End van sijnder wegenn alle voirplicht 
aff te doen vandenn selvenn. Inn oirkonde 
onser literen. Gegeven indenn jaer ons Heren duy- 
sent vyeffhondert acht ende veertich den viefsten 
dach inn mert. 
 | 
Transfix. Hangt aan: 25-07-1458
  | 
Bron: Familie Van Dam van Brakel, inv. 1211 (f.95)    | 
Delen:    Verstuur per email  | 
Bron info: Toegang 0379, Gelders Archief, Arnhem
  | 
05-03-1548. Schepenen Aernt van Tuil en Dirick Muyl Arntssz.  
Peter die Ghier Egenssz. verkoopt de doorgestoken brief aan joncker Reiner van Aesswynn heer tott Brakel. 
 | 
Wij Aernt van Tuill end Dirick Muyll 
Arntssz. scepenn in Zulichem tugen dat voyr 
ons comenn is Peter die Ghier Egenssz. ende 
hefft vercofft ende opgedragenn voir viefftich 
pont gever pennynghe die hij ghiedenn dat 
hem betaelt sijnn denn bryeff dair desenn tegen- 
woerdygenn doirstekenn is ende allet 'te gehout 
des brieffs gelick alss dair inn gescrevenn 
steet joncker Reiner van Aesswynn heer tott 
Brakell inn enen eijgendom erflickenn te be- 
sittenn ende te gebruickenn. End Peter die 
Ghier voirss. verteech optenn brieff voirss. ende 
op allet 'te gehout des brieffs voirss. voirss. hij ge- 
loeffdenn dair oick op doenn te vertienn allen 
die genenn die dair myt recht op vertien sullen. 
Hij geloeffdenn oick joncker Reiner van Aesswyn 
voirss. denn brieff voirss. end allet 'te gehout dess 
brieffs voirss. te waerenn tot onssen lantrecht ten 
ewygenn daegenn alss recht is voir allen die 
genenn die tenn recht comen wyllenn. End van 
sijnder wegenn alle voirplicht aff te doin van den 
selvenn. Inn oirkonde onser literen. Gegevenn in 
den jair ons Herenn duisent vyeffhondert ende 
acht ende veertich denn vyeffstenn dach mert. 
 | 
Transfix. Hangt aan: 11-08-1474
  | 
Bron: Familie Van Dam van Brakel, inv. 1211 (f.95v+96)    | 
Delen:    Verstuur per email  | 
Bron info: Toegang 0379, Gelders Archief, Arnhem
  | 
05-03-1548. Schepenen Aernt van Tuil en Dirick Muyl Aerntssz. 
Peter die Gier Egenssz. verkoopt de doorgestoken brief aan joncker Reijner van Aesswyn heer tot Brakel. 
 | 
Wij Aernt van Tuill end Dirick Muyll 
Aerntssz. scepen inn Zulichem tugen dat voyr 
ons comenn is Peter die Gier Egenssz. ende heft 
vercofft ende opgedragen voir viefftich pont gever 
pennynge die hij ghiedenn dat hem betaelt 
sijnn den brief dair desen tegenwoerdigen 
brieff doirsteken is end alle't tegehout des briefs 
gelick alss dair in gescreven steet joncker Reijner 
van Aesswyn heer tot Brakell inn enen eij- 
gendom erfflickenn te besitten end te ge- 
bruyckenn end Peter die Gier voirss. verteech 
op tenn brieff voirss. end op allet 'te gehout des 
brieffs voirss. hij geloeffdenn dair oick op doen 
te vertienn allenn die genenn die dair mitt 
recht op vertien sullenn hij geloeffden oick 
joncker Reiner van Aesswynn voirss. den brief 
voirss. end allet 'te gehout des brieffs voyrss. 
te waerenn tot onsen lantrecht ten ewygenn 
daegenn alss recht is voir allenn die genen 
die tenn recht comen wyllenn end van sijnder 
wegenn alle voirplicht aff te doin van den 
selvenn. In oirkonde onsser literenn. Gegeven 
inden jair ons Herenn duisent vieff- 
hondert end acht ende veertich den viefsten 
dach meert. | 
Transfix. Hangt aan: 03-05-1481
  | 
Bron: Familie Van Dam van Brakel, inv. 1211 (f.96v+97)    | 
Delen:    Verstuur per email  | 
Bron info: Toegang 0379, Gelders Archief, Arnhem
  | 
05-03-1548. Schepenen Aernt van Tuill en Dirck Muill Arntssz. 
Peter die Gier Egenssz. draagt de doorstoken brief over op joncker Reiner van Aesswynn. | 
marge: Transfix 
 
Wij Aernt van Tuill end Dirck Muill Arntssz. 
schepenn inn Zulichem tugen dat voir ons co- 
men is Peter die Gier Egenssz. end hefft vercofft 
ende opgedragenn voir viefftich pont ghever pen- 
nynge die hij ghieden dat hem betaelt sijnn 
den brieff dair desenn tegenwoerdigen brieff doir- 
steken is end alle't tegehout des brieffs gelick 
alss dair inn gescreven steet joncker Reiner van 
Aesswynn in enen eijgendom erflicken te besitten 
end te gebruicken end Peter die Ghier voirss. ver- 
teech opten brieff voirss. end op alle't tegehout des 
brieffs voirss. hij geloefdenn dair oick op doin 
te vertien allenn den genen die dair mit recht op ver- 
tienn sullenn hij geloeffden oick joncker Reij- 
ner van Aesswin voirss. den brieff voyrss. end 
alle't tegehout des brieffs voyrss. te waeren tott 
onsen lantrecht ten ewygen daege alss recht is voir 
allenn die genen die ten recht comenn wyllen 
end van sijnder wegenn alle voirplicht aff te doen 
vanden selvenn. In oirkonde onser literen. Gegeven 
inden jair ons Heren duysent viefhondertt 
ende acht ende veertych denn vyeffsten dach 
mert. 
 | 
Transfix. Hangt aan: 09-02-1483
  | 
Bron: Familie Van Dam van Brakel, inv. 1211 (f.97v)    | 
Delen:    Verstuur per email  | 
Bron info: Toegang 0379, Gelders Archief, Arnhem
  | 
06-03-1548. Schepenen Aernt van Tuyll en Dirick Muyl. 
Andries Dirickssz., Jann Dirickssz. en Isebrant Janssz. verkopen 3 mergen land te Brakel gelegen voirt opt Hout aan Hendrick Hardenack tot behoef van Joncker Reiner van Aesswyn heer tot Brakel 
 | 
marge: Koep brieff van III mergen lants gelegenn voir opt hout toe Brakell 
 
Wij Aernt van Tuyll ende Dirick Muyl 
schepenn inn Zulichem tugenn dat voir onss 
comenn sijnn Andries Dirickssz. Jann Dirickssz. 
end Isebrant Janssz. end hebbenn vercofftt 
ende opgedraegenn voyr hundert punt gever 
pennynghenn die sij ghiedenn dat hem betaelt zijn 
drye mergenn lants alsoe groet end cleijnn alss dye ge- 
legenn sijnn indenn gericht vann Brakell voirt 
opt Hout Gerit Adriaens dochter boeven naestlant 
gelegenn end der kerckenn lant van Brakell 
benedenn voirt wye den lande voirss. alomme mett 
recht naestlant gelegenn is Hendrick Hardenack 
tot behoeff Joncker Reiner van Aesswynn heer 
tot Brakell inn enenn eijgendom erfflyckenn te 
besittenn end te gebruyckenn sonder thijns end 
met dijck dam end weterynghe die dair mit 
recht toe behoirt. End Andriess. Dirickss. Jan 
Dirickssz. end Isebrant Janssz. voirss. vertegenn 
op dit lant voyrss. Sij geloeffdenn dair oyck op doyn 
te vertijenn allenn die genenn die dair mit recht 
op vertienn sullenn. Sij geloeffdenn oick Hen- 
rick Hardenack tot behoeff Joncker Reiners vann 
Aesswin heer tot Brakell voyrss. dit lant voirss. 
te waerenn tot onsen lantrecht. End voirt mett 
volder waerschappenn tenn ewygenn daegenn 
alss recht is voir allenn die genen die tenn recht 
comenn wyllenn end alle voirplicht aff te doynn 
vann den selvenn sonder denn dijck dam end 
weterynghe voyrss. Inn oirkonde onser literen. Ge- 
gevenn indenn jaer ons Heren duysent vyef- 
hondert end acht end veertych denn sestenn 
dach martij. | 
Bron: Familie Van Dam van Brakel, inv. 1211 (f.85v+86)    | 
Delen:    Verstuur per email  | 
Bron info: Toegang 0379, Gelders Archief, Arnhem
  | 
| 1549. Ott van Herwijnen, genoemd als schepen te Zuilichem in 1549 | 
bron: St. Paulus (waarschijnlijk St. Paulusabdij Utrecht) 
Inv. nr. nog niet bekend 
 
vermeld in de notities van dhr. R.A. Rueb. 
zie Regionaal Archief Rivierenland, toegang 3162 
Collectie Rueb, genealogische aantekeningen en documentatie Bommelerwaard, 16e -20e eeuw  | 
Bron: Overigen    | 
Delen:    Verstuur per email  | 
Bron info:  nadere gegevens over de bron wordt bij de acte vermeld.
  | 
| 13-01-1549. transport van tijnsbrief van 1528 | 
bron: 3287 Inventaris van de archieven van de Hervormde Gemeente Gameren 
Inv. 468, akte van 6-12-1639 met daarin verwijzingen naar 1528, 1541, 1549, en 1561. 
 | 
Transfix. Hangt aan: 21-05-1541 Aanhangend: 07-12-1561
  | 
Bron: Overigen    | 
Delen:    Verstuur per email  | 
Bron info:  nadere gegevens over de bron wordt bij de acte vermeld.
  | 
| 03-09-1549. Akte waarbij Coenraet van Ztuivell en Jan Arensz., schepenen van Zuylichem, oorkonden, dat Evert van Doern voor hen zijn testament heeft gemaakt, waarin o.a. legaten worden besproken aan de kerk en het kapittel van de stad Boemell. | 
NB: Met het zegel van de eerste oorkonder en een fragment van dat van de tweede oorkonder, beide in groene was. 
Datering: Gegeven in den jaer ons Heeren dusent vijffhondert ende negen ende viertich den dorden dach der maent Septembris. 
Dit testament wordt notarieel bekrachtigd in inv. 1907, datum 10 mei 1550, hier niet opgenomen. | 
Bron: Archieven van de stad Zaltbommel (1293) 1327-1815, inv. 1906 - Regest nr. 164    | 
Delen:    Verstuur per email  | 
Bron info: Toegang 3020, Regionaal Archief Rivierenland, Tiel
  | 
| 1551. Wolff van Zwieffel en Jan Arens schepenen in Zuilichem etc | 
| Met een kruisje ervoor als teken dat deze akte vernietigd is. | 
Transfix. Hangt aan: 02-11-1526 Aanhangend: 18-03-1578
  | 
Bron: Collectie van Spaen, inv. 162 (Archieven Neerijnen)    | 
Delen:    Verstuur per email  | 
Bron info:  Hoge Raad van Adel, Den Haag NB. Bij controle bleek dat er soms transcriptiefouten en foutieve jaartallen voorkwamen in de aantekeningen. Bovendien werden akten uit de archieven van de Huizen Waardenburg en Neerijnen soms vernietigd ("de + zijn als onnodig verscheurt"). | 
| 1551. Wolff van Zwivell en Jan Aers schepenen in Zuilichem | 
| Met een kruisje ervoor als teken dat deze akte vernietigd is. | 
Transfix. Hangt aan: 1528 Aanhangend: 18-03-1578
  | 
Bron: Collectie van Spaen, inv. 162 (Archieven Neerijnen)    | 
Delen:    Verstuur per email  | 
Bron info:  Hoge Raad van Adel, Den Haag NB. Bij controle bleek dat er soms transcriptiefouten en foutieve jaartallen voorkwamen in de aantekeningen. Bovendien werden akten uit de archieven van de Huizen Waardenburg en Neerijnen soms vernietigd ("de + zijn als onnodig verscheurt"). | 
11-03-1551. Frederick van Doern en Jan Arnssen, schepenen in Zuylichem, oorkonden, dat Alart van Haeften, als erfgenaam van Dirck van Haeften, Joachim van Gyessen als voogd van zijn vrouw, erfgename van Joost van Braeckell, van alle verplichting tot vrijwaring van een tiend te Delwijnen, die Joest aan Dirck had overgedragen. 
De zegels van de beide oorkonders zijn verloren. 
 | 
Bron: Het geslacht Mackay van Ophemert en aanverwante geslachten, 1370-1968 (1994), inv. 1296 - Regest nr. 74    | 
Delen:    Verstuur per email  | 
Bron info: Toegang 2.21.115, Nationaal Archief, Den Haag
  | 
07-03-1552. Schepenen Ott van Herwijnen en Claess Wedt Hubertss. 
Henrick Arntss. gelooft aan de kerkmeesters van Aalst, met name Johan Torck heer tot Aalst en Jan Broenen, een tijns van 1 gulden. | 
Wij Ott van Herwijnen ende Claess Werdt Hubertss. scepenen in Zuylichem tugen dat voer ons comen is Henrick 
Arntss. ende heeft geloift Johan Torck heer tot Aelst ende Jan Broenen als kerckmeijster indertijt  der kercke tot Aelst 
ende ten behoeff der kercken voerss. thijns eenen brabansche gulden twentich gefaluwerde stuver munte van brabant uuyt 
yegelicken gulden voerss. gerekent off ander goet payment dair voir in gelijcker werde te betalen, die yerste 
termijn op sunte Petersdach ad cathedram anno // drie ende vijfftich ende dair nae voert alle jaer yewelijken te betalen 
ende te boeren op sunte Petersdach voerss. uut een huys ende hofstat gelegen inden gericht van Aelst opten Aelster Werdt oist{?} 
waert naest gelegen Mauris Arntss. erven ende zuytwert Peter Dingensz welcken thijns voerss. werdt saek dat 
hij alle jaer ewelicken opten termijndach der betalinge voirss. niet betaelt en weer, dan soe sall daer alle weken 
daer naestcomend eenen peen van eenen stuver genge ende geeff opten thijns voerss. wassen ende gaen. Welken peen te gaeder 
metten thijns voerss. die kerckmeijsters inder tijt van Aelst ten behoeff der kercken voerss. verhaelen sullen ende moegen 
uyten guederen voerss. wanneer sij's niet langer en sullen willen beijden, ende Henrick Arntss. voerss. geloeffde oeck 
die kerckmeijsters voerss. ten behoeff der kercken voerss. desse thijns voirss. te waeren met volder waerscappen ten 
ewigeng daegen als recht is voer alle den geenen die ten recht coemen willen met vurwaerde toegedaen als dat 
Henrick Arntss. voerss. deesse thijns voerss. aff sall moegen lossen altijt opten termijn dach voerss. inder yerste met 
allen onbetaelden verscenen thijnssen ende dair nae met soeventyendalve brabans gulden als voerss. off payment daer 
voer als voerss. steet als van die afflossinge der thijns voierss. In orconde onsser letteren. Gegeven inden jaer ons Heren 
duysent vijff hondert ende twe ende vijfftich den soevenden dach mertii. 
 
{keerzijde} 
compt. 
de kerck van Aelst 
thijns 1 gl. | 
bron: regionaalarchiefrivierenland.nl/ 
Archief 3068 Archief van de Geërfden (dorpsbestuur), vanaf 1810 Dorpspolder, Aalst, 1547 - 1954 
Inv. nr. 410b; zie https://hdl.handle.net/21.12108/B6A500BDCB0F467AA283BF1C658C88A1 | 
Bron: Overigen, inv. 410-b    | 
Delen:    Verstuur per email  | 
Bron info:  nadere gegevens over de bron wordt bij de acte vermeld.
  | 
22-06-1552. schepenen Coenraedt van 't Swivel en de Ruijter 
 | 
potlood: (1552) uitweg 
Anno etc LII den XXIIen dach Junij voer scepenen Coenraedt van 't Swivel ende Ruijter 
so hebben Mr. Arien Schoick heer Henrick van Doesburch als rentmr. des capittels tot Bommel inden 
tijt ende heer Gielis die Groot canonike tot Bommel inde naem ende van wegen des voirscr. 
capittels ende voir scepenen voirsz. geeijschet alsulcke gelde als zaliger Jan Willemsz. of sijne 
wedue of erfg. tot behoif des voirsz. capittels onder scepenen van Suylichem geleet mogen 
hebben ende den voirsz. capittel of hoiren rentmr. onthalden hebben ter cause van eenen 
wech welcke die voirsz. Jan Willemsz. of die sijnen voirsz. gewesen wolden hebben wair 
duer sij uut ende in wegen solde tot des capittels voirsz. lant welcke Jan Willemsz. 
voirsz. vanden capittel voirsz gehuyrt heeft. Ende die voirsz. heren hebben van des 
capittel wegen hem gewesen den wech dair sij dus lang duer uut ende in geweecht 
hebben ende in possessie ende gebruyck af sijn, ter tijt toe sij die heren des voirsz. capittels of die wedue ende erfg. van? voirsz. eenen 
anderen wech wesen dair men met beteren recht duer hoerden te wegen. 
potlood: 34 
 | 
| nu inv. nr. 103 | 
Bron: Het kapittel en de kerkfabriek van de St. Maartenskerk te Zaltbommel, 15e-16e eeuw, inv. 20    | 
Delen:    Verstuur per email  | 
Bron info: Toegang 3323, Regionaal Archief Rivierenland, Tiel
  | 
| 10-07-1552.  | 
| ... qd Willem Artzen van Shertogenbosche vendidit voer L Lb. etc. eenen waerschap brieff inder bancke van Zulichem ( daer Goessen Folckensz gelooft te waren Jenneken wed. Lambert vanden Kerckhoff za. drie mergen lants in Tielreweert daer van 5,5 hont gelegen tot Ophemert noch 5,5 hont tot Varick opten Baeck ende 7 hont op Heessel gelegen dateert die waerschap brieff van Zulichem vsz 1552 den x Julij ) Steven Hanricksz, Goosen Otten ende Arndt Hanricksz possidendhem cum warandia .. etc .... 2-6-1612. | 
| Tekst in ORA Zuilichem, inv. 671, f. 277 | 
Bron: Overigen    | 
Delen:    Verstuur per email  | 
Bron info:  nadere gegevens over de bron wordt bij de acte vermeld.
  | 
16-03-1553. Schepenen Henrick van Voerdt en Aryaen van Clootwijck. 
Pandwering door Jaspaer Torck dachlicx heer tot Aelst. 
 | 
Copye 
 
Jaspaer Torck dachlicx heer tot Aelst heeft zijn 
pande geweert met recht nae inhalt des voersten 
brieff, tegen Hanrick die Groot rentmeester 
des Keizerlijken Majesteits op hem ghedaen heeft eens 
voer all op zijn landt recht. Anno LIII den 
XVIen martii voer schepenen Henrick van Voerdt 
ende Aryaen van Clootwijck. 
 | 
Bron: Gelderse Rekenkamer (toegang 0012), Gelders Archief, Arnhem 
Inv. nr. 3205a. Bijlagen bij de 12de rekening van HENRICK DE GROOT. Stukken ten bewijze, dat de heer van Aalst zekere rente niet meer verschuldigd is, ingekomen in 1559, 1559/60. 1 omslag  
 | 
Bron: Overigen    | 
Delen:    Verstuur per email  | 
Bron info:  nadere gegevens over de bron wordt bij de acte vermeld.
  | 
| 1554. Wolff van Zwivel en Jan Arens schepenen in Zuilichem etc, 1554. | 
| Met een kruisje ervoor als teken dat deze akte vernietigd is. | 
Transfix. Hangt aan: 1538 Aanhangend: 18-03-1578
  | 
Bron: Collectie van Spaen, inv. 162 (Archieven Neerijnen)    | 
Delen:    Verstuur per email  | 
Bron info:  Hoge Raad van Adel, Den Haag NB. Bij controle bleek dat er soms transcriptiefouten en foutieve jaartallen voorkwamen in de aantekeningen. Bovendien werden akten uit de archieven van de Huizen Waardenburg en Neerijnen soms vernietigd ("de + zijn als onnodig verscheurt"). | 
| 1554. Wolff van Zwivel en Jan Arenssen schepenen in Zuilichem etc, 1554. | 
| Met een kruisje ervoor als teken dat deze akte vernietigd is. | 
Transfix. Hangt aan: 1539 Aanhangend: 18-03-1578
  | 
Bron: Collectie van Spaen, inv. 162 (Archieven Neerijnen)    | 
Delen:    Verstuur per email  | 
Bron info:  Hoge Raad van Adel, Den Haag NB. Bij controle bleek dat er soms transcriptiefouten en foutieve jaartallen voorkwamen in de aantekeningen. Bovendien werden akten uit de archieven van de Huizen Waardenburg en Neerijnen soms vernietigd ("de + zijn als onnodig verscheurt"). | 
1555. Akte van bevestiging door schepenen van Zuilichem voor Reinier vein Azewijn van het beslag, gelegd op het huis van Arnout de Wijsse. 
1 charter 
Bevindt zich bij de Hoge Raad van Adel, 's-Gravenhage | 
 
Inventaris van het archief van de familie Van Matenesse en van de Heerlijkheid Matenesse, 1251-1917 (nr. 3.20.3), Nationaal archief 
(zie pagina 143 vd inventaris) 
 | 
Bron: Overigen    | 
Delen:    Verstuur per email  | 
Bron info:  nadere gegevens over de bron wordt bij de acte vermeld.
  | 
| 27-02-1555. Henrick vander Voert en Claes Weerdt Hubertss. schepenen in Zuilichem. | 
Wij Henrick vander Voert ende Claes Weerdt Hubertss. scepenen 
in Zuylichem tuygen dat voir ons comen is Arien Ghijsbertss. ende 
heeft geloift meijster Hubert de Ghier priester als provisoir inder 
tijt eens gasthuys gelegen tot Bommel aen die noirden sijde van den 
kerckhof geheijten here Ffrederick Moliaerts gasthuys ende tot 
behoef der armen vrauwen inden voirss. gasthuys wonende thijns 
drie gauden keijsers carolis gulden genge ende geef twentich stuver 
der munte van brabant voir datum van desen geslagen voir elcken 
carolis gulden voirss. gerekent op Sinte Peters dach ad cathedram 
naestcomende ende dair na voert alle jaer ewelicken te betalen 
op Sinte Peters dach voirss. tot eenen thijns recht den provisoer 
inder tijt vanden gasthuys tot behoif der armer vrauwen 
dair in woenende commer vrij ende sonder enige corringe van als 
te betalen ende te boeren uut eender hofstat haldende eenen halven 
mergen stijf met alle oeren poetinge timmeringe ende toebehoeren 
gelegen inden gericht van Bruechem op die cortte beuninge Jacop 
Arienss. erven oistwairt die crange westwairt erfg. Arnt Rug- 
bertss. noirdtwairt van die gemeijn weteringe zuytwairt, 
voirt uut alle sijnen gueden die hij nu ter tijt heeft ofte ver- 
crijgen mach. Welcken thijns voirss. weert saick dat hij alle 
jair ewelicken opten termijndach der betalinge voirss. niet betailt 
en weer, dan so sal dair alle dagen dair naest volgende 
een peen van eenen halven stuver geng ende geef opten thijns 
voirss. wassen ende gaen. Welcken peen te gader metten thijns voorss. 
den provisoir inder tijt tot behoif der armen vrauwen voirss. 
verhalen sal ende mach uutten gueden voirss. wanneer hij's niet 
langer en sal willen beijden. Ende Arien Ghijsbertss. voirss. geloefde 
oick meijster Hubert voirss. als provisoir voirss. van tot behoif 
voirss. den thijns voirss. te waren uutten gueden voirss. ende voirt 
met volner wairscappen ten ewigen dagen als recht is voer 
allen die ghenen die ten recht comen willen. Ende arien Ghijsbertss. voorss. 
geloeft alle jair den eenen pacht uutten anderen te halden op ver- 
vallen te sijn vanden onderpanden voirss. tot behoif den armen voorss. 
Met vorwaerde toe gedaen als dat Arien Ghijsbertss. voirss. den 
thijns voirss. altijt af sal mogen lossen op eeniger termijn dach voirss. 
inden yersten met alle onbetaelde verschenen thijnssen ende dair na 
met vijftich keijsers gulden als voirss. of payment daer voir als voorss. 
voir die losse des thijns voorss. van dat aen handen des provisoirs 
des gasthuys voirss. in tegen woirdicheijt van drijen ofte meer 
der canoniken tot Bommel. Ende tot wat tijden dese thijns voorss. 
gelost sal worden dat salmen den provisoir inder tijt een 
half jair voer den dach der lossen op seggen. In oirconde onser 
litteren gegeven inden jair ons Heren dusent vijfhondert ende vijf 
ende vijftich den soven ende twentichsten dach in ffebruario. | 
Bron: Cartularium van het Gasthuis van Frederik Moliaert aan het Kerkhof te Zaltbommel, 1395-1566. 
Handschriftenverzameling (archiefblok 0508), Gelders Archief 
Inv. nr. 440 | 
Bron: Overigen, inv. 440 (f.12v+13)    | 
Delen:    Verstuur per email  | 
Bron info:  nadere gegevens over de bron wordt bij de acte vermeld.
  | 
| 18-12-1555. Schepenen Henrick vander Voert en Claes Werdt Hubertsz verklaren een getuigenis te hebben gezien (vidimus) van 14 juli 1552. | 
       Copie 
Wij Henrick vander Voert ende Claes Werdt Hubertsz schepen in Zuijlichem, tuijgen ende certificeren voir die gerechte wairheijt, dat wij gesien geleessen, ende hoeren lessen hebben een certificatie die welche in haudende ende luijdende is, van woirde tot woirde, als hijernae beschreven volget. 
Wij Henrick Arentsz, scholtz tot Zuijlichem ende wij Claes Wert Hubertsz ende Jan Dircksz de Ru, nabuijren, inwoenders tot Zuijlichem, doen cond ende tuijgen dat voer ons comen sijn inden gericht daer wij met ordel ende vonnisse becleet saten, ende hebben ter instantie ende versouck des erentfesten Claes Pieck dorch dwanck des rechten, getuijcht, gesacht, ende met hoeren ede bestedicht, als recht is, ende met opgerichter vingeren volstaeffz eetz lyffelicken an Godt ende sijnen heijligen gesworen, die onssen scholtis hem volcomelicken affgenaemen heeft, in onser tegenwoordicheijt, Inden eersten getuijcht Goert Cocken Dircksz, alt wesende omtrent tachtentich jaren ende Maes Joosten alt wesende ongeveerlick t’soeventich jaren, hoer verstant volcomenlick hebbende, goet van naemen ende van famen werdich der geloeven, woe dat hen deposanten wael condich ende indachtich is, dat enen middelweert inden Waelstroom, tusschen Herwijnen ende Suijlichem gelegen heft, ende dat Gijsbert Pieck her toe Asperen in sijnen leven den selffden middelweert rustelick ende vredelick, sonder ijmants becroen off weder seggens, tot zijnen schoensten ende mitsten gebruijckt heft, ende dat sij deposanten Gijsbert Pijecken peerden koeijen ende andere beesten, dyckwil opten voergenoemden middelweert hebben syen gaen weijen, ende nae Gijsbert Pijecken doet heft Frederick Pijeck den selffen middelweert gebruijckt wes tot sijnen sterffdach toe, woe voersz., ende nae doode Frederick Pijeck heeft Evert van Doern als man ende momber joffrou Wilhelma Pijecks den selfen middelweert beseten ende gebruijckt heft totter tijt toe den voergenoemde middelweert bij tijden Gijsbert van Doern haeren soen overmits gewalt des Waelstroems verloeren ende affgeloepen is Oeck tuijgen dese boven voersz., dat hem wael condich ende indechtich is, dat den Althovinge Wert vande Nijewaelsche gericht, nederwaertz meer dan die helfte groeter geweest is, dan hij date deses zij, eer die oeck mitter Waelstroem affgeloepen ende verloeren is. Noch tuijgen wij scholtis ende gerichtsluijden voorsz. dat voor ons gecomen zijn Henrick Hermansz, alt wesende t’sestich jaeren, ende Jan Arissen alt wesende t’sestich jaeren, daer sij oeck durch dwanck des rechten ende toe versueck woe voorsz. gevracht zijn, ende hebben getuijcht, gesacht, woe boeven voorsz., als dat hem waill condich is, ende indechtich is, den voergenoemden middelweert, alsoe inder Waelstroom gelegen ende vanden voersz. gebruijcket ende beseten is geweest, ter tijt, die werdt verloepen zij, woe boeven verhaelt, ende dat den Althovigen Werdt, woe vsz., grooter geweest ende gelegen, ende die selfffde werden Frederick Pijeck voer, Evert van Doern als momber woe voersz. nae, ende daer nae Gijsbert van Doern, sijne soen, rustelick ende vredelicken sonder ijmantz tegenseggen ofte becroen gebruijckt hebben. Ende want men dan schuldich is, der wairheijt getuijchenisse te geven, als men daer met recht gerichtelick toe versocht wert, soe hebben wij Henrick Aerntsz scholt, ende Claes Wart Hubertsz, ende Jan Dircksz die Ru, als gerichtsluijden onsen gewoontlicken naem off merck hijer onder op spatium deses gesat. Geschijet int jaer ons heren duijsent vijffhondert twe ende vijftich den vijerthijenden dach in Julio. {14-7-1552} 
Daer nae tuijgen wij Henrick vander Voert ende Claes Werdt Hubertsz schepen der bancken van Zuijlichem, als dat voor ons comen sijn, alle dessen die hijr voersz. staen in hoeren properen persoene goet verstant hebbende, ende hebben hem een igelick bijsonder voor ons schepen, door verseuck van Claes Pijeck here toe Zulichem, betuijcht gegeven, dat alle alsoe geschijet is, als vsz. staet. Soe hebben wij schepen voorsz., des toe oerconde der wairheijt onse zegulen ten beijden deelen voorsz. hijer onder aen deesse tegenwoordigen brijeff gehangen. Gegeven inden jaer ons heren duijsent vijff hondert ende vijffenvijftich den achtijenden dach decembris / und was besegelt mit twe groene uuthangende segelen 
 
Nae collatie accordiert dese copie mit sijn originaell, besegelt als boven, urkundt mij {handtekening} | 
| NB. dit is een transcriptie van een kopie van een afschrift. Hou rekening met fouten in de tekst. | 
Bron: Hof van Gelre en Zutphen, Procesdossiers, inv. 5043 (Dossier nr. 22)    | 
Delen:    Verstuur per email  | 
Bron info: Toegang 0124, Gelders Archief, Arnhem
  | 
| 14-07-1556. Vermelding van: Claes Weerdt Hubertsz en Arien van Clootwijck als dijkheemraden in Bommelerwaard en ook schepenen te Zuilichem. | 
| N.B. de tekst is deels doorgestreept en aangepast. Hier is de oorspronkelijke tekst en datum aangehouden. | 
Bron: Het kapittel en de kerkfabriek van de St. Maartenskerk te Zaltbommel, 15e-16e eeuw, inv. 95    | 
Delen:    Verstuur per email  | 
Bron info: Toegang 3323, Regionaal Archief Rivierenland, Tiel
  | 
03-08-1556. Schepenen Joost van den Veld en Merten van Bruechem. 
Wolter van Baexem, amptman, namens zijn vrouw joffr. Peter van Echtelt, verkoopt de doorstoken brieven aan Huygman van Hoesden tot behoef van de armen vicarie die gefundeert zal worden in de kerk tot Boemel op St. Loeyens altaar | 
Wij Joist vanden Veld ende Merten van Bruechem scepen in Zuylichem tugen dat voir ons comen 
is Wolter van Baexen amptman als momber ende man joffrauwe Peter van Echtelt sijn echte 
huysfrou ende heeft vercoft ende opgedraegen voer vijfftich pont gever pennyngen die hij giede 
dat hem betaylt sijn die brieven dair deessen tegenwoerdigen brieff doirsteken is ende allet 
tgehaut der brieven gelijck als daer in gescreven steet Huygman van Hoesden tot behoeff 
eender vicarien die gefondeert sall worden inder kercken tot Boemell op Sunte Loeyen al- 
taer erffelicken daer aen te bliven? ende te gebruycken ende Wolter van Baexen voirss. verteech 
op die brieven voirss. ende op allet tgehaut der brieven voirss. Hij geloeffden daer oick op 
doen te vertijen allen die genen die daer van sijnder weegen mit recht op vertijen sullen. Hij ge- 
loeffde oeck Huygman van Hoesden voirss. tot behoeff als voorss. die brieven voorss. ende 
alle tgehaut der brieven van sijnder wegen te waeren ten eewigen daegen als recht is voer 
allen die genen die ten recht comen willen ende van sijnder weegen alle voerplicht aff te doen 
vanden selven. In oerconde onsser letteren. Gegeven inden jaer ons Heeren dusent vijffhondert ende 
ses ende vijfftich den dorden dach in augusto. 
 | 
Transfix. Hangt aan: 12-04-1527
  | 
Bron: Huizen Waardenburg en Neerijnen, inv. 628-4 (scan 4)    | 
Delen:    Verstuur per email  | 
Bron info: Toegang 0439, Gelders Archief, Arnhem
  | 
| 07-12-1557. schepenen te Zuilichem Alaert van Haefften, heere tot Ophemert en Albert die Ruyter | 
Wij Alaert van Haefften, heere tot Ophemert ende Albert die Ruyter, scepenen in Zuylichem tugen dat ick Alert van Haeften voerscr. vercoft ende opgedragen hebb voir hondert pont gever penningen die ick gyede dat mij betaelt sijn den brieff daer deesse tegenwoerdige brieff doorsteken is ende allet tgehaut des brieffs gelijck als daarin gescreven steet Jan die Groot in enen eijgendom erffelicken te besitten soe ick die besitt ende gebrukt hebb uuyt en nae inhalt eender permutaci cedulle. Ende ick Alaert van Haeften voers. verteech opten brieff voers. ende op allet tgehaut des brieffs etc. In oirconde etc. datum als boven. 
 | 
bron: Kaartenbak H. Beckering Vinckers, weeshuisarchief Zaltbommel 
kaartje 169-3 
 | 
Transfix. Hangt aan: 18-05-1536 Aanhangend: 07-12-1558
  | 
Bron: Archieven Bommelse Weeshuizen    | 
Delen:    Verstuur per email  | 
Bron info:  Zaltbommel De getoonde transcripties zijn vaak van dhr. Beckering Vinckers en niet altijd gecontroleerd met het origineel. | 
07-12-1558. schepenen van Zuilichem Ffrederick van Doern en Henrick vander Voert 
 | 
Wij Ffrederick van Doern ende Henrick vander Voert, scepenen in Zuylichem tuigen dat voer ons comen is Jan die Groot ende heeft vercoft ende opgedragen voer hondert pont gever penningen die hij gyede dat hem betaelt zijn die brieven daer deese tegenwoerichen brieff doersteken is ende allet tgehaut der brieven gelijck als daer in gescreven steet, Alaert van Haeften, heere tot Ophemert in eenen eijgendom erffelick te besitten ende te gebruycken ende Jan die Groot voers. verteech op die brieven voers. ende op alle tgehaut der brieven etc. In oirconde etc. datum als boven. 
 | 
bron: Kaartenbak H. Beckering Vinckers, weeshuisarchief Zaltbommel 
kaartje 169-3 en 169-4 
 | 
Transfix. Hangt aan: 07-12-1557 Aanhangend: 19-03-1580
  | 
Bron: Archieven Bommelse Weeshuizen    | 
Delen:    Verstuur per email  | 
Bron info:  Zaltbommel De getoonde transcripties zijn vaak van dhr. Beckering Vinckers en niet altijd gecontroleerd met het origineel. | 
04-07-1561. Joest Turck bekent schuldig te zijn aan Maricken, weduwe Johan Maesz, een erftijns van 15 Carolus gulden uit goederen in het gericht van Delwijnen en Zuijllichem, losbaar met 250 Carolus gulden. Ten overstaan van Gerrit van Berckel en Aernt van W.teren, schepenen in Zuijllichem, 1561 juli 4; getransfigeerd aan de akten van 24 september 1596 en 23 januari 1602. 1 charter 
N.B. Op perkament, met de uithangende zegels in groen was der schepenen. 
 | 
Wij Gerrit van Berckel ind Aernt van Meteren schepenen in Zuyllichem {gat} tugen dat voir on comen is Joest Turck ind heeft geloift Maricken 
weduwe z. Johan Maesz. tijns vyftien karolus keijssers gulden twijntich stuver (gat) gereeckent off ander goet payment 
daer vuer in gelijcker werdden alle jaer ewelicken te betalen ind tho bueren op sinte  Marien magdaleenena {1)} anno etc. twe ind tsestich den yrsten tijns ind soe voirst jaer- 
licx uuyt ses mergen lants geheijten den hoegen camp gelegen inden gerichte van Delwijnen tusschen erffnisse boven naest erffen Peterken Jan Staesz. ind 
beneden Joest Tuerck voorsz. off soe wie den landt vuerss. allomme mit recht naestgelandt is ind voirts uuyt alle zijne guederen inden gerichten van Delwijnen 
ind onder der ennongen van Zuyllichem gelegen welcken tijns vuerss. weerdt saick dat he alle jaer ewelicken opten taeldach vuerss. nyet betoen weer dan soe sall 
daer alle daege daer naest folgende ene peen van enen stuver vuerss. opte tijns vuerss. wassen ind gaen welcken peen te gader mitten tijns vuerss. Maricken 
weduwe vuerss. verhalen sall ind mach uuyten onderpande vuerss. wanneer sij's nyet langer en sall willen beijden ind Joest Tuerck vuerss. geloiffde oick Maricken 
weduwe vuerss. den tijns vuerss. toe waeren met volle waerschappen ten ewygen daegen als recht is tegen allen den geene die then recht coemen willen mit voir- 
waerden toegedaen dat Joest Tuerck vuerss. den tijns vuerss. altijt gehalden is aff to lossen op ennigen termijn dach vuerss. soe wanneer men die lois een 
halff jaer toe befoerens doet op seggen ind wanneer Joest Tuerck oick den tijns vuerss. aff sall willen loissen sall hi Maricken die lois een halff jaer 
toe voerens laeten weetten ind alsdan toe lossen inden yrsten mit allen verschenen ind onbetaelde tijns ind daer nae mit dordalff hondert gulden vuerss. 
off payment woe vuerss. steedt als voir den losse den tijns vuerss. In oircund onsser litteren. Gegeven inden jaer ons heeren duysent vijff hondert 
een ind tsestich op dach translationis Martini tweeten den vierden dach 's maents july. Jo?d? 
 | 
zie scan nr. 3 
(1) uit de transfix van 1602 (scan 1) blijkt dat de betaaldag Maria Magdaleenen is. | 
Bron: Heerlijkheid Nederhemert 1, inv. 345    | 
Delen:    Verstuur per email  | 
Bron info: Toegang 0417, Gelders Archief, Arnhem
  | 
29-10-1561. Frederick Geritss. van der P.. heeft geloifft Gerit Jacobss. van Venlo een tijns van XII carolus keijser gul[den] te betalen "uuyt huys ind hoffstadt mitten hoplandt daer after aengelegen" in den gerichte van Bruchem. 
 | 
Wij Huijbert van Duern ende Gerit van Berckell scepen in Zuyllichem tuygen dat voir ons coemen is Frederick Geritsz vanden Poll  
.... | 
De voornaam van de eerste schepen is niet goed leesbaar. 
Alle zegels af. 
Kaartenbak H. Beckering Vinckers, weeshuisarchief Zaltbommel, kaartje 216 
 | 
Transfix. Aanhangend: 27-01-1568
  | 
Bron: Archieven Bommelse Weeshuizen    | 
Delen:    Verstuur per email  | 
Bron info:  Zaltbommel De getoonde transcripties zijn vaak van dhr. Beckering Vinckers en niet altijd gecontroleerd met het origineel. | 
| 07-12-1561. transport van tijnsbrief van 1528 | 
Datering: des anderen daeghs nae St. Nicolaes Bisschop: 7 december 
 
Bron: Inventaris van de archieven van de Hervormde Gemeente Gameren (toegang 3287). 
Inv. 468, akte van 6-12-1639 met daarin verwijzingen naar 1528, 1541, 1549, en 1561. 
 | 
Transfix. Hangt aan: 13-01-1549
  | 
Bron: Overigen    | 
Delen:    Verstuur per email  | 
Bron info:  nadere gegevens over de bron wordt bij de acte vermeld.
  | 
30-08-1563. Aert Gerrits van Tiel, als getrouwd hebbende Bertgen Willems dochter, vroeger weduwe van Hanricx de Haer, bekent schuldig te zijn aan Splinter van Voorn, als rentmeester van jr. Diederick van Wijlich heer van Monicklant, enz. 1281 keizers Carolus gulden te betalen in 7 termijnen. Ten overstaan van Frederic van Doern en Adriaen die Cock van Delwijnen, schepenen in Zuilichem, 1563 augustus 30. 1 charter 
N.B. Op perkament, met de uithangende zegels in groen was der schepenen. 
 | 
Van deze akte is ook een afschrift beschikbaar in het geloftesignaat van de bank van Zuilichem. 
Zie inv. nr. 1, scan nrs 6 en 7 in: 
https://hdl.handle.net/21.12108/661554DED12648209218FF8A2D4F6781 | 
Bron: Heerlijkheid Nederhemert 1, inv. 347    | 
Delen:    Verstuur per email  | 
Bron info: Toegang 0417, Gelders Archief, Arnhem
  | 
| 14-07-1564.  | 
"Extract uyt den Signate van Zuylichem de A. 1564." 
 
"Voor Schepenen Ott van Oever ende Teunis Ge- 
ritsen heeft heer Egbert Ter Brugge priester, pastoor 
tho Braeckel met sijnen gecoren momber vercoft ende 
opgedragen stilo communi, alle sijne erffenisse ende 
guederen, ruerende ende onruerende, reede ende on- 
reede, 't sij van gelt, gout, silver, gemunt ende on- 
gemunt, bedden, linnen, tinnen, wollen, huysraet, 
beesten ende alle sijne schulden, soo als heer Egbert 
voors. 't selve nu tegenwoordelijck besit ende metter 
doot ruijmen sal, inden gerichte van Braeckel voors. 
gelegen, ende onder de Eeninge van Zuylichem, ende 
in als niet van den guederen voors. uvtgesondert; Eli 
sabet Ghijsberts dochter sijnd' meecht met haeren kijn- 
deren (die) heer Egbert voors. bij haer heeft geprocreert, 
ende alnoch procreeren mach, in eenen eijgendom 
erffelicken te besitten ende te hebben , ende gelijcke- 
licken parts partsgewijse tho deijlen en te participeren 
nae dootelicken affganck heer Egbert voors., ende heer 
Egbert cum tutore electo voors. verteech opte guederen 
voors. stilo communi ende gelooffden te waeren cau- 
tione plena, ende alle voorplicht aff te doen van den 
selven; met conditien toegedaen off eenich vanden kijn- 
deren voors. afflijvig worden sonder achter te laeten 
echte blijvende blijckelijcke geboorte, aal altijt des 
overiedens deel ende naegelaten guederen comen ende 
sterven met vollen recht opte ander kijnderen dan in- 
den leven sijnde, ende soo voors. van het een kijnt op 
te andere kijnderen, soo lange eenige van dien leven 
sullen, ofte bij alsoo alle d' voors. kijnderen quaemen 
te sterven , sonder achter te laeten echte geboorte wie 
voors. sullen de overblijvende guederen van den kijn- 
deren voors. erven ende sterven met vollen recht op 
Elisabets Gijsberts dochter voors., ende alsdan nae 
haerder alle overlijden als voors., sullen alle de over- 
bleven guederen voors. erven ende sterven op het 
naeste bloet heer Egberts voors. ende op niemants an- 
ders, ende dit allet conditicn tot heer Egberts voors. 
kennelijrk wederseggen. Actum den veerthienden Julij 
Ao. XVc, vier ende sestich." 
 
"Verclair ick onderschreven als Se- 
cretaris des hoogen gerichts van 
Zuijlichem dat dit bovenstaende Ex- 
tract accordeert met het origineel 
siguaet off prothocol der hoger Ge- 
richsbanke van Zuijlichem voors. 
 
Johan de Cocq s. in Z." | 
boek; 
Archief voor kerkelijke geschiedenis, inzonderheid van Nederland, 
verzameld door N.C. Kist en H.J. Royaards, 
Hoogleeraren te Leiden en Utrecht. 
Sestiende Deel. 
Te Leiden bij S. en J. Luchtmans, 1845. 
 
Artikel: p.295-305: 
Bijdrage tot de geschiedenis van den ongehuwde staat 
der Geestelijken. Door N.C. Kist. 
 
Beschikbaar via: 
https://books.google.nl/books?id=g8oWAAAAQAAJ&pg=PA302&dq=schepenbank+zuilichem&hl=nl&sa=X&ved=0ahUKEwiFnpHLqNvQAhVmAZoKHeeGDhMQ6AEIKzAB#v=onepage&q=schepenbank%20zuilichem&f=false 
 
op p.302 staat een transcriptie van deze akte van 
de bank van Zuilichem anno 1564. 
 | 
Bron: Overigen    | 
Delen:    Verstuur per email  | 
Bron info:  nadere gegevens over de bron wordt bij de acte vermeld.
  | 
20-02-1565. Schepenen Gijsbert Jansz. en Gijsbert van Weerdenburch. 
De broers  Steffen van Rossem en  Marten van Rossem beloven een tijns van 720 gulden, af te lossen met 12.000 gulden, uit hun goederen te Aalst en Brakel en hun leengoederen, aan Reijner, onmondige zoon van za. Alart van Haaften. | 
scan 3 
Copie 
Wij Ghijsbert Jansz. ende Ghijsbert van Weerdenburch schepenen 
in Zuijlichem tuijgen dat voer ons comen sijn Steffen van Rossem 
heer tho Poderoijen ende Nijevelt, ende Marten van Rossem heer 
tho Meijnderswijck ende Waijensteijn gebroederen ende hebben gesa- 
mender handt ende elcx bijsunder ende een voer all geloeft Ael- 
bert die Ruijter amptman tho Boemell Tielre- ende Boemellreweer- 
den Frederick van Duern ende joffrouw Aleijt van Haeften weduwe 
van Schueren als geconstitueerde mombaeren vande naegelaten 
kynderen Alart van Haeften za. tot behoeff Reijner van Haef- 
ten onmundighe soen Alaerts van Haeften voern. nue besitter 
des huijs tot Ophemert oft den ghenen van den voorss. Alaert 
van Haeftens kynderen besitteren des voorss. huijs wesen sall voer 
hem sijnen erven ende naecomelingen oft die actie van hem 
hebben sall thijns soevenhondert ende twentich Carolus gulden 
jaerlicx twentich gefalueerde stuijvers der munte van Bra- 
bant voer yderen gulden te betalen den iersten dach febru- 
ary naestcomende in anno etc. ses ende tsestich ende soe voerts 
jaerlicx vrij ende sonder enighe afftrecke 't sij van thienden 
penningen oft enighen anderen imposten schattinghen lasten 
ende heeren penningen hoedanich die sijn oft geseth moegen worden 
van alle welcke de voern. gebroederen van Rossem samptliken ende elcx 
bijsunder ende een voer all die voern. besitter des huijs tho Ophe- 
mert oft actie van hem hebbende geloven in crachte van 
dese te vrijen ende te ontlasten sonder uuijt saecke vandyen eeni- 
ge cortinghe te doen aenden jaerlicxen thijns voorss, binnen 
der stadt Saltbommell in des voorss. Reijners van Haeften 
oft actie van hem hebbende oft sijner mombaeren voorss, soe 
lange hij onder die mombaerschapp wesen sall vrij seker 
bekant te leveren ende te betalen ende te heffen ende te beu- 
ren uuijt den Koeweerdt inden gericht van Aelst gelegen 
die gemeijnte aldaer ten oosten naest, ende die heer van Poe- 
deroijen metten hoegen ende legen Dorenweerdt ende met den 
voorsc. ten westen naest, noch uuijt ilff mergen lants inden 
gericht van Braeckell gelegen genoempt Joffer Margrieten- 
camp Hanrick Aertss. erffgenamen ten oosten naest, ende 
Hanrick die Groote kynderen ten westen naest, voerts wie den 
voorss. erffenissen allomme met recht naest gegoet mach sijn 
ende voorts uuijt alle erffenissen, thijnsen, ende goederen reede 
ende onreede, roerende ende onroerende sij gebroederen semptlicken 
ende elcx bijsunder nue ter tijt hebben ende noch ennichsins vercrij- 
gen moegen onder die eenonghe van Zuylichem gelegen 
 
scan 4 
Ende den voorss. Reijner van Haeften ofte actie van hem hebbende 
der voorss. jaerlicxe renthe metter peene naebeschreven sal mo- 
gen vorderen uuijt een, twee, drie, ofte meer onderpanden voorss. 
oft uuijt allen onderpanden voorss. tot sijnen ofte oiren waelgefal- 
len sonder den voern. gebroederen daer tegens enighe exceptie 
oft uuijtvlocht te moegen genieten. Ende indyen het saecke 
waer dat dess voerss. thijns opten voorss. termijn van betalinge nyet 
betaelt en worde oft ten langsten binnen een maent daer 
naest volgende, soe sall daer alle daghe daer naest comende 
op elcken carolus gulden munte voorss. eenen peen van eenen stuijver 
gefallueert als voorss. wassen ende gaen, welcken peen vuerss. Reij- 
ner van Haeften oft sijne mombaeren soe lange hij onder die 
mombaerschapp wesen sall oft actie van hem oft sij hebbende 
ter rechter leijstinghe onvermindert den thijns vuerss. sullen 
moegen verteeren ende verhaelen uuijten onderpanden voorss. in maten 
voorss. ende die gebruederen voirss. samptliken ende elcx bijsunder ende 
een voer all geloeffden den mombaeren voern. tot behoeff als voorss. 
den thijns ende peen voorss. te waeren uuijt den onderpanden voerss. 
ten eewigen daghen als recht is, tegen alle die ghene die ten rechte 
comen willen. Ende geloeffden daer toe noch gesamender hant 
ende elcx bijsunder ende een voer all hier op gelijcke waerschap te 
doene uuijt oiren goederen onder die eenonge van Tuyll gelegen 
ende daer beneffens soemen beducht waert hier mede nyet ge- 
nochsaem bewaert te sijn alsdan noch tot gesinnen voer de leen- 
heer daer op vorder vestenisse te doene uuijt oirde leenguederen 
als sulcx nae nature des leenrecht is voerbehalden de ge- 
bruederen van Rossem voorss. ende elx bijsunder elcx oerder losse ten 
thijnsvoorss. opten iersten dach februarij naestcomende over ses jaeren 
alse sulcx Reijner van Haeften voerg. oft den mombaren voorss. tot sijner 
behoeff soo veer hij onder die mombaerschapp weesen sall een jaer te 
voren hebben weeten laeten, inden iersten meet allen verschenen on- 
betaelde thijnse ende daer nae met die hoeftsomma van twelff- 
duijsent Carolus gulden oft payement daervoer als voerss. staet 
binnen der stadt Saltbommell vrij ende onbeleth in Reijners van 
Haeften voerg. oft den momberen voerg. tot sijner behoeff vrij seec- 
ker behalt te leveren ende te betalen. Ende allen puncten ende 
articulen voorss. geloeftden die gebroederen voorss. van Rossem voern. samptliken ende 
elcx bijsunder ende een voer all volcomelicken ende onverbreeckelingen 
voer oer ende voer oiren erven ende naecomelingen te vollentrecken 
t'achtervolgen ende nae te comen. Renuncierende ende verthijende 
voer oer voer oiren erven van allen hulpen van privilegien van 
letteren van gratien, hulpen van rechten geestelicke ende weerlicke 
 
scan 5 
overghiften des heeren ende der lantschappen, ende voerts van allen 
exceptien cav?illatien ofte meuwe vanden die henluyden ende eleke 
vandyen insunderheijt hier en tegens ennichsints furderlicken souden 
mogen wesen sonder alle arch ende list. In oerconde onser let- 
teren. Gegheven inden jaer ons Heeren duysent vijff hondert 
vijff ende tsestich opten twentichsten dach 's maents februarij. 
 
Was onderteijkent Bolen. Ende met twee uuijthangende 
zegelen van groenen wassche bezegelt. 
 | 
met een transfix van 21-3-1578 waarin deze brief wordt verkocht voor 1000 pond aan Mr. Aernt de Bye 
met nog een transfix van 2-10-1583 waarin Reijner van Haaften de brief weer terugkoopt. 
met nog een akte van 22-8-1571 waarin een derde deel van deze tijns wordt verkocht aan Hanrick Goltsteen, man van juffr. Walraven  van Haaften, en ook daarvan diverse transfixen. 
 
Omschrijving in de inventaris: Stukken betreffende een geschil tussen de erfgenamen van  Johan van Gent en jkr. Herman Schimmelpenninck van der Oye over een tynsbrief uit land te Brakel van 1565, 1628-1640. Met afschrift en oudere stukken van 1565 af. 1 pak  | 
Bron: Huizen Waardenburg en Neerijnen, inv. 1829    | 
Delen:    Verstuur per email  | 
Bron info: Toegang 0439, Gelders Archief, Arnhem
  | 
03-02-1566. Johan Turck van Aelst en Wolter Tuenisz., schepenen in Zuylichem, oorkonden, dat Jan Petersz. 5 hont land, gelegen te Aelst, bezwaard met een tyns van 25 brabantsche stuivers aan den Heiligen Geest te Aelst, verkocht heeft aan Dirck Gheritsz. 
Oorspr. (inv. no. 418). Met de zegels der beide oorkonders. Met 3 transfixen van 1599 December 19, 1619 Januari 1 en 1619 Januari 1. 
 | 
Bron: Huis Ammerzoden (toegang 0372), Gelders archief 
Inv. 418, regest 128. | 
Bron: Overigen    | 
Delen:    Verstuur per email  | 
Bron info:  nadere gegevens over de bron wordt bij de acte vermeld.
  | 
| 13-10-1566. Obligatie van 140 gulden op door Adriaen die Cock aan Hanrick die Groot, gerelateerd aan een schuldbrief van de kerk van Tuil, voor schepenen van Zuilichem. | 
Wij Ghijsbert Jansen ende Ghijsbert van Werdenburch scepenen in Zuijlicum tugen dat voir ons comen is Adriaen die Cock, undt heefft gheloeft Hanrick die Groot hondert veertich Carolusgulden und darthien stuvers van Brabant ghefaluweert, ijder voirscreven gulden ad tweintich stuvers Brabant ghefaluweert gherekent op Sunte Martiusdach in den wijnter toecomende, nemptelijck den elfsten dach Decembris in anno den seven ende sestich te Saltboemel ende sijn vrij seker behout op verval van dubbel ghelt tot onssen lantrecht te betalen. Bij{sonder} so dat Hanrick die Groot voirgenoempt bij gebreck der voirscreven betalinge die voirscreven penningen sal moghen uuijts{oecken} met {pro}cuduire als des heren verwonnen scult sonder enighe pantkeringe daer teghens te ghe{scieden ende} sulcke voorbehalt, dat desen brieff nimmermeer en sal bejaren noch bedagen ter tijt toe ende so {lange} den lesten penning ende interessen ijersten inhalts brieffs betaelt sijn sal. Hercomende dese scult voirscreven van {seckeren} brieff ende andere scult so sij seijden die de kercke van Tuijl sculdich was Hanrick die Groot. In oirconde onsser letteren ghegeven int jaer ons heren duijsent vijff hondert ses ende sestich den darthienste dach Octobris. 
Berens {1}, secretaris. | 
1. moet zijn: Bolen? 
Beschadigd. | 
Bron: Heerlijkheid IJzendoorn, inv. 205    | 
Delen:    Verstuur per email  | 
Bron info: Toegang 0446, Gelders Archief, Arnhem
  | 
10-11-1566. Jr. Joost Turck bekent verkocht te hebben aan Hanrick Stael een huijs, hofstadt en gheseet met toebehoren, gelegen in het dorp van Hemert aan de Wiel. Ten overstaan van Ghijsbert Jansz en Ghijsbert van Werdenburch, schepenen in Zuijlicum, 1566 november 10. 1 charter 
N.B. Op perkament, met de uithangende zegels in bruin was der schepenen, ondertekend Balen. | 
zie ook het signaat van de bank van Zuilichem, inv. nr. .662, folio 46 (scan 47). 
zie: https://hdl.handle.net/21.12108/06BDA4C136FB4236A4C71B4C5354A35C 
N.B. de ondertekening is waarschijnlijk niet door Balen maar door secretaris Bolen. | 
Bron: Heerlijkheid Nederhemert 1, inv. 354    | 
Delen:    Verstuur per email  | 
Bron info: Toegang 0417, Gelders Archief, Arnhem
  | 
21-11-1566. Cornelis Ghijsbertsz bekennen schuldig te zijn aan Splinter van Voern, als rentmeester van jr. Dirck van Wijlich, Cleeffscher erfhoffmeester, amptman en heer van Monniklant, een thijns van 6 Carolus gulden jaarlijks op St. Jacopsdach te betalen, uit een huis en hofstad in den gerichte van Brackel, losbaar met 100 Carolus gulden. Ten overstaan van Claes Pieck tho Beesd en Renoy en Ghijsbert Jansz, schepenen in Zuijlichem, 1566 november 21. 1 charter 
N.B. Op perkament, van de twee zegels is nog aanwezig uithangend in groen was dat van Ghijsbert Jansz, ondertekend Balen. 
 | 
zie ook het signaat van de bank van Zuilichem, inv. nr. .662, folio 47 (scan 48). 
zie: https://hdl.handle.net/21.12108/06BDA4C136FB4236A4C71B4C5354A35C 
N.B. de ondertekening is waarschijnlijk niet door Balen maar door secretaris Bolen. | 
Bron: Heerlijkheid Nederhemert 1, inv. 355    | 
Delen:    Verstuur per email  | 
Bron info: Toegang 0417, Gelders Archief, Arnhem
  | 
| 20-02-1567. Akte van verkoop door Eelke, weduwe van Jan Peterss., aan Josina van Broeckhuysen, weduwe van Reyner van Aeswijn, van de helft van vijf hont land in de Papentiend, die zij onverdeeld bezit met Meus Anthonis als man van Marijke. | 
Met zegels van schepenen Ot van Oever en Ghijsbert Otten. 
Deze akte is ook te vinden in ORA Zuilichem, inv. 663, f. 22. | 
Bron: Familie Van Dam van Brakel, inv. 563    | 
Delen:    Verstuur per email  | 
Bron info: Toegang 0379, Gelders Archief, Arnhem
  | 
| 27-01-1568. Gerit Jacopss. van Venlo heeft den tijnsbrief verkocht voor honderd pond [aan] Elisabeth, wed. Roel. Moeliaerts z. | 
Wij Ghijsbert van Werdenburch ende Dierck vander Horst scepenen in Zuijlicum tuijghen 
dat voir ons comen is Gherit Jacopsz van Venlo ende heeft vercoft ende opghedraghen 
voir hondert pont ghever penninghen die hij gieden dat hem betaelt sijn dan brieff daer 
desen teghenwoirdighen brief doer ghesteken is ende allet inhalt des briefs voirsz ghe- 
lijck daer inne ghescreven staet Elijsabeth naghelaten wedue Roelof Moliaerts zalig. 
erflijck te hebben ende te besitten ende Gherit Jacopsz voirg. verteech opten brief 
ende op allet inhalt des briefs voirsz. tot behoef Elijsabet wedue voirsz. ende 
gheloefde daer op doen te vertijen allen die ghene die daer met recht op vertijen 
sullen hij gheloefde oock Elijsabeth wedue voirsz. den brief ende allet inhalt des  
briefs voirsz. te waren totter hooftsumma toe daer in benoempt met volder waer- 
scappe tot onsen lantrecht teghens allen die ghene die des ten rechte comen  
willen ende van siner weghen alle voirplicht af te doen vanden selven In oirconde 
.... | 
Het einde van de tekst ligt onder de pliek. 
Alle zegels af. 
Kaartenbak H. Beckering Vinckers, weeshuisarchief Zaltbommel, kaartje 216 
 | 
Transfix. Hangt aan: 29-10-1561
  | 
Bron: Archieven Bommelse Weeshuizen    | 
Delen:    Verstuur per email  | 
Bron info:  Zaltbommel De getoonde transcripties zijn vaak van dhr. Beckering Vinckers en niet altijd gecontroleerd met het origineel. | 
27-05-1572. Frederick van Doern en Ghijsbert van Braeckell, schepenen in Zulichem, oorkonden, dat Sophia Gerits beloofd heeft aan den Heilige-Geestmeester aldaar, een som geld te zullen betalen in twee termijnen ten behoeve van de armen aldaar. Gegeven in den jaer ons Heren dusent vijffhondert twee ende tsoeventich den soeven ende twentichsten dach Mey. Oorspr. (Inv. no. 94); de zegels der beide oorkonders zijn verloren. 
Datering: 1572 Mei 27  | 
Wij Frederick van Doern ende Ghijsbert van Braeckell scepenen in Zulichem tuygen dat voir ons 
comen is Sophia Gerits weduwe mit oere gecoren momber ende heeft gelooft heer Jan Hoen 
als Heijlige Gheestmr. inder tijt to Zulichem tot behoeff der armen aldaer alle alsulcke penn. 
als sij bevonden wordt den armen voorsc. schuldich to sijn die een helft daer van op Bamis 
toecomende ende die ander helft oft reste op Bamis daer ierst aen volgende elcx tot ons lantrecht 
to betalen ende heeft mede Sophia Gerits mit gecore momber als voorss. bekent ende overgegeven 
dat indien sij niet en betaelde die penn. ter goeder reeckening voerscr. ten bescheijden de gemelde ter- 
mijnen als voorscr. den voerscr. Heijlige Gheestmr. in sulcken valle ?uutslach ende aenfanck 
op allen oeren erffenisse ende goederen vermogens coop ende verwin daer op de selve scepenen cope 
verwins ende insettinge brieven van Zulichem slaende sijn allet in sulcker voege oft tselve 
nae lantrecht ten vollen geschiet ende voor richter ende scepenen opte v?llstaet aengefangen 
weere mede overgevende mit gecoren momber als voorss. de coop ende verwin voerss. mit 
dese bekende aenfanck niet en sullen bejaeren off bedagen. In oirconde onser litteren. Gegeven 
inden jaere ons Heeren dusent vijf hondert twee ende tsoeventich den soeven ende tweintichsten dach meij. 
 
ondertekend: E d Bye 
 | 
Merk op dat het afschrift in het loofsignaat, zie inv. nr. 668, folio 15 (scan 18) rechtsboven, anders is. 
Daar wordt ook Dirck Salomonssz. genoemd die blijkbaar de andere helft van deze schuld moet betalen. 
Bijzonder is dat de oorkonde is geschreven in het handschrift van en ondertekend is door Egen de Bije, de latere secretaris, in een jaar dat Jan Bolen secretaris was. Hiervoor is nog geen verklaring gevonden. | 
Bron: Heerlijkheid Zuilichem, inv. 94 - Regest nr. 61    | 
Delen:    Verstuur per email  | 
Bron info: Toegang 0448, Gelders Archief, Arnhem
  | 
| 1578. Adriaen van Beest van Renoij en Gijsbert van Waerdenburg schepenen van Zuijlichem getuigen etc. | 
| Met een kruisje ervoor als teken dat deze akte vernietigd is. | 
Bron: Collectie van Spaen, inv. 162 (Archieven Neerijnen)    | 
Delen:    Verstuur per email  | 
Bron info:  Hoge Raad van Adel, Den Haag NB. Bij controle bleek dat er soms transcriptiefouten en foutieve jaartallen voorkwamen in de aantekeningen. Bovendien werden akten uit de archieven van de Huizen Waardenburg en Neerijnen soms vernietigd ("de + zijn als onnodig verscheurt"). | 
| 1578. Adriaen van Beest en Renoij en Gijsbert van Waerdenborch schepenen in Zuilichem etc. | 
| Met een kruisje ervoor als teken dat deze akte vernietigd is. | 
Bron: Collectie van Spaen, inv. 162 (Archieven Neerijnen)    | 
Delen:    Verstuur per email  | 
Bron info:  Hoge Raad van Adel, Den Haag NB. Bij controle bleek dat er soms transcriptiefouten en foutieve jaartallen voorkwamen in de aantekeningen. Bovendien werden akten uit de archieven van de Huizen Waardenburg en Neerijnen soms vernietigd ("de + zijn als onnodig verscheurt"). | 
18-03-1578. Adriaen van Beest van Renoij en Hendrick Pieck schepenen in Zuilichem etc, 1578. 
"Jan die Raet vendidit etc Wouter Henricksz vier thijnsbrieven" | 
Met een kruisje ervoor als teken dat deze akte vernietigd is. 
 
Toegevoegde info gevonden in ORA Zuilichem, inv. 670, f. 8v. | 
Transfix. Hangt aan: 1551
  | 
Bron: Collectie van Spaen, inv. 162 (Archieven Neerijnen)    | 
Delen:    Verstuur per email  | 
Bron info:  Hoge Raad van Adel, Den Haag NB. Bij controle bleek dat er soms transcriptiefouten en foutieve jaartallen voorkwamen in de aantekeningen. Bovendien werden akten uit de archieven van de Huizen Waardenburg en Neerijnen soms vernietigd ("de + zijn als onnodig verscheurt"). | 
18-03-1578. Adriaen van Beest van Renoij en Hendrick Pieck heer van Tienhoven schepenen in Zuilichem etc, 1578. 
"Jan die Raet vendidit etc Wouter Henricksz vier thijnsbrieven" | 
Met een kruisje ervoor als teken dat deze akte vernietigd is. 
 
Toegevoegde info gevonden in ORA Zuilichem, inv. 670, f. 8v. | 
Transfix. Hangt aan: 1554
  | 
Bron: Collectie van Spaen, inv. 162 (Archieven Neerijnen)    | 
Delen:    Verstuur per email  | 
Bron info:  Hoge Raad van Adel, Den Haag NB. Bij controle bleek dat er soms transcriptiefouten en foutieve jaartallen voorkwamen in de aantekeningen. Bovendien werden akten uit de archieven van de Huizen Waardenburg en Neerijnen soms vernietigd ("de + zijn als onnodig verscheurt"). | 
18-03-1578. Adriaen van Beest van Renoij en Hendrick Pieck heer van Tienhoven schepenen in Zuilichem etc, 1578. 
"Jan die Raet vendidit etc Wouter Henricksz vier thijnsbrieven" | 
Met een kruisje ervoor als teken dat deze akte vernietigd is. 
 
Toegevoegde info gevonden in ORA Zuilichem, inv. 670, f. 8v. | 
Transfix. Hangt aan: 1554
  | 
Bron: Collectie van Spaen, inv. 162 (Archieven Neerijnen)    | 
Delen:    Verstuur per email  | 
Bron info:  Hoge Raad van Adel, Den Haag NB. Bij controle bleek dat er soms transcriptiefouten en foutieve jaartallen voorkwamen in de aantekeningen. Bovendien werden akten uit de archieven van de Huizen Waardenburg en Neerijnen soms vernietigd ("de + zijn als onnodig verscheurt"). | 
18-03-1578. Adriaen van Beest en Renoij en Hendrick Pieck heer tot Tienhoven schepenen in Zuilichem, 1578. 
"Jan die Raet vendidit etc Wouter Henricksz vier thijnsbrieven" | 
Met een kruisje ervoor als teken dat deze akte vernietigd is. 
 
Toegevoegde info gevonden in ORA Zuilichem, inv. 670, f. 8v. | 
Transfix. Hangt aan: 1551
  | 
Bron: Collectie van Spaen, inv. 162 (Archieven Neerijnen)    | 
Delen:    Verstuur per email  | 
Bron info:  Hoge Raad van Adel, Den Haag NB. Bij controle bleek dat er soms transcriptiefouten en foutieve jaartallen voorkwamen in de aantekeningen. Bovendien werden akten uit de archieven van de Huizen Waardenburg en Neerijnen soms vernietigd ("de + zijn als onnodig verscheurt"). | 
19-01-1579. Adriaen van Weesd van Reynoy und Dirck Pieck, Schöffen in Zuilichem, beglaubigen und vidimieren ein von Naydo Roeloffsß und Elbert Geritsß, Schöffen zu Zaltbommel, 1527 März 28 belaubigtes Vidimus einer Rechnungslegung und Erbscheidung des Erbes des † Arnt Pieck van Gameren von 1495 Juli 6 vermittels und zu Gunsten der Frau van Renesse, der Jungfer van Haeften und der Wwe. van Gaell. Siegler: die zwei Schöffen.  
Ausf., Perg., mit 2 Sgg. | 
NB. De schepen heet 'van Beesd van Reynoy'. 
Bron: Inventare nichtstaatlicher Archive - Band 51 (Die Urkunden des Archivs von Schloss Frens) - Pag. 105.  | 
Bron: Overigen - Regest nr. 601    | 
Delen:    Verstuur per email  | 
Bron info:  nadere gegevens over de bron wordt bij de acte vermeld.
  | 
19-01-1579. Schepenen: Adriaen van Beesd van Reynoy en Dirck Pieck. 
{Afschrift van } 19-01-1579. Adriaen van Weesd van Reynoy und Dirck Pieck, Schöffen in Zuilichem, beglaubigen und vidimieren ein von Naydo Roeloffsß und Elbert Geritsß, Schöffen zu Zaltbommel, 1527 März 28 belaubigtes Vidimus einer Rechnungslegung und Erbscheidung des Erbes des † Arnt Pieck van Gameren von 1495 Juli 6 vermittels und zu Gunsten der Frau van Renesse, der Jungfer van Haeften und der Wwe. van Gaell. Siegler: die zwei Schöffen. 
Ausf., Perg., mit 2 Sgg. | 
| Bron: Inventare nichtstaatlicher Archive - Band 51 (Die Urkunden des Archivs von Schloss Frens) - Pag. 105.  | 
Bron: Overigen - Regest nr. 601    | 
Delen:    Verstuur per email  | 
Bron info:  nadere gegevens over de bron wordt bij de acte vermeld.
  | 
19-03-1580. schepenen te Zuilichem Dirck Pieck en Peter Maess 
 | 
Wij, Dirck Pieck ende Peter Maess, scepenen in Zuylichem, tuygen dat voer ons comen is Reijner van Haeften, heere to Ophemert ende heeft vercoft ende opgedragen voer hondert pont gever penningen die hij ghiede dat hem betaelt sijn die brieven daer dese tegenwordige brieff doersteecken is ende allet gehalt der brieven ghelijck daer inne geschreven staet Herman Sloot Antonissen erffelick to hebben ende to besitten. Ende Reijner van Haeften verteech daer op tot behoeff Herman Sloot Antoniss. voerscr. ende geloeffde doen vershijen allen die mit recht van sijnen twegen daer op vershijen sullen ende van sijnen twegen ten ewigen dagen to waren als recht is tegen allen die ten rechte comen willen ende alle voerplicht aff te doen van sijnen twegen. In oirconde onser letteren gegeven in den jaere ons Heeren dusent vijffhondert ende tachtentich den negenthiensten dach Meert. 
 | 
bron: Kaartenbak H. Beckering Vinckers, weeshuisarchief Zaltbommel 
kaartje 169-4 en 169-5 
 | 
Transfix. Hangt aan: 07-12-1558
  | 
Bron: Archieven Bommelse Weeshuizen    | 
Delen:    Verstuur per email  | 
Bron info:  Zaltbommel De getoonde transcripties zijn vaak van dhr. Beckering Vinckers en niet altijd gecontroleerd met het origineel. | 
19-03-1580. schepenen te Zuilichem Dierck Pieck en Peter Maess 
 | 
Transfix I anno 1580 Maart 19. 
Wij, Dierck Pieck ende Peter Maess, scepen in Zulichem, tuygen dat voer ons comen is Reijner van Haeften, heere to Ophemert ende heeft vercoft ende opgedragen voor hondert pont gever penn. die hij ghiede dat hem betaelt sijn den brieff daer dese tegenwoerdige brieff doersteecken is ende allet gehalt des brieffs, ghelijck daer inne geschreven staet mit noch alle vorder bescheijt der thiende daerinne benoempt ennichsins aengaende ende onder gemelte Reijner berust ende weer, Herman Sloot Antoniss. erffelick to hebben ende to besitten. Ende Reijner van Haeften voerscr. verteech daerop tot behoeff Herman Sloet voers. ende geloeffde doen verthijen allen die mit recht van sijnen twegen daer op verthijen sullen ende van sijnen twegen ten ewigen dagen to waren als recht is, tegen allen die te rechte comen willen ende alle voerplicht aff to doen van sijnen twegen. In oirconde onser letteren gegeven in den jaere dusent vijff hondert ende tachtentich den negenthiensten dach Meert. 
E. de Bye s. in Z. 
 | 
bron: Kaartenbak H. Beckering Vinckers, weeshuisarchief Zaltbommel 
kaartje 177-3 en 177-4 | 
Transfix. Hangt aan: 07-12-1526
  | 
Bron: Archieven Bommelse Weeshuizen    | 
Delen:    Verstuur per email  | 
Bron info:  Zaltbommel De getoonde transcripties zijn vaak van dhr. Beckering Vinckers en niet altijd gecontroleerd met het origineel. | 
25-10-1584. schepenen Peter Maesz. en Marten Ingenhuysz. 
Aerndt Schoock Hanricksz. belooft een tijns van 27 gulden 6 stuiver 2 1/2 oort aan het gasthuis van Saltboemel, uit 13 1/2 mergen 1 hont land te Bruchem op die Enckfoort{?} 
 | 
bovenschrift: Bruechem 
 
marge: Soeven ende twintich gulden ses stuver dordalft oort stuver  
 
Wij Peter Maesz. ende Marten Ingenhuysz. scepen in 
Zulichem tuygen dat voir ons comen is Aerndt Schoock 
Hanricksz. ende heeft geloefft Cornelis Jansz. ende Herman 
Sloot als gasthuysmeesteren inder tijt ende tot behoeff des Gasthuys 
van Saltboemel erffthijns soeven ende twintich carolus 
gulden ses stuver en dordalff oort stuvers tot twintich stu- 
ver ter tijt der betalinghe binne Saltboemel gengbaer den 
gulden voirss. gereeckent op  St. Merten den elfften novem- 
bers toecomende en soe voirt jaerlicx ewelick tot eene erf- 
thijns recht te betalen uuyt vierthiendalve mergen lants 
ende een hont gelegen inden gerichte van Bruechem op 
die Enckfoort?, soe die in oir bepalinghe aldaer gelegen 
en van de gasthuys van Boemel her gecomen sijn ende voirt 
vuyt alle sijne gueden hij nu heefft off nae vercrijgen 
mach onder die banne van Zulichem gelegen. Welc- 
ken erffthijns voirss. weert saecke dat die alle jaer op 
termijn voirss. niet betaelt en worde, soe dan alle weec- 
ken daer na volgende eenen peen van vierthiendalve 
stuver opten thijns voirss. wassen ende gaan, welcken peen 
sall metten erffthijns voirss. die gasthuysmeesteren inder tijt 
uutten onderpanden en alle goets als voirss. verhalen sullen 
moegen wanneer sij niet langer beiden en willen. Ende 
Aerndt Schoock voirss. geloefden oeck den gasthuysmeesteren inder 
tijt als voirss. den erffthijns metter peen voirss. vuytten on- 
derpande en alles goets als voirss. ewelicken te waeren 
als recht is tegen allen die ten rechte comen willen met 
... noch? vander? vestenissen voirscreven des aengaende 
te daer? mander? ... kenne tot voir.... ver.... 
armen, alltijt alsmen hem des .........de is. Ende desen? thijns 
jaerlicx tot eene erfthijns ... te betaelen? sijnder ewige 
losse daer aen te behalden. In oirconde onser litteren. Gegeven 
int jaer ons Heeren duisent vijfhondert vier en tachtentich den 
vijfentwintichste dach Octobris 
 
marge: 1584 
 
Ende ... onderteekend E. de Bye. Ende met twee der 
schepenen in groene wasse uuythangen zegelen besegelt. 
 | 
Dezelfde akte komt voor in de bewaardgebleven protocollen van de geloftesignaten van de bank van Zuilichem. 
Zie: https://hdl.handle.net/21.12108/7FABAE624ACF47579563262925F7C86A 
scan 113, folio 111, rechts onder en scan 114, folio 111v, links boven | 
Bron: Cartularium van het Groote Bommelsche Gasthuis (f.162+162v)    | 
Delen:    Verstuur per email  | 
Bron info:  Regionaal Archief Rivierenland, Tiel
  | 
30-04-1585. Hubert van Doeren en Adriaen van Beesd van Reynoy, schepenen in Zuylichem verklaren tot gerechtelijke verkoop te hebben besloten van een hofstad c.a. te Zuylichem, toebehorende aan Ariaen Salomonsz, die hieruit een thijns van 3 Car. gld. schuldig is aan Jr. Dierck Pieck. 
Oorspr. (Inv.nr. 139). Onder deze acte is die d.d. 11 Juni 1585 geschreven. | 
Bron: Familie Van den Steen van Ommeren en Wayestein (toegang 0632), Gelders Archief 
Regest 22; inv.nr. 139 | 
Bron: Overigen    | 
Delen:    Verstuur per email  | 
Bron info:  nadere gegevens over de bron wordt bij de acte vermeld.
  | 
11-06-1585. Adriaen van Beesd van Reynoy en Mathijs Jacobsz, schepenen in Zulichem oorkonden, dat de hofstede genoemd in de acte d.d. 30 April 11, onder welke deze is geschreven, door de gezworen bode is gesleten en aan Joest Jansz verkocht. 
Oorspr. (Inv.nr. 139), tezamen bezegeld met het vorige stuk en de twee, hierbij getransfigeerde charters d.d. 11 en 12 Juni hieronder. De zegels van H. van Doern en A. van Beesd aanwezig; dat van Mathijs Jacob is verloren. | 
Bron: Familie Van den Steen van Ommeren en Wayestein (toegang 0632), Gelders Archief 
Regest 23; inv.nr. 139 
 | 
Transfix. Aanhangend: 11-06-1585
  | 
Bron: Overigen    | 
Delen:    Verstuur per email  | 
Bron info:  nadere gegevens over de bron wordt bij de acte vermeld.
  | 
11-06-1585. Adriaen van Beesd van Reynoy en Mathijs Jacobsz, schepenen in Zulichem oorkonden, dat de gezworen richter in hun presentie Joest Jansz heeft ingeheerd in de hofstede, genoemd in de twee voorgaande brieven, waardoor deze gestoken is. 
Oorspr. (Inv.nr. 139), met het vorige charter samen bezegeld. 
 | 
Bron: Familie Van den Steen van Ommeren en Wayestein (toegang 0632), Gelders Archief 
Regest 24; inv.nr. 139 | 
Transfix. Hangt aan: 11-06-1585 Aanhangend: 12-06-1585
  | 
Bron: Overigen    | 
Delen:    Verstuur per email  | 
Bron info:  nadere gegevens over de bron wordt bij de acte vermeld.
  | 
12-06-1585. Adriaen van Beesd van Reynoy en Mathijs Jacobsz, schepenen in Zulichem oorkonden, dat Joest Jansz de hofstede, genoemd in de drie voorgaande brieven, door welke deze gestoken is, voor 10 £ heeft overgedragen aan Dierck Pieck. 
Oorspr. (Inv.nr. 139), met de vorige charters tezamen bezegeld. 
 | 
Bron: Familie Van den Steen van Ommeren en Wayestein (toegang 0632), Gelders Archief 
Regest 25; inv.nr. 139 | 
Transfix. Hangt aan: 11-06-1585
  | 
Bron: Overigen    | 
Delen:    Verstuur per email  | 
Bron info:  nadere gegevens over de bron wordt bij de acte vermeld.
  | 
1586. Dirck Pieck en Matthijs Jacobsz schepenen in Zuilichem getuigen dat Willem de Ridder van Groenesteijn eenige goederen in 't gericht van Delwijnen verkoopt aen Willem die Kock van Delwijnen. 1586. 
 
 | 
| Met een kruisje ervoor als teken dat deze akte vernietigd is. | 
Bron: Collectie van Spaen, inv. 162 (Archieven Neerijnen)    | 
Delen:    Verstuur per email  | 
Bron info:  Hoge Raad van Adel, Den Haag NB. Bij controle bleek dat er soms transcriptiefouten en foutieve jaartallen voorkwamen in de aantekeningen. Bovendien werden akten uit de archieven van de Huizen Waardenburg en Neerijnen soms vernietigd ("de + zijn als onnodig verscheurt"). | 
| 04-02-1586. schepenen te Zuilichem Dierck Pieck en Hendrick van Bonenborch genaamd van Clousteyn | 
--- 
I. Weeshuis - anno 1586 Febr. 4. 
--- 
Wij Dierck Pieck ende Hendrick van Bonenborch genaamt 
van Cloustyn, scepenen in Zulichem, tuygen dat voer 
ons comen is Hanrick Otten ende heeft in crachte van 
testamente oft synen uuyterste wille gemaect ende 
gelegateert den rechten armen binnen Saltboemell 
oft soe het geviell dat binnen der stadt Saltboemell 
een weeshuys worden opgericht als dan tot behoeff den 
weeskynderen een renthe van vyftalve gulden jaerlicx 
gaende uuytheenen bomgaert tot Gameren ende 
dewelcke vyftalve gulden nu ter tijt betaelt worden 
bij Willem Janss Moll. Noch soe maect ende will 
hij testatoer voers. dat die goederen die nae dode 
van hem erven ende versterven sullen op syne neve 
Floris Geritss als enige erffgenaem van hem hij die 
selve niet lichtfeerdich vercopen oft verbrengen sall 
mogen. Ende indien het geviel dat deselve Floris 
Geritss sijn neef quaeme te sterven sonder echte 
geboerte van hem nae te laeten, sullen in den 
--- 
II. Weeshuis - anno 1586 Febr. 4. 
--- 
vall die goederen voers. wedercomen ende devol- 
veren (=terugvallen) op het naeste bloet van hem testa- 
toer voers. ende dit alles tot sijns testatoers voers. 
wederroepen. In oirconde etc. datum als boven. 
J. de Bye, s. in Zuyl. 
 
Hiervan zijn twee eensluidende charters (was 30 en 218) 
--- 
 | 
bron: Kaartenbak H. Beckering Vinckers, weeshuisarchief Zaltbommel 
kaartje 31+218 (I) en 31+218 (II) 
 | 
Bron: Archieven Bommelse Weeshuizen    | 
Delen:    Verstuur per email  | 
Bron info:  Zaltbommel De getoonde transcripties zijn vaak van dhr. Beckering Vinckers en niet altijd gecontroleerd met het origineel. | 
18-08-1588. schepenen Adriaen van Beest van Reenoij en Gerit Janss. 
Jan Peterss. weerd binnen Boemel in den Hulck , belooft een tijns aan het grote gasthuis te Zaltbommel uit 16 hont land te Bruchem. | 
bovenschrift: Bruechem 
 
marge: Thien gulden derthien stuver drie deijts, 1588 
 
Wij Adriaen van Beest van Reenoij ende Gerit Janss. 
schepenen in Zulichem tuygen dat voir ons comen is Jan 
Peterss. weerdt binnen Boemel inden Hulck en heeft ge 
loefft Peter Mae?ss. ende Peter Ingenhuyss. als gasthuysmeesteren 
indertijt en tot behoeff des gasthuys binnen Boemel 
erffthijns thien carolus gulden derthien stuver en drie 
deijts tot twintich stuver ter tijt der betalinghe gengbaer den 
gulden voirss. gereeckent op St. Merten inden wynter 
toecomende en soe voirt ewelicx thien carolus gulden der- 
thien stuver drie deits als voirss. erffthijns te hebben ende te 
bueren vuyt sesthien hont lants soe die gelegen in den ge- 
richt van Bruechem op die Verchden gelijck die op 
huyden bij den gasthuysmeesteren voirss. den voirss. Jan Peterss. voir 
schepenen opgedraegen sijn, oestwaert en westwaert naestgelegen 
het gasthuys lant van Boemel en noortwaert die 
gemeine steghe aldaer genampt die krancksteghe, ende 
noch vuyt eene hoff t'einden die sesthien hont voirss. ten 
suyden aengelegen, oestwaert naestgelegen Jan Claess. als 
man ende mombaer Geertken Herberensdr. ende west- 
waert des gasthuyslant, streckende voirts ten suyden op 
St, Anthonisstraet, off soe wie alomme mit recht 
naestlantgelegen sijn. Welcken tijns voirss. weert saicke 
dat in alle jaer op termijn voirss. niet betaelt en woirden 
sal dan alle dagen daer nae volgende eenen peen van eenen 
stuver daechs opten thijns voirss. wassen ende gaen. Welc- 
ken peen all mitten thijns voirss. die gasthuysmeesteren 
indertijt vuyten onderpanden voirss. verhalen sullen 
moegen wanneer sij's niet langer beiden en willen. Ende 
Jan Peterss. voirss. geloefden oick den gasthuysmeesteren 
tot behoeff des gasthuys voirss. den thijns ende peen voirss. 
vuyten onderpanden voirss. ewelick te waeren als 
recht is tegen alle die ten rechten comen willen. Voer 
behalden Jan Peterss. voirss. altijt op eenige termijn 
sijne ewige losse aenden thijns voirss. tegens den pen- 
ninck vijfentwintich soemen erfthijns gewoentlick 
is te lossen off te reeckenen ende met allen verschenen 
onbetaelden thijnsen. In oirconde onser litteren. Gegeven inden 
jaere ons Heeren duysent vijfhondert achtentachtentich den 
achthienden dach augusti. 
 
Ende was onderteeckent E. de Bye. Ende mit twee der 
schepenen in groene wasse vuythangende segelen besegelt. 
 | 
Dezelfde akte komt voor in de bewaardgebleven protocollen van de geloftesignaten van de bank van Zuilichem. 
Zie: https://hdl.handle.net/21.12108/7FABAE624ACF47579563262925F7C86A 
scan 156, f.154, rechts onder | 
Bron: Cartularium van het Groote Bommelsche Gasthuis (f.165+165v)    | 
Delen:    Verstuur per email  | 
Bron info:  Regionaal Archief Rivierenland, Tiel
  | 
29-04-1589. schepenen Dirck Pieck en Jan van Tuyll Sandersz. 
Folquijn Claesz. scholtes tot Bruechem belooft een thijns van 15 gulden 6 stuiver 1 oort aan het groote gasthuis binnen Bommel uit 16 hont land te Bruchem op den broeckhoevel, nog op 2 1/2 mergen land genaamd de corte waterschap te Bruchem, en nog op 1 mergen land op de haerbeemden te Bruchem. | 
bovenschrift: Bruechem 
 
marge: vijfthien gulden ses stuver eenen oort stuver eenre penning. 
 
Wij Dirck Pieck en Jan van Tuyll Sandersz. sche- 
penen in Zulichem tuygen dat voir ons comen is Folquijn Claesz. 
scholtes tot Bruechem ende heeft geloeft Matheus Henricksz. 
en Quirijn Florisz. als gasthuysmeesteren indertijt en tot behoeff des 
groote gasthuys binnen Saltboemel erfthijns vijffthien carolus 
gulden ses stuver een oort stuvers ende eenen penninck tot twin- 
tich stuver in tijt der betalinge genge voer den gulden voirss. ge- 
reeckent op belooken paesche toecomende en soe voert jaer- 
licx tot eenen erfthijns recht te betalen te heffen ende te boeren 
uuyt sesthien hont lants soe die gelegen inden gerichte van 
Bruechem op den Broeckhoevel, noch uuyt dordalve mergen 
lants gelegen inden gericht voirss. genamt het Corte 
Waterschap, en noch uuyt eene mergen lants inden ge- 
richte voirss. op de Haerbeemden, soe dese landerien elcx 
in sijn bepalinghe aldaer gelegen en allet vanden Gast- 
huys voirss. hergecomen sijn ende voirt uuyt alle sijne goe- 
deren die hij nu heefft ofte nae vercrijgen mach ten lant- 
recht te betalen. Welcken thijns voirss. weert saicke 
dat die alle jaer op termijn voirss. niet betaelt en worde 
sal dan alle weecken daernae folgende eenen peen van 
achtalve stuver opten thijns voirss. wassen ende gaen, welc- 
ken peen al metten thijns voirss. die Gasthuysmeesteren inder 
tijt uuyten onderpanden ende alles goets als voirss. verhalen 
sullen moegen wanneer sij niet langer beiden en willen. 
Ende Folquijn Claesz. scholtes voirss. geloefden oick den 
gasthuysmeesteren tot behoeff den Gasthuys voirss. den thijns ende 
peen voirss. uuyten onderpande en alle goets als voirss. 
ewelick te waeren als recht is tegen allen die ten rechte coomen 
willen. Voirbehalden Folquijn Claesz. scholtes voirss. sijne 
losse aen de sesthien hont lants ende die mergen op de Haerbeem- 
de voirss. metter hoofftsomme tegens den penninck vijffende 
twintich soe men erfthijns gewoentlick is te lossen. In oircon- 
de onser litteren. Gegeven inde jaere ons Heeren duysent vijfhondert 
negen en tachtentich den negen en twintichste dach aprilis. 
 
marge: 1589 
 
Ende was onderteeckent E. de Bye ende met twee der 
schepenen in groene wasse uuythangende segelen besegelt. 
 | 
Dezelfde akte komt voor in de bewaardgebleven protocollen van de geloftesignaten van de bank van Zuilichem. 
Zie: https://hdl.handle.net/21.12108/7FABAE624ACF47579563262925F7C86A 
scan 163, f.161,, rechts boven. 
De tekst daarin is echter volstrekt anders geformuleerd, en daarin worden o.a. de belendingen genoemd die hier niet vermeld worden. 
 | 
Bron: Cartularium van het Groote Bommelsche Gasthuis (f.162)    | 
Delen:    Verstuur per email  | 
Bron info:  Regionaal Archief Rivierenland, Tiel
  | 
29-04-1589. schepenen Dirck Pieck en[de] Jan van Tuyll Sanderss. 
Hanrick Hanrickss. de Vormer belooft een tijns aan het grote gasthuis binnen Zaltbommel uit diverse percelen te Bruchem. | 
bovenschrift: Bruechem 
 
marge: Achtendartich gulden vijfthien stuver. 
 
Wij Dirck Pieck ende Jan van Tuyll Sanderss. sche- 
pen in Zulichem tuijgen dat voir ons comen is Hanrick 
Hanrickss. de Vormer ende heeft geloeft Matheus Han- 
rickss. ende Quirijn Floriss. als gasthuysmeesteren inder tijt ende 
tot behoeff des groote gasthuys binnen Saltboemel erff- 
thijns achtendedartich carolus gulden ende vijfthien stuver 
tot twintich stuver in tijt der betalinghe gengbaer de 
gulden voirss. gereeckent op beloecken paeschen toe- 
comende en soe voirt ewelicx tot eenen erfthijns 
recht te betalen te heffen ende te boeren vuyt eenen 
hoff gelegen inden gericht van Bruechem groot 
anderhalve mergen genamt des gasthuyshoff met 
noch vier mergen lants daerteijnden aen gelegen, noch 
vuyt drie mergen lants gelegen inden gericht voirss. 
genamt den baniscamp, ende noch vuyt derthien hont 
lants inden selven gericht genamt de scheijv?er soe 
dese landeren elcx in sijn bepalinghen aldaer gelegen 
ende alle vanden gasthuys voirss. hergecomen sijn, en 
voirt vuyt alle sijne guederen die hij nu heeft off 
nae vercrijgen mach ten lantrecht te betalen. Welcke 
thijns voirss. weert saicke dat die alle jaer op termijn 
voirss. niet betaelt en weer, sal dan alle weecken dair 
nae volgende eenen peen van negenthien stuver opten 
thijns voirss. wassen ende gaen. Welcken peen al mitten 
thijns voirss. die gasthuysmeesteren inder tijt vuyten onderpan- 
den ende alles goets als voirss. verhalen sullen moegen wan- 
neer sij niet langer beiden en willen. Ende Hanrick Hanrickss. 
voirss. geloofde oick den gasthuysmeesteren tot behoeff des gasthuys 
voirss. den thijns en peen voirss. vuyten onderpanden ende 
alles goets als voirss. ewelick te waeren als recht is tegen allen 
die ten rechten comen willen, ende geloofde oick noch voirder 
waerscappe ende vestenis in anderen bencken te doen tot 
volcomen bewaronge der armen, altijt als men hem dat ?slu?- 
nende is. Ende desen tijns jaerlicx tot eenen erfthijns recht 
te betalen als voirss. sonder eenige losse daeraen te be- 
halden. In oirconde onser litteren. Gegeven inden jaere ons Heeren 
duysent vijfhondert negenentachtentich den negenentwin- 
tichsten dach aprilis. 
 
marge: 1589 
 
Ende was onderteickent E. de Bye. Ende mit twee 
der schepenen in groene wasse vuythangende segelen bese- 
gelt. 
 | 
Dezelfde akte komt voor in de bewaardgebleven protocollen van de geloftesignaten van de bank van Zuilichem. 
Zie:https://hdl.handle.net/21.12108/7FABAE624ACF47579563262925F7C86A 
scan 163, f.160v, links onder | 
Bron: Cartularium van het Groote Bommelsche Gasthuis (f.164v+165)    | 
Delen:    Verstuur per email  | 
Bron info:  Regionaal Archief Rivierenland, Tiel
  | 
23-02-1592. schepenen Aernt die Raeth en Cornelis Ghijsbertss. 
Quirijn Janss. belooft een tijns aan het grote gasthuis te Zaltbommel uit twee percelen land te Kerkwijk. | 
bovenschrift: Kerckwijck 
 
marge: Twelff gulden thien stuver twee oort 
 
Wij Aernt die Raeth ende Cornelis Ghijsbertss. sche- 
penen in Zulichem tuygen dat voir ons comen is Quirijn 
Janss. ende heeft geloefft Joest Ghijsbertss. ende Cornelis 
Geritss. Trip als gasthuysmeesteren indertijt tot behoeff des 
groote gasthuys binnen Saltboemel erfthijns twelff 
carolus gulden thien stuver twee oort stuvers tot 
twintich stuver in tijt der betalonge gengbaer den gulden 
voirss. gereeckent op dach Martini den elffsten novembris 
toecomende ende soe voirt jaerlicx van alles vrij gelt 
sonder eenige cortonge tsij vuyt wadt saicke off bij 
welcken ordonantie dat geschien soude moegen, daer 
van den voirss. Quirijn Janss. expresselicken renun- 
cieert, to heffen ende to boeren vuyt twee mergen 
lants soe die gelegen inden gericht van Kerckwijck 
inden Beempt oestwaert naestgelegen Walraven Peterss. 
westwaert der kercke lant van Kerckwijck, ende 
suytwaert die gemein straat, ende noch vuyt eenen 
halven mergen genamt den Endecamp oostwaert 
naestgelegen Walraven Peterss. voirss., ende westwaert 
den kercke lant van Kerckwijck, off wie met recht 
naestgelegen sijn, ende voirt vuyt alle sijns guederen hij nu 
heeft off nae vercrijgen mach tot onsen lantrecht te 
betalen. Welcken erfthijns voirss. weert saicke dat 
die alle jaer op termijn voirss. niet betaelt en worde 
sall dan alle weecken daernae volgende eenen peen 
van ses stuver opten thijns voirss. wassen ende gaen, welc- 
ken peen all mitten thijns voirss. die gasthuysmeesteren inder 
tijt vuyten onderpande ende alles goets als voirss. verhalen 
sullen moegen als sij;s niet langer beiden en willen. Ende 
Quirijn Janss. voirss. geloefden oick den gasthuysmeesteren tot 
behoef des gasthuys voirss. den thijns ende peen voirss. ewelick ten 
lantrecht te waeren als recht is tegen allen die ten rechte comen 
willen. Voert is overgegeven dat men den erfthijns voirss. vuyt- 
forderen sal moegen met maninge ende richtonge off met pan- 
dinge aen reede ende onreede goederen tot koere ende optie der 
gasthuysmeesteren indertijt. Mede soe het een jaer inne d'ander 
duer misbetalinge quame te verloopen sal Quirijn Janss. 
voirss. vervallen sijn in dobbelden erfthijns beheltelick doch 
Quirijn Janss. voirss. sijne losse aen den erfthijns voirss. te sij- 
ne waelgevalle tegens vier ten hondert. In oirconde onser 
litteren. Gegeven inden jaer ons Heeren duysent vijfhondert twee- 
entnegentich den drieentwintichsten dach februarij. 
 
Ende was onderteickent: E. de Bye. Ende met twee 
der schepenen in groenen wasse vuythangende segelen besegelt. 
 | 
Dezelfde akte komt voor in de bewaardgebleven protocollen van de geloftesignaten van de bank van Zuilichem. 
Zie: https://hdl.handle.net/21.12108/7FABAE624ACF47579563262925F7C86A 
zie scan 198, f.196, rechts onder | 
Bron: Cartularium van het Groote Bommelsche Gasthuis (f.172v+173)    | 
Delen:    Verstuur per email  | 
Bron info:  Regionaal Archief Rivierenland, Tiel
  | 
23-02-1592. schepenen Aernt die Raeth en Cornelis Ghijsbertss. 
Ariaen Ghijsbertss. Cocken belooft een tijns aan het grote gasthuis te Zaltbommel uit twee percelen land te Kerkwijk. | 
bovenschrift: Kerckwijck 
 
marge: Twelff gulden thien stuver twee oort 
 
Wij Aernt die Raeth ende Cornelis Ghijsbertss. schepenen 
in Zulichem tuygen dat voir ons comen is Ariaen Ghijs- 
bertss. Cocken ende heeft geloefft Joest Ghijsbertss. ende Cornelis 
Geritss. Trip als gasthuysmeesteren indertijt ende tot behoef des groote 
gasthuys binnen Saltbommel erffthijns twelff carolus gulden 
thien stuver ende twee oort stuvers tot twintich stuver in tijt 
der betalonge gengbaer den gulden voirss. gereeckent, op dach 
Martini den elfften novembris toecomende ende soe voirt jaerlijks 
van alles vrij gelt sonder eenige cortonge tsij vuyt wadt 
saecke off bij welcker ordonantie dat geschien soude moegen 
daer van de voirss. Ariaen Ghijsbertss. Cocken expresselicken 
renuncieert, te heffen ende to boeren vuyt thien hont lants 
soe die gelegen inden gericht van Kerckwijck genampt 
het Gasthuyskempken, oestwaert naestgelegen die pastorie 
lant van Kerckwijck ende westwaert Peter Anthoniss., noch 
vuyt derdalve mergen lants inden gericht voirss. inden 
Endencamp, oestwaert naestgelegen Daniel Wauterss. ende 
noortwaert Goosen Danielss. off wie mit recht naestgelegen 
ende voirt vuyt alle sijne guederen die hij nu heeft off nae ver- 
crijgen mach tot onsen lantrecht te betaelen. Welcken erff- 
thijns voirss. weert saicke dat die alle jaer op 
termijn voirss. niet betaelt en worden, sal dan alle 
weecken daer nae volgende eenen peen  van ses stuver 
opten thijns voirss. wassen ende gaen; welcken peen al 
mitten erfthijns voirss. die gasthuysmeesteren indertijt vuy- 
ten onderpanden ende alles goets als voirss. verhaelen 
sullen moegen als sij's niet langer beiden en willen. 
Ende Ariaen Ghijsbertss. Cocken voirss. geloefden oick 
den gasthuysmeesteren tot behoef des gasthuys voirss. den thijns 
ende peen voirss. ewelick ten lantrecht te waeren 
als recht is tegen allen die ten rechten comen willen. Voirt 
is overgegeven dat men den erfthijns voirss. vuytforderen 
sal moegen met maninghe ende richtinge of met pan- 
dinge aen reede ende onreede goederen tot koere ende optie 
der gasthuysmeesteren indertijt. Mede soe het een jaer inne 
d'ander duer misbetalonghe quame to verloopen sall 
Ariaen Ghijsbertss. Cocken voirss. vervallen sijn in dobbel- 
den erfthijns beheltelick doch Ariaen Ghijsbertss. Coc- 
ken voirss. sijnre losse aen den erfthijns voirss. tsijne 
waelgefalle tegens vier ten hondert. In oirconde onser 
litteren. Gegeven inden jaere ons Heeren duysent vijfhondert twe- 
entnegentich den drieentwintichsten dach february. 
 
Ende was onderteeckent E. de Bye. Ende mit twee der 
schepenen in goenen wasse vuythangende segelen besegelt. 
 | 
Dezelfde akte komt voor in de bewaardgebleven protocollen van de geloftesignaten van de bank van Zuilichem. 
Zie: https://hdl.handle.net/21.12108/7FABAE624ACF47579563262925F7C86A 
zie scan 198, f.196, links midden | 
Bron: Cartularium van het Groote Bommelsche Gasthuis (f.173+173v)    | 
Delen:    Verstuur per email  | 
Bron info:  Regionaal Archief Rivierenland, Tiel
  | 
23-02-1592. schepenen Aernt die Raeth en Cornelis Ghijsbertss. 
Walraven Peterss. belooft een tijns aan het grote gasthuis te Zaltbommel uit twee percelen land te Kerkwijk. | 
bovenschrift: Kerckwijck 
 
marge: twelff gulden thien stuver twee oort 
 
Wij Aernt die Raeth ende Cornelis Ghijsbertss. 
schepenen in Zulichem tuygen dat voir ons comen is Wal- 
raven Peterss. ende heeft geloeft Joest Ghijsbertss. ende 
Cornelis Geritss. Trip als gasthuysmeesters indertijt ende tot 
behoeff des groote gasthuys binnen Saltboemel erff- 
thijns twelff carolus gulden thien stuver ende twee oort 
stuvers tot twintich stuver in tijt der betalonge gengbaer 
den gulden voirss. gereeckent op dach Martini den elfften 
novembris toecomende ende soe voirt jaerlicx van alles 
vrij gelt sonder eenige cortonge tsij vuyt wadt saicke 
off bij welcken ordonantie dat geschien soude moegen, daer 
van de voirss. Walraven Peterss. expresselick renun- 
cieert, te hebben ende te boeren vuyt twee mergen lants 
soe die gelegen inden gerichte van Kerckwijck inden (1) 
oestwaert naestgelegen Adriaen van Beest van Reenoij, 
westwaert Quirijn Janss. ende suytwaert die gemein straet, 
noch vuyt twee mergen aldaer met eenen mergen daer 
aen den oestwaert ende westwaert naestgelegen Quirijn Janss. voirss. 
off wie met recht naestlantgelegen sijn ende voirt vuyt alle sijne 
guederen hij nu heeft off nae vercrijgen mach tot onsen lantrecht 
te betalen. Welcken erffthijns voirss. weert saicke dat die 
alle jaer op termijn voirss. niet betaelt en worden, sall dan 
alle weecken daernae volgende eenen peen van ses stuver 
opten thijns voirss. wassen ende gaen; welcken peen all metten 
erfthijns voirss. die gasthuysmeesteren indertijt vuyten onderpanden 
ende alles goets als voirss. verhaelen sullen moegen, als sij's 
niet langer beidenen willen. Ende Walraven Peterss. voirss. 
geloefden oick den gasthuysmeesteren tot behoeff des gasthuys voirss. 
den thijns ende peen voirss. ewelicken ten lantrecht te waeren 
als recht is tegen allen die ten rechten comen willen. Voert 
is overgegeven dat men den erffthijns voirss. vuytforderen 
sal moegen met maninge ende richtonge off met pandinge 
aen reede ende onreede guederen tot koere ende optie der gast- 
huysmeesteren indertijt. Mede soe het een jaer inne d'ander duer 
misbetalinghe quame to verloopen, sall Walraven Peterss. 
voirss. vervallen sijn in dobbelden erfthijns beheltelick doch 
Walraven Peterss. voirss. sijnre losse aen den erfthijns voirss. 
tsijne waelgefalle tegens vier ten hondert. In oircon- 
de onser litteren. Gegeven inden jaere ons Heeren duysent vijfhondert 
tweentnegentich den drieentwintichsten dach february. 
 | 
(1) hier mist blijkbaar een woord in het origineel 
 
Dezelfde akte komt voor in de bewaardgebleven protocollen van de geloftesignaten van de bank van Zuilichem. 
Zie: https://hdl.handle.net/21.12108/7FABAE624ACF47579563262925F7C86A 
zie scan 198 rechts boven | 
Bron: Cartularium van het Groote Bommelsche Gasthuis (f.173v+174)    | 
Delen:    Verstuur per email  | 
Bron info:  Regionaal Archief Rivierenland, Tiel
  | 
23-02-1592. schepenen Aernt die Raeth en  Cornelis Ghijsbertss.  
Goosen Danielss. belooft een tijns aan het grote gasthuis te Zaltbommel uit meerdere percelen land te Kerkwijk en Delwijnen. | 
bovenschrift: Kerckwijck 
 
marge: Een ende dartich gulden. 
 
Wij Aernt die Raeth ende Cornelis Ghijsbertss. sche- 
penen in Zulichem tuygen dat voir ons comen is Goosen 
Danielss. ende heefft geloofft Joost Ghijsbertss. ende Cornelis 
Geritss. Trip als gasthuysmeesteren indertijt ende tot behoeff 
des grooten gasthuys binnen Boemel erffthijns een ende 
dartich carolus gulden tot twintich stuver in tijt der beta- 
longe gengbaer 't stuck op St. Merten den elffsten novem- 
bris toecomende ende soe voirt jaerlicx van alles vrij gelt 
sonder eenige cortonge tsij vuyt wadt saecke off bij 
welcken ordonnantie dat geschien soude moegen, daer van 
de voirss. Goosen Danielss. expresselijk renumcieert, te heffen 
ende te boeren vuyt twelff mergen lants ende een hont 
soe die aen verscheide parcelen inden gerichte van 
Kerckwijck ende Delwijnen gelegen, te weten ander- 
halve mergen lants gelegen inden gerichte van Kerck- 
wijck genamt den Doncker, noch thien hont hooi lants 
inden gerichte van Kerckwijck voirss. genampt den 
Sullart, noch anderhalve mergen daeraen gelegen 
genampt den Langen camp, noch eenen halven mergen 
daer t'eindens gelegen van Lubbert Otten hergecomen, 
noch eenen halven mergen inden selven gericht in eenen 
camp van vijfalve mergen onverscheiden ?ingelegen. 
Alnoch soeventhien hont lants gelegen inden gerichte 
van Delwijnen genampt het Liebroeck, noch drie 
mergen daer bij ende aen gelegen, ende noch vier hont 
daernaest gelegen genampt de Pijplae, allet in sulcker 
groete ende bepalonghe als die landerien aldaer gele- 
gen ende van den gasthuyse heergecomen off vuytge- 
geven sijn, ende voirts vuyt alle sijne goederen hebbende 
ende vercrijgende ten lantrecht te betalen. Welcken 
erfthijns voirss. weert saecke dat hij alle jaer op 
termijn voirss. niet betaelt en woirden, sal dan alle 
weecken daerna volgende eenen peen van vijfthien 
stuver opten erffthijns voirss. wassen ende gaen, welc- 
ken peen all metten thijns voirss. die gasthuysmeesteren inder 
tijt vuyten onderpanden ende alles goets als voirss. verha- 
len sullen moegen als sij's niet langer beiden en willen. 
Ende Goosen Danielss. voirss. geloofde oick den gast- 
huysmeesteren tot behoeff des gasthuys voirss. den thijns ende 
?peen voirss. ewelick ten lantrecht te waeren als recht is 
tegen alle die ten rechten comen willen. Voert is overgegeven 
datmen den erfthijns voirss. vuytforderen sal moegen met ma- 
ninge ende richtinge oft met pandonge aen reede ende on- 
reede gueden tot koere ende optie der gasthuysmeesteren inder 
tijt. Mede soe het een jaer inne d'ander duer misbetalon- 
ghe quame to verloopen sall Goosen Danielss. voirss. ver- 
vallen sijn in dobbelden erffthijns beheltelick doch Goosen 
Danielss. voirss. sijner losse aen den erfthijns voirss. t'sijne 
waelgefalle tegens vier ten hondert. In oirconde onser 
letteren. Gegeven inden jaere ons Heeren duysent vijfhondert twe- 
entnegentich den drieentwintichsten dach february die. 
 
Ende was ondertekend E. de Bye. Ende met twee der sche- 
penen in groenen wasse vuythangende segelen besegelt. 
 | 
Dezelfde akte komt voor in de bewaardgebleven protocollen van de geloftesignaten van de bank van Zuilichem. 
Zie: https://hdl.handle.net/21.12108/7FABAE624ACF47579563262925F7C86A 
scan 197, f.195 rechts onder en scan 198, f.195v, links boven 
 | 
Bron: Cartularium van het Groote Bommelsche Gasthuis (f.175v+176)    | 
Delen:    Verstuur per email  | 
Bron info:  Regionaal Archief Rivierenland, Tiel
  | 
23-02-1592. schepenen Aernt die Raeth en Cornelis Gijsbertss. 
Goosen Danielss. indemneert  en ontlast het grote gasthuis te Zaltbommel van het onderhoud van 4 roeden dijk gelegen in de Aelster Lenaert. 
 | 
bovenschrift: Kerckwijck 
 
marge: Scadeloosbrief van vier roeyen dijcx inden Aelster Leenart. 
 
Wij Aernt die Raeth ende Cornelis Gijsbertss. sche- 
penen in Zulichem tuygen dat voir ons comen is Goosen 
Danielss. ende heefft geloofft Joest Ghijsbertss. ende Cornelis 
Geritss. Trip als gasthuysmeesteren ende tot behoeff des groote 
gasthuys binnen Saltboemel nu ende ten ewigen dagen 
te indemneren ende te ontlasten van vier roeijen dijcx ge- 
legen inden Aelster Lenaert, daer boven naestgedijck- 
slaecht Adriaen van Beest van Reenoij ende beneden 
Adriaen die Cock als collatoor van seeckere vicarie 
tot Delwijnen. Belovende denselven dijck wael 
te onderhalden ende dien op sijn lijff ende goet nemende, 
het gasthuys van Saltboemel ende haere goederen 
over all daer van scadeloos to halden. In oirconde on- 
ser litteren. Gegeven inden jaere ons Heeren duysent vijf- 
hondert tweentnegentich den drieentwintichsten 
dach february. 
 
Ende was onderteeckent E. de Bye. Ende mit twee 
der schepenen in groenen wasse vuythangende 
segelen besegelt. 
 | 
Dezelfde akte komt voor in de bewaardgebleven protocollen van de geloftesignaten van de bank van Zuilichem. 
Zie: https://hdl.handle.net/21.12108/7FABAE624ACF47579563262925F7C86A 
scan 198, f.195v, links boven | 
Bron: Cartularium van het Groote Bommelsche Gasthuis (f.176)    | 
Delen:    Verstuur per email  | 
Bron info:  Regionaal Archief Rivierenland, Tiel
  | 
19-10-1592. schepenen Aernt die Raeth en Cornelis Ghijsberts. 
Margrietken, weduwe van Dirck Geritsz., belooft een tijns aan het grote gasthuis te Zaltbommel uit de helft van 11 1/2 morgen land te Bruchem | 
bovenschrift: Bruechem 
 
marge: Darthien gulden thien stuver een oort stuver., 1592 
 
Wij Aernt die Raeth ende Cornelis Ghijsberts. 
scepenen in Zulichem tuygen dat voir ons comen is Mar- 
grietken naegelaeten weduwe Dirck Geritsz. mit 
oire gecoren mombaer ende heefft geloofft Cornelis Ge- 
ritss. Trip ende Hanrick Claess. van Ravenstein als gasthuys- 
meesters indertijt ende tot behoeff des groote gasthuys binnen 
Saltboemel erffthijns derthien carolus gulden thien stuver 
ende een oort stuvers tot twintich stuver in tijt der betalinghe 
genghaer binnen Boemel den gulden voirss. gereeckent op 
St. Mertensdach den elffste novembris inden jaere vijf- 
thienhondert drie en tnegentich ende soe voirt jaerlix van 
alles vrij gelt sonder eenige cortenghe tsij vuyt wadt saic- 
ke off welcken ordonantie dat geschien soude moegen 
daer van alle die weduwe mit gecoren momber als voirss. 
renuncieert te heffen en te boeren vuyt die helfft van 
twelfftalve mergen lants doe die gelegen inden gericht 
van Bruechem aen drie kampen lants, noortwaert 
naestgelegen des gasthuys lant van Boemel ende oest- 
waert die moelensteghe, ende voirt vuyt allen haeren goederen 
hebbende ende vercrijgende ten lantrechte. Welcken erftijns 
voirss. weert saicke dat die alle jaer op termijn voirss. niet 
betaelt en woirde sall dan alle weecken daernae folgende 
eenen peen van soevendalve stuver opten thijns voirss. 
wassen ende gaen. Welcken peen all mitten thijns voirss. die 
gasthuysmeesteren indertijt vuyten onderpanden ende alles 
goets verhalen sullen ende moegen wanneer sij niet 
langer beiden en willen. Ende Margrietken weduwe 
met gecoren mombaer als voirss. geloofden oick den gasthuys- 
meesters tot behoeff des gasthuys voirss. den thijns ende peen 
voirss. vuyten onderpanden ende alles goets als voirss. ewe- 
lick te waeren als recht is tegen allen die ten rechten 
comen willen. Oick salmen den erffthijns voirss. vuyt 
forderen moegen met maninge ende vertichtinghe off mit 
pandinge aen reede ende onreede goederen tot koere ende 
optie der gasthuysmeesteren indertijt sijnde. Mede soe het 
een jaer inne d'ander duer misbetalinghe des thijns 
quaeme te verloopen, sal Margrietken weduwe 
voirss. vervallen sijn in dobbelden erffthijns te betalen. 
Beheltelick doch aen den losse aen den erfthijns voirss. 
jegens vier ten hondert. In oirconde onser litteren. Gegeven inden 
jaere ons Heeren duysent vijfhondert twe entnegentich den 
negenthienden dach octobris. 
 
marge: 1592 
 
Ende was ondertekend E. de Bye. Ende met Aernt die 
Raeth vuythangende segel in groene wasse besegelt. | 
Dezelfde akte komt voor in de bewaardgebleven protocollen van de geloftesignaten van de bank van Zuilichem. 
Zie: https://hdl.handle.net/21.12108/7FABAE624ACF47579563262925F7C86A 
scan 204, f.202, rechtsboven | 
Bron: Cartularium van het Groote Bommelsche Gasthuis (f.165v+166)    | 
Delen:    Verstuur per email  | 
Bron info:  Regionaal Archief Rivierenland, Tiel
  | 
19-10-1592. schepenen Aernt die Raeth en Cornelis Ghijsbertss. 
Jan Wouters. belooft een tijns aan het grote gasthuis te Zaltbommel uit de helft van 11 1/2 mergen land te Bruchem. | 
bovenschrift: Bruechem 
 
marge: Darthien gulden thien stuver een oort stuvers. 
 
Wij Aernt die Raeth ende Cornelis Ghijsbertss. sche- 
penen in Zulichem tuygen dat voir ons comen is Jan Wou- 
ters, ende heefft geloofft Cornelis Trip ende Hen- 
rick Claess. van Ravenstein als gasthuysmeesters indertijt ende 
tot behoeff des groote gasthuys binnen Saltboemel erf- 
thijns darthien carolus gulden thien stuver ende een oort 
stuvers tot twintich stuver in tijt der betalinghe binnen 
Boemel gengbaer den gulden voirss. gereeckent op St. Mer- 
tensdach den elffsten novembris inden jaere vijfthienhon- 
dert drie entnegentich en soe voirt jaerlicx van alles vrij 
gelt sonder ennige cortonghe tsij vuyt wadt 
saecke off welcken ordonantie dat geschien ende her- 
comen soude moegen, daer van alle Jan Wouterss. voirss. 
re?mencieert te heffen ende te boeren uyt die helfft 
van twelfftalve mergen lants soe die gelegen inden 
gericht van Bruechem aen drie kampen lants, suydt- 
waertnaestgelegen die canonicken van Boemel met ee- 
nen camp genamt den Banckcamp, Jan Jacobss. met 
eenen camp genamt den Klappenhout ende Wouter 
Reijnertss.ende oestwaert naestgelegen die moelensteghe 
off soe wie alomme met recht naestlantgelegen ende voirt 
vuyt alle sijne goederen hebbende ende vercrijgende ten 
lantrecht te betalen. Welcken erffthijns voirss. weert 
saicke dat die alle jaer op termijn voirss. niet betaelt en 
woirde, sal dan alle weecken daernaefolgende eenen 
peen van soevendalve stuver opten thijns voirss. was- 
sen ende gaen. Welcken peen all metten thijns voirss. die 
gasthuysmeesteren indertijt vuyten onderpande ende alles 
goets als voirss. verhaelen sullen ende moegen wanneer 
sij niet langer beiden en willen. Ende Jan Wouterss. voirss. 
geloefde oick de gasthuysmeesteren tot behoeff des gasthuys 
voirss. den thijns ende peen voirss. vuyten onderpande 
ende alles goets als voirss. ewelick te waeren als recht is 
tegen allen die ten rechten comen willen. Oick soe salmen 
den erfthijns voirss. vuytforderen moegen met maninghe 
ende richtinghe off met pandinghe aen reede ende onreede 
goederen tot koure ende optie der gasthuysmeesteren indertijt sijnde. 
Mede soe het een jaer inne d'ander jaer misbetalonghe 
quaeme te verloopen sall Jan Wouterss. voirss. verval- 
len sijn in dobbelden erfthijns te betalen. Beheltelick 
dach oerder losse aenden erffthijns voirss. tegens vier 
ten hondert. In oirconde onser litteren. Gegeven inden jaere 
ons Heeren duysent vijfhondert twe entnegentich den ne- 
genthienden dach octobris. 
 
Ende was onderteeckent E. de. Bye. Ende met Aernts 
de Raeth in groenen wasse vuythangende segele 
besegelt. 
 | 
Dezelfde akte komt voor in de bewaardgebleven protocollen van de geloftesignaten van de bank van Zuilichem. 
Zie: https://hdl.handle.net/21.12108/7FABAE624ACF47579563262925F7C86A 
scan 204, f.202, rechtsmidden | 
Bron: Cartularium van het Groote Bommelsche Gasthuis (f.166+166v)    | 
Delen:    Verstuur per email  | 
Bron info:  Regionaal Archief Rivierenland, Tiel
  | 
19-10-1592. schepenen Aernt die Raeth en Cornelis Ghijsbertss. 
Daniel Wouterss belooft een tijns aan het grote gasthuis te Zaltbommel uit een hofstede te Kerkwijk. 
 | 
bovenschrift: Kerckwijck 
 
marge: Soevenendetwintich gulden thien stuver 
 
Wij Aernt die Raeth ende Cornelis Ghijsbertss. schepenen 
in Zulichem tuygen dat voir ons comen is Daniel Wou- 
terss ende heefft geloefft Cornelis Geritss. Trip ende Hanrick 
Claess. van Ravenstein als gasthuysmeesters ende tot behoeff des groo- 
te gasthuys binnen Saltboemel erfthijns achtentwintichstal- 
ve carolus gulden tot twintich stuver in tijt der betalinge 
gengbaer binnen Boemel den gulden voirss. gereeckent 
op St. Merten den elfsten novembris inden jaere vijfthien- 
hondert drieentnegentich, en soe voirt jaerlicx van alles 
vrij gelt sonder ennige cortonge tsij vuyt wadt saicke off 
welcken ordonantie dat geschien en hercomen soude moegen 
dair van alles Daniel Wouterss. voirss. renuncieert te 
heffen ende to boeren vuyt eenen hoffstede gelegen inden 
gerichte van Kerckwijck genampt Geijntgenshofstat 
oistwaert naestgelegen Hanrick Willemss. westwaert Ari- 
aen Gijsbertss. Cocken ende suydtwaert die gemene straet 
off soe wie mit recht naestlantgelegen sijn ende voirt vuyt alle 
sijne guederen die hij nu heeft off nae vercrijgem mach ten 
lantrecht te betalen. Welcken erfthijns voirss. weert 
saicke dat die alle jaer op termijn voirss. niet betaelt en 
worden sal dan alle weecken daernae volgende eenen peen 
van vierthiendalve stuver opten thijns voirss. wassen ende 
gaen, welcke peen all metten thijns voirss. die gasthuys- 
meesteren indertijt vuyten onderpande ende alles goets als 
voirss. verhalen sullen ende moegen wanneer sij's niet 
langer beiden en willen. Ende Daniel Wouterss. voirss. 
geloefde oick den gasthuysmeesteren tot behoeff des gasthuys 
voirss. den thijns ende peen voirss. vuyten onderpande ende 
alles goets als voirss. ewelick te waeren als recht is 
tegen allen die ten rechten comen willen. Oick soe sal 
men den  erfthijns voirss. altijt vuytforderen moegen met 
maninge ende richtonge off met pandinge aen reede 
ende onreede goederen tot koere ende optie der gasthuysmeesteren 
indertijt sijnde. Mede soe het een jaer inne d'ander 
duer misbetalinghe quame te verloopen sall Daniel 
Wauterss. voirss. vervallen sijn in dobbelden erfthijns 
te betalen beheltelick doch sijnder losse 
aen den erfthijns voirss. tegens vier ten hondert. 
In oirconde onser litteren. Gegeven inden jaere ons Heeren duy- 
sent vijfhondert tweeentnegentich den negenthienden 
dach octobris. 
 
Ende was ondertekend E. de Bye. Ende mit Aernts 
die Raet vuythangende segel in groene wasse be- 
segelt. 
 | 
Dezelfde akte komt voor in de bewaardgebleven protocollen van de geloftesignaten van de bank van Zuilichem. 
Zie: https://hdl.handle.net/21.12108/7FABAE624ACF47579563262925F7C86A 
scan 204, f.202, rechtsonder | 
Bron: Cartularium van het Groote Bommelsche Gasthuis (f.172+172v)    | 
Delen:    Verstuur per email  | 
Bron info:  Regionaal Archief Rivierenland, Tiel
  | 
| 26-10-1592. schepenen te Zuilichem: Dierck Pieck, Govert Turck, Jan Ghijsbertss, Jacob Ghijsbertss, Wolter van Hellensberch Reynerss, Aernt die Raeth ende Cornelis Ghijsbertss, Aernt die Cock van Delwijnen | 
--- 
I. Zuylichem, anno 1592, Octobris 26, 
--- 
Wij, Dierck Pieck, Govert Turck, Jan Ghijsbertss, Jacob Ghijs- 
bertss, Wolter van Hellensberch Reynerss, Aernt die Raeth 
ende Cornelis Ghijsbertss, schepenen in Zulichem, mede die 
macht hebbende van Aernt die Cock van Delwijnen, tuy- 
gen, dat voer den gesworen richter ons gen. Heren in 
Boemelreweert ende voer ons scepenen voerg. gecompa- 
reert ende erschenen sijn durch oere volm. Herman Sloot 
aenlegger ter eenre ende Jacob Jacobss verwerer ter an- 
dere sijde ende sonnen ende beden den gesworen rich- 
ter voers., dat hij ons scepenen voerg. des vonnisse ver- 
manen wilde, wat mit recht sijn solde van der aensprae- 
cke des aenleggers voers. ende den antwoerdt des 
verwerers voers. ghelijck dat allen inder vonnisse 
gecomen ende dat wij daeraff nae vraegen ende 
--- 
II. Zuylichem, anno 1592, Octobris 26, 
--- 
vermanen des gesworen richters voert gewesen ende pro- 
nuncieert hebben als hier nae volcht: nae aenspraecke Her- 
man Sloot aenlegger ter eenre ende nae antwoerdt Jacob Ja- 
cobss, verwerer ter andere sijde roerende van onthaelde 
thiende daer van der aenlegger eijst restitutie ende de 
verwerer sustineert der thiende soe bij gehaelt vrij te sijn 
ende niemant anders toe te comen, ghelijck dat allet 
onder vonnisse gecommen etc. Verclaeren die scepenen 
van Zuylichem mit gevolch der mede scepenen van Driell 
op alles geleth, dat noch ter tijt voer hem niet gebleecken 
bewijs ofte bescheijt den rechts genoech daer mede die 
verweerder bewesen soude hebben der thiende vrij te sijn 
ende dat hij daer omme van sijnen lande, tot Delwijnen 
gelegen, thiende geven sall ter tijt hij naerder bewijst 
vrij te sijn. Ende dat hij volgents den aenlegger voers. 
--- 
II. Zuylichem, anno 1592, Octobris 26, 
--- 
van affgehaelde thiende van dato der aenspraecke ver- 
plegen sall tot seggen van goede mannen die costen 
hier op bij scepenen taxeert sullen worden, sall den 
aenlegger verschieten ende mit deesen vonnisse den 
verweerder weder halff affforderen ende dit ter tijt ende 
wijlen wij scepenen en hoorden oft saegen noch ander 
schijn ende bescheijt, dan wij tot noch toe gehoort oft ge- 
sien hebben. In oirconde onser letteren geg. datum 
als boven.         J. de Bye, S. in Z. 
--- 
 | 
bron: Kaartenbak H. Beckering Vinckers, weeshuisarchief Zaltbommel 
kaartjes 275-1/2/3 | 
Bron: Archieven Bommelse Weeshuizen    | 
Delen:    Verstuur per email  | 
Bron info:  Zaltbommel De getoonde transcripties zijn vaak van dhr. Beckering Vinckers en niet altijd gecontroleerd met het origineel. | 
13-01-1593. schepenen Adriaen van Beest van Reinoy en  Wolter van Hellensbergh Reijnerss. 
Peter Anthoniss. belooft een tijns aan het grote gasthuis te Zaltbommel uit 10 hont land te Kerkwijk genaamd den Stuckaert. | 
bovenschrift: Kerckwijck 
 
marge: vier gulden, 1593 
 
Wij Adriaen van Beest van Reinoy ende Wolter van Hel- 
lensbergh Reijnerss. schepenen in Zulichem tuygen dat voir ons 
comen is Peter Anthoniss. ende heefft geloefft Cornelis Geritss. 
Trip ende Henrick Claess. van Ravestein als gasthuysmeesteren 
indertijt ende tot behoeff des groote gasthuys binnen Saltboe- 
mel, erffthijns vier carolus gulden tot twintich stuver in 
tijt der betalonghe binnen Boemel gengbaer tstuck op Sinte 
Marten inden wijnter toecomende ende soe voirt jaerlicx 
van alles vrij gelt sonder enige cortonghe, tsij 
vuyt oirsaecke off ordonantie dat geschien 
soude moegen, daer van alles Peter Anthoniss. voirss. 
renuncieert, te heffen ende te boeren vuyt thien hont 
lants soe die gelegen inden gerichte van Kerckwijck 
genampt den Stuckaert, suydwaert naestgelegen M. Moli- 
aert ende westwaert het gasthuyslant, streckende 
ten noirden op erftenisse Evertt van Doern, off 
soe wie met recht naestlantgeelegen sijn, ende voirt vuyt 
alle sijnre goederen die hij nu heefft off nae vercrijgen 
mach ten lantrecht te betalen. Welcken erffthijns 
voirss. weert saicke dat die alle jaer op termijn voirss. 
niet betaelt en worden, soe sall dan alle weecken 
daer nae volgende eenen peen van twee stuvers 
opten erffthijns voirss. wassen ende gaen, welcken peen 
all metten thijns voirss. die gasthuysmeesters indertijt 
vuyten onderpande ende alles goets als voirss. verhalen 
sullen ende moegen wanneer sij's niet langer beiden en 
willen. Ende Peter Anthoniss. voirss. geloefden oick den 
gasthuyssmeesteren tot behoeff des gasthuys voirss. den thijns ende 
peen voirss. vuyten onderpande ende alles goets als voirss. 
ewelick te waeren als recht is tegen allen die ten rechten 
comen willen. Oeck soe sal men den erffthijns voirss. altijt 
vuytforderen moegen met maninghe ende richtinghe 
off met pandinge aen reede off onreede goederen tot 
koere ende optie der gasthuysmeesteren indertijt sijnde. Mede 
soe duer misbetalonghe het een jaer inne d'ander 
quaeme te verloopen sal Peter Anthoniss. voirss. alsdan 
vervallen sijn in dobbelden erfthijns te betalen behel- 
telick doch sijnder losse aenden thijns voirss. tegens vier 
ten hondert. Ten oirconde onser litteren. Gegeven inden jaere ons 
Heeren duysent vijfhondert drieentnegentich den derthien- 
de dach january. 
 
Ende was onderteickend E. de Bye. Ende met twee der 
schepenen in groene wasse vuythangende zegelen besegelt. 
 | 
Dezelfde akte komt voor in de bewaardgebleven protocollen van de geloftesignaten van de bank van Zuilichem. 
Zie: https://hdl.handle.net/21.12108/D356D0415AC742F9ADAD43538694CE97 
scan 5, f.1v, links onder | 
Bron: Cartularium van het Groote Bommelsche Gasthuis (f.174+174v)    | 
Delen:    Verstuur per email  | 
Bron info:  Regionaal Archief Rivierenland, Tiel
  | 
03-03-1593. schepenen Adriaen van Beest van Renoij en Jan van Tuill Sandersz. 
Jan Jacobsz. van Bruechem  belooft een tijns van 15 gulden 6 1/2 stuiver aan het groote gasthuys binnen Saltboemel, uit 3 mergen 5 hond land te Bruchem genaamd die hot schott. | 
bovenschrift: Bruechem 
 
marge: vijfthien gulden soeventalve stuver 
 
Wij Adriaen van Beest van Renoij en Jan van 
Tuill Sandersz. schepen in Zulichem tuygen dat voir ons 
comen is Jan Jacobsz. van Bruechem en heefft geloeft 
Cornelis Gerrits. Trip en Hanrick Claesz. van Raven- 
stein als gasthuysmeesteren tot behoeff des groote gasthuys 
binnen Saltboemel erfthijns vijfthien carolus gulden ende soeven- 
dalve stuver tot twintich stuver in tijt der betalinge binnen Boe- 
mel gengbaer den gulden voirss. gereeckent op dach Martini 
den elffsten novembris toecomende ende soe voirt jaerlicx van 
alles vrij gelt sonder eenige cortinge tsij uuyt wadt saecken 
ende hoedanigs ordonantie dat geschreven oft hercomen soude moegen 
daer van alle Jan Jacobssz. voirss. renuncieert te heffen ende 
te boeren uuyt drie mergen ende vijf hont lants soe die ge- 
legen inden gericht van Bruechem genamt die Hot Schott 
oestwaert naestgeland Jo. Godtgaff vander Riviere ende 
westwaert het gasthuys lant van Boemel streckende ten 
suijden ende ten noorden aen die gemein straat, off soe wie 
mit recht naestlantgelegen sijn, ende voert uuyt alle sijne guederen 
die hij nu heeft off nae vercrijgen mochte, lantrecht te 
betalen. Welcken erfthijns voirss. weert saecke dat die 
alle jaer op termijn voirss. niet betaelt en woirden sal 
dan alle weecken daernae volgende enen peen van ach- 
talve stuver opten erfthijns voirss. wassen ende gaen 
welcken peen alle mitten thijns voirss. die gasthuysmeesteren 
indertijt uuyten onderpande ende alles goets als voirss. ver- 
haelen sullen ende moegen wanneer sij's niet langer 
beiden en willen. Ende Jan Jacobss. voirss. geloefden oick den 
gasthuysmeesteren tot behoeff des gasthuys voirss. den thijns ende 
peen voirss. vuyten onderpande ende alles goets als voirss. 
ewelick te waeren als recht is tegen allen die ten rechte 
comen willen. Oick soe salmen den erffthijns voirss. altijt 
vuytforderen moegen met maninghe ende richtonghe off met 
pandinghe aen reede off onreede goederen tot koere ende optie 
der gasthuysmeesteren inder tijt sijnde Mede soe duer misbe- 
talinghe het een iaer inne d'ander quame te verloopen 
sal Jan Jacobss. voirss. vervallen sijn in dobbelden erfthijns te 
betalen Beheltelick doch sijnder losse aen den erfthijns 
voirss. tegens vier ten hondert. In oirconde onser letteren. Gegeven 
inden jaer ons Heeren duysent vijfhondert drieentnegentich 
den dorden dag meert. 
 
marge: 1593 
 
Ende was onderteickent E. de Bye en met twee 
der schepenen in groene wasse uuythangende segelen 
besegelt. 
 | 
Dezelfde akte komt voor in de bewaardgebleven protocollen van de geloftesignaten van de bank van Zuilichem. 
Zie: https://hdl.handle.net/21.12108/D356D0415AC742F9ADAD43538694CE97 
scan 9, f.5v,  links boven | 
Bron: Cartularium van het Groote Bommelsche Gasthuis (f.162v+163+163v)    | 
Delen:    Verstuur per email  | 
Bron info:  Regionaal Archief Rivierenland, Tiel
  | 
03-03-1593. schepenen Adriaen van Beest van Reenoij en Jan van Tuyll Sanderss. 
Geritt Janss. van Bruechem belooft een tijns van 2 1/2 gulden aan het groote gasthuys binnen Saltboemel uit de helft van 10 hont land te Bruchem genaamd den Amptsbulck 
 | 
bovenschrift: Bruechem 
 
marge: Dordalve gulden. 
 
Wij Adriaen van Beest van Reenoij ende Jan van 
Tuyll Sanderss. scepenen in Zulichem tuygen dat voir 
ons comen is Geritt Janss. van Bruechem ende heefft 
geloofft Cornelis Geritss. Trip ende Hanrick Claess. van 
Ravenstein als gasthuysmeesteren ende tot behoeff des groote 
gasthuys binnen Saltboemel erffthijns dordalve caro- 
lus gulden tot twintich stuver in tijt der betalonghe bin- 
nen Boemel gengbaer den gulden voirss. gereeckent 
op dach Martini den elfsten novembris toecomende ende 
soo voirt jaarlicx van alles vrij gelt sonder ennige cor- 
tonghe tsij uuyt wadt saecken off hoedanige ordonantie 
dat geschien off hercomen soude moegen daer van alle 
Gerit Janss. voirss. renuncieert, te heffen ende te boeren 
uuyt die helfft van thien hont lants, soe die gelegen 
inden gerichte van Bruechem genampt den Ampts- 
bulck oestwaert ende westwaert naestgeland het capittel 
van Boemel, noortwaert het gasthuyslant ende 
suydtwaert die gemein straet oft soe wie mit recht 
naest lantgelegen sijn, ende voirt uuyt alle sijne goederen hij nu 
heefft off nae vercrijgen mach ten lantrecht te betalen. 
Welcken erfthijns voirss. weert saecke dat die alle 
jaer op termijn voirss. niet betaelt en worden sall dan 
alle weecken daer nae volgende eenen peen van twee 
stuver opten erffthijns voirss. wassen ende gaen. Welcken 
peen all mitten thijns voirss. die gasthuysmeesters indertijt 
uuyten onderpande ende alles goets als voirss. verhalen 
sullen ende moegen wanneer sij's niet langer beiden en 
willen. Ende Gerit Janss. voirss. geloefden oeck den gasthuys- 
meesteren tot behoeff den gasthuys voirss. den thijns ende peen 
voirss. uuyten onderpande ende alles goets als voirss. ewe- 
licke te waeren als recht is tegen allen die den rechten comen 
willen. Oick soe sal men den erfthijns voirss. altijt uuyt 
forderen moegen met maninge ende richtonge off met 
pandinge aen reede off onreede guederen tot koere ende 
optie gasthuysmeesters indertijt sijnde. Mede soe duer 
misbetalinghe het een jaer inne d'ander quaeme 
te verloopen, sal Gerit Janss. voirss. alsdan vervallen 
sijn in dobbelden erfthijns te betalen. Beheltelick doch sijnder 
losse aen den thijns voirss. tegens vier ten hondert, In oirconde 
onser literen. Gegeven inden jaere ons Heren duysent vijfhondert 
drie ent negentich den dorden dach meert. 
 
marge: 1593 
 
Ende was onderteeckent: E. de Bye, voort mit twee der 
schepenen in groenen wasse uuythangende segelen besegelt. 
 | 
Dezelfde akte komt voor in de bewaardgebleven protocollen van de geloftesignaten van de bank van Zuilichem. 
Zie: https://hdl.handle.net/21.12108/D356D0415AC742F9ADAD43538694CE97 
scan 9, f.6, rechts boven | 
Bron: Cartularium van het Groote Bommelsche Gasthuis (f.163v+164)    | 
Delen:    Verstuur per email  | 
Bron info:  Regionaal Archief Rivierenland, Tiel
  | 
03-03-1593. schepenen Adriaen van Beest van Reenoij en Jan van Tuijll Sanderss.  
Jan Jans van Bruechem belooft een tijns aan het grote gasthuis te Zaltbommel uit de helft van 10 hont land te Bruchem genaamd den Amptsbulck. 
 | 
bovenschrift: Bruechem 
 
marge: Dordalve gulden 
 
Wij Adriaen van Beest van Reenoij en Jan van Tuijll 
Sanderss. scepenen in Zulichem tuijgen dat voir ons comen is 
Jan Jans van Bruechem ende heeft gelooft Cornelis Ge- 
rit Trip ende Henrick Claess. van Ravensteinals gasthuys- 
meesteren ende tot behoeff des groote gasthuys binnen Saltboemel 
erfthijns dordalve carolus gulden tot twintich stuver ter 
tijd der betalinghe binnen Boemel gengbaer de gulden voirs. 
gereeckent op dach Martini de elfsten november toeco- 
mende ende soe voirt jaerlicx van alles vrij gelt sonder eni- 
ge cortinghe tsij vuyt saecke off hoedanige ordonantie 
dat geschien off hercomen soude moegen daer van alle 
Jan Jans. voirss. renuncieert te heffen ende te boeren vuyt 
die helfte van thien hont lants soe die gelegen is inden 
gericht van Bruechem genampt den Amptsbulck oost- 
waert ende westwaert naestgeland het capittel van Boemel, 
noortwaert het voirss. gasthuyslant ende suytwaert die 
gemeinstraat, off soe wie met recht naestlantgelegen sijn, 
ende voirt vuyt alle sijne guederen hij nu heefft off nae 
vercrijgen mach ten lantrecht te betalen. Welcken erf- 
thijns voirs. weert saecke dat die alle jaer op termijn 
voirs. niet betaelt en worde sall dan alle weecken daer 
nae volgende eene peen van twee stuver opten erf- 
thijns voirs. wassen ende gaen, welcken peen allmitten thijns 
voirss. die gasthuismeesteren inder tijt vuyten onderpande en 
alles goets als voirss. verhalen sullen ende moegen wanneer 
sij's niet langer beiden en willen.Ende Jan Janss. voirss. 
geloefde oick de gasthuysmeesteren tot behoeff des gasthuys 
voirss. den thijns ende peen voirss. vuyten onderpande, ende 
alles goets als voirss. ewelick te waren als 
recht is tegen allen die ? ten rechte comen willen. 
Oick soe salmen den erfthijns voirss. altijt vuytforderen 
moegen met maninge en richtinge off met pandon- 
ge aen reede off onreede guederen tot koere ende optie des 
gasthuysmeesteren inder tijt sijnde. Mede soe duer misbe- 
talinghe het een jaer inne d'ander quame te verloopen 
sall Jan Jans. voirss. alsdan vervallen sijn in dobbelden 
erfthijns te betalen. Beheltelick doch sijnder lossen 
aen den thijns voirss. tegens vier ten hondert. In oircon- 
de onser litteren. Gegeven inden jaer ons Heeren duysent 
vijfhondert drieentnegentich den dorde dach meert. 
 
En was ondertekend E. de Bye. Ende met twee der 
schepenen  in groene wasse vuythangende segels besegelt. 
 | 
Dezelfde akte komt voor in de bewaardgebleven protocollen van de geloftesignaten van de bank van Zuilichem. 
Zie: https://hdl.handle.net/21.12108/D356D0415AC742F9ADAD43538694CE97 
scan 9, f.6, rechts boven, een na bovenste vermelding | 
Bron: Cartularium van het Groote Bommelsche Gasthuis (f.164+164v)    | 
Delen:    Verstuur per email  | 
Bron info:  Regionaal Archief Rivierenland, Tiel
  | 
03-03-1593. schepenen  Adriaen van Beesd van Reenoij en Jan van Tuyll Sanderss. 
Peter Aertss. van Delwijnen belooft een tijns aan het grote gasthuis te Zaltbommel uit een perceel land te Kerkwijk. | 
bovenschrift: Kerkwijck 
 
marge: sesthien gulden sesthien stuver 
 
Wij Adriaen van Beesd van Reenoij ende Jan van 
Tuyll Sanderss. scepenen in Zulichem tuygen dat voir ons 
comen is Peter Aertss. van Delwijnen ende heeft geloofft 
Cornelis Geritss. Trip ende Hanrick Claess. van Ra- 
vestein als gasthuysmeesters ende tot behoeff des groote gast- 
huys binnen Saltboemel erfthijns sesthien carolus gulden ende 
sesthien stuver tot twintich stuver in tijt der betalinghe binnen 
Boemel gengbaer den gulden voirss. gereeckent op dach Mar- 
tini den elffsten novembris toecomende ende soe voirt jaerlicx 
van alles vrij gelt sonder eenige cortonghe tsij vuyt wadt 
saicke off hoedanige ordonantie dat geschien off heercomen 
soude moegen daervan alle Peter Aertss. voirss. renunci- 
eert, te heffen ende te boeren vuyt vierdalven mergen 
lants soe die gelegen inden gericht van Kerckwijck ge- 
nampt Hermen Aertss. kempken, oestwaert naestgelegen 
Adriaen van Beest van Reinoy voirss. ende Dirck Goertss. 
ende Suydtwaert Jan Wauterss. streckende ten westen langs 
op aen die gemein straet off soe wie mit recht naestlantgelegen 
sijn, ende voirt  vuyt alle sijne goederen die hij nu heeft off 
nae vercrijgen mach ten lantrecht te betalen. Welcken 
erfthijns voirss. weert saicke dat die alle jaer op termijn 
voirss. niet betaelt en woirde, sal dair alle weecken 
daernae volgende eenen peen van acht stuver op ten 
erfthijns voirss. wassen ende gaen. Welcken peen all mitten 
thijns voirss. die gasthuysmeesteren indertijt vuyten onderpan- 
de ende alles goets als voirss. verhaelen sullen ende moegen 
wanneer sij's niet langer beiden en willen. Ende Peter 
Aertss. voirss. geloefden oick den gasthuysmeesteren tot behoeff des 
gasthuys voirss. den thijns ende peen voirss. vuyten onderpan- 
de ende alles goets als voirss. ewelick te waeren als recht is 
tegen alle die ten rechten comen willen. Oeck soe sallmen 
den erffthijns voirss. altijt vuytforderen moegen met manin- 
ge ende richtinge off met pandinge aen reede off onreede 
gueden tot koere ende optie der gasthuysmeesteren indertijt sijnde. 
Mede soe duer misbetalinge het een jaer inne d'ander 
quaeme te verloopen sal Peter Aertss. voirss. alsdan verval- 
len sijn in dobbeldenerffthijns te betalen. Beheltelick doch 
sijnder losse aen den erfthijns voirss. tegens vier ten hondert. 
In oirconde onser litteren. Gegeven inden jaere ons Heeren duysent 
vijfhondert drieentnegentich den dorden dach meert. 
Ende was onderteeckent E. de Bye en met twee 
der schepenen in groenen wasse vuythangende zegelen be- 
segelt. 
 | 
Dezelfde akte komt voor in de bewaardgebleven protocollen van de geloftesignaten van de bank van Zuilichem. 
Zie: https://hdl.handle.net/21.12108/D356D0415AC742F9ADAD43538694CE97 
scan 8, f.5, rechts midden | 
Bron: Cartularium van het Groote Bommelsche Gasthuis (f.174v+175+175v)    | 
Delen:    Verstuur per email  | 
Bron info:  Regionaal Archief Rivierenland, Tiel
  | 
03-03-1593. schepenen Adriaen van Beesd van Reinoij ende Jan van Tuyll Sanderss.  
Peter Aertss. van Delwijnen belooft een tijns aan het grote gasthuis te Zaltbommel uit een perceel land te Delwijnen. | 
bovenschrift: Delwijnen 
 
marge: negen gulden vijf stuver 
 
Wij Adriaen van Beesd van Reinoij ende Jan van Tuyll 
Sanderss. schepenen in Zulichem tuygen dat voir ons comen 
is Peter Aertss. van Delwijnen ende heeft gelooft Cornelis 
Geritss. Trip ende Hanrick Claess. van Ravestein als gast- 
huysmeesteren indertijt ende tot behoeff des groote gasthuys binnen 
Saltboemel erffthijns negen carolus gulden ende vijf stuver 
tot twintich stuver in tijt der betalinge binnen Boemel 
gengbaer den gulden voirss. gereeckent op dach Martini 
den elfsten novembris toecomende edde soe voirt jaerlicx van 
alles vrij gelt sonder eenige cortonge tsij vuyt wadt 
saecke off hoedanige ordonantie dat geschien off herco- 
men soude moegen, daer van alle Peter Aertss. voirss. re- 
nuncieert to heffen ende to beuren vuyt dordalve mer- 
gen lants soe die gelegen inden gericht van Delwijnen 
genampt het Kempken oestwaert naestgelegen het gasthuys 
lant, westwaert Wouter Egenss. ende Henrick van 
Venloe? ende suydtwaert Aert Pauwelss. off wie mit 
recht naestlantgelegen sijn, ende voirt vuyt alle sijne goederen 
ten lantrecht to betalen. Welcken erfthijns voirss. weert 
saicke dat die alle jaer op termijn voirss. niet betaelt en 
woirden sall dan alle weeken daerna volgende eenen 
peen van vijftalve stuver opten erfthijns voirss. wassen ende 
gaen; welcken peen all metten thijns voirss. die gasthuysmeesters 
indertijt vuyten onderpande ende alles goets ten lantrechte 
als voirss. verhalen sullen ende moegen wanneer sij's niet 
langer beiden ende willen. Ende Peter Aertss. voirss. ge- 
loefde oick den gasthuysmeesters ten behoeff des gasthuys 
voirss. den thijns ende peen voirss. vuyten onderpande ende 
alles goets ewelick te waeren als recht is tegen allen die 
den ten rechten comen willen. Oeck soe salmen den erfthijns 
voirss. alltijt vuytforderen moegen met maninge ende 
richtinge off met pandinge aen reede off onreede goederen 
tot koer ende optie der gasthuysmeesters indertijt sijnde. Mede 
soe duer misbetalonghe het een jaer inne d'ander quame 
te verloopen sal Peter Aertss. voirss. alsdan vervallen sijn in 
dobbelden erffthijns te betalen. Beheltelick doch sijnder losse 
aen den thijns voirss. tegens vier ten hondert. In oircon- 
de onser litteren. Gegeven inden jaere ons Heeren duysent 
vijfhondert drieentnegentich den dorden dach meert. 
 
Ende was onderteeckent E. de Bye. Ende mit twee der 
schepenen in groenen wasse vuythangende segelen besegelt. 
 | 
Dezelfde akte komt voor in de bewaardgebleven protocollen van de geloftesignaten van de bank van Zuilichem. 
Zie: https://hdl.handle.net/21.12108/D356D0415AC742F9ADAD43538694CE97 
scan 8, f.5, rechts onder | 
Bron: Cartularium van het Groote Bommelsche Gasthuis (f.180+180v)    | 
Delen:    Verstuur per email  | 
Bron info:  Regionaal Archief Rivierenland, Tiel
  | 
16-05-1595. Godert Turck en Wolter van Hellensberch Reynerss. schepenen in Zulichem 
 | 
--- 
Gamersche straat anno 1595 Mei 16 
--- 
Wij, Godert Turck ende Wolter van Hellensberch Reynerss. 
schepenen in Zulichem tuygen dat voor ons comen is 
Antonis Hanrickss ende heeft gelooft Willem Janssen 
Metselaer nu ende ten ewigen dagen ten lantrecht 
te waren seeckere huys ende erff binnen Bommell in 
die Gamersche Straet tusschen de wed. Rutger Janss 
zalige ten oosten ende Geerloff Frederickss ten wes- 
ten, streckende ten zuyden op die Gamersche 
straet voers. ende ten noorden op die stadtwall oft 
wie allomme mit recht naest gelegen sijn tegen allen 
die des ten rechte comen willen in aller maeten 
als Antonis Hanrickss voers. 't selve huys aen Henrick 
die Vaell Goertss. vercoft heeft gehadt. In oirc. datum 
als boven. 
J. de Bye, s. in Z. 
--- 
op de keerzijde een situatie schetsje 
--- 
 | 
bron: Kaartenbak H. Beckering Vinckers, weeshuisarchief Zaltbommel 
kaartje 45 | 
Bron: Archieven Bommelse Weeshuizen    | 
Delen:    Verstuur per email  | 
Bron info:  Zaltbommel De getoonde transcripties zijn vaak van dhr. Beckering Vinckers en niet altijd gecontroleerd met het origineel. | 
| 24-08-1596. schepenen Jan de Groot en Marten van den Zandt | 
--- 
Zuylichem, anno 1596, Augustus 24 
--- 
Wij, Jan de Groot ende Marten van den Zandt, scepenen 
in Zulichem, tuygen dat voer ons comen is Hans van 
Dueren ende heeft gelooft Aert Cornelissen, sijn swae- 
ger, thijns drie carolus gul. tot twentich stuv. Hollants 
tstuck op St. Bartholomeus dach (24 Aug.) in den jaere 
XVc soeven ende tnegentich ende soe voort jaerlicks thijns 
te heffen ende te boeren uuyth sijn gerechticheijt van een 
stuck lants gelegen in den gerichte van Gameren genmt. 
den Bulck, oestwaert naestgelegen Cornelis Geritss. 
ende westwaert Folpaert Janssen oft wie allomme mit 
recht naest lantgelegen sijn; welcke thijns voers. weert 
saecke, dat die alle jaer op termijn voers. niet betaelt 
en worde, sall dan alle weecke daer op nae volgende 
een peen van drie stuv. op ten thijns voers. wassen etc. 
Losse: vijftich gul. enz. In oirc. enz. datum als boven. 
J. de Bye, S. in Z. 
--- 
 | 
bron: Kaartenbak H. Beckering Vinckers, weeshuisarchief Zaltbommel 
kaartje 272 
 | 
Bron: Archieven Bommelse Weeshuizen    | 
Delen:    Verstuur per email  | 
Bron info:  Zaltbommel De getoonde transcripties zijn vaak van dhr. Beckering Vinckers en niet altijd gecontroleerd met het origineel. |